Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsgewest Haaglanden

Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsgewest Haaglanden
Officiële naam regelingNadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012
CiteertitelNadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpgeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, artikel 8

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-201206-12-2012nieuwe regeling

25-01-2012

De Posthoorn d.d. 1 februari 2012 e.a.

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012

Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden;

gelet op artikel 8 van de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, vastgesteld op 30 juni 2010;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

NADERE REGELS AARDGASVOERTUIGEN HAAGLANDEN 2012

behorende bij de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. aardgasvoertuig: een nieuw voertuig dat in de fabriek met een aardgasinstallatie is uitgerust;

  • b. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden;

  • c. GVW: het maximum bruto voertuiggewicht van een voertuig, dat wil zeggen de som van de massa van het lege voertuig en het maximum toegestaan laadvermogen;

  • d. verordening: Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, vastgesteld door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op 30 juni 2010;

  • e. vuilnisauto: een aardgasvoertuig met een GVW van tenminste 3.500 kg bedoeld voor het inzamelen van huisvuil en/of bedrijfsafval, en dat is voorzien van een kraakpersinstallatie.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Het dagelijks bestuur kan op aanvraag subsidie verstrekken voor de aanschaf of de lease van een aardgasvoertuig.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor de regio Haaglanden, uitgezonderd de gemeente Den Haag, bedraagt € 1.292.000,--.

  • 2. De volgende deelplafonds gelden:

    • a.

      voor aardgasvoertuigen met een GVW minder of gelijk aan 3.500 kg: € 1.206.000,-

    • b.

      voor aardgasvoertuigen met een GVW hoger dan 3.500 kg: € 56.000,-

    • c.

      voor vuilnisauto’s: € 30.000,-.

  • 3. Voor het grondgebied van de gemeente Den Haag geldt een subsidieplafond van € 150.000,-.

  • 4. Voor de verdeling van de beschikbare bedragen, genoemd in het tweede en derde lid, worden de volledig ingediende subsidieaanvragen gerangschikt op datum van ontvangst.

  • 5. Bij gelijktijdige ontvangst van volledig ingediende subsidieaanvragen vindt, in het geval het subsidieplafond wordt bereikt, de verlening van de subsidie plaats door middel van loting.

HOOFDSTUK 2: SUBSIDIEVERLENING EN -VASTSTELLING

Artikel 4 Aanvrager

Een subsidie zoals beschreven in artikel 3, tweede lid, onder a, b en c, en derde lid, kan naast de in artikel 4, eerste lid, van de verordening genoemde aanvragers, ook worden aangevraagd door:

  • 1.

    andere publiekrechtelijke rechtspersonen die hun zetel in de regio Haaglanden hebben;

  • 2.

    privaatrechtelijke rechtspersonen en vennootschappen onder firma die in de regio Haaglanden zijn gevestigd;

  • 3.

    inwoners van de regio Haaglanden.

Artikel 5 Aanvraag tot subsidieverstrekking

  • 1. Een aanvraag tot subsidieverstrekking wordt ingediend met gebruikmaking van een door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier.

  • 2. De subsidieaanvraag is voorzien van:

    • a.

      een kopie van de koopovereenkomst dan wel de lease-overeenkomst of Kennisgeving van Inzet van het aardgasvoertuig, waarop in ieder geval het merk en het model van het aardgasvoertuig wordt vermeld, alsmede de technische kwalificatie dat het een aardgasvoertuig betreft, en de datum van aanschaf van het aardgasvoertuig die is gelegen ná de inwerkingtreding van deze nadere regels, doch niet verder is gelegen dan drie maanden vóór de indiening van de subsidieaanvraag;

    • b.

      een kopie van het betaalbewijs in de vorm van een bankafschrift dan wel – in geval van lease – een kopie van de Kennisgeving van inzet, niet ouder dan één maand, waarop het adres van de aanvrager staat vermeld;

    • c.

      een kopie van het kentekenbewijs van het aardgasvoertuig dat op naam is gesteld van de subsidieaanvrager.

  • 3. De subsidieaanvraag die wordt ingediend namens een publiekrechtelijke rechtspersoon is, naast de in het tweede lid genoemde gegevens, bovendien voorzien van een document waaruit blijkt van de bevoegdheid om namens de publiekrechtelijke rechtspersoon de aanvraag in te dienen.

  • 4. De subsidieaanvraag die wordt ingediend namens een privaatrechtelijke rechtspersoon is, naast de in het tweede lid genoemde gegevens, bovendien voorzien van:

    • a.

      een document waaruit blijkt van de bevoegdheid om namens de privaatrechtelijke rechtspersoon de aanvraag in te dienen;

    • b.

      een kopie van de statuten, met uitzondering van een vennootschap onder firma en een eenmanszaak;

    • c.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan een jaar;

    • d.

      een ondertekende de-minimisverklaring.

  • 5. De subsidieaanvraag die wordt ingediend door een inwoner van de regio Haaglanden is, naast de in het tweede lid genoemde gegevens, bovendien voorzien van een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de aanvrager en een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 6 Omvang van de subsidie

  • 1. De subsidie voor de aanschaf dan wel de lease van een aardgasvoertuig met een GVW minder of gelijk aan 3.500 kg. bedraagt € 3.000,-;

  • 2. De subsidie voor de aanschaf of de lease van een aardgasvoertuig met een GVW hoger dan 3.500 kg. bedraagt € 8.000,-;

  • 3. De subsidie voor de aanschaf of de lease van een vuilnisauto bedraagt € 10.000,-.

  • 4. Het subsidiebedrag per onderneming bedraagt niet meer dan is toegestaan op grond van de voorwaarden voor de-minimissteun als bedoeld in verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, (Pb. 2006, L 379/5).

Artikel 7 Verplichtingen voor de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger houdt het aardgasvoertuig gedurende tenminste één jaar op het grondgebied van de regio Haaglanden in gebruik.

  • 2. De subsidieontvanger meldt onverwijld schriftelijk aan het dagelijks bestuur zodra aannemelijk is dat niet aan de subsidieverplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1. Naast de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de aanvraag subsidie geweigerd indien de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 11 van de verordening en het bepaalde in deze regeling;

  • 2. Een subsidie voor de aanschaf of de lease van een aardgasvoertuig wordt slechts eenmaal aan een natuurlijk persoon verstrekt.

HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 10 Intrekking Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2010

De Nadere regels aardgasvoertuigen 2010, vastgesteld bij besluit van het dagelijks bestuur van 16 juni 2010, worden ingetrokken.

Artikel 11 Overgangsregeling

Subsidieaanvragen voor aardgasvoertuigen die voor de inwerkingtreding van deze nadere regels zijn aangeschaft dan wel waarvoor een lease-overeenkomst is aangegaan of een Kennisgeving van Inzet is afgegeven, worden op grond van de Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2010 afgehandeld, mits de aardgasvoertuigen ná 2 november 2011 zijn aangeschaft en tussen de datum van aanschaf en de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend, niet meer dan drie maanden zijn gelegen.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012.

Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van 25 januari 2012,

de voorzitter, J.J. VAN AARTSEN

de secretaris, MARION F. STEIN

Toelichting op de Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012

Algemeen

Rijden op aardgas leidt tot verbetering van de luchtkwaliteit en draagt daarmee bij aan een duurzame mobiliteit. Bij voertuigen die rijden op aardgas is de uitstoot van fijn stof nihil. Verder is de emissie van stikstofoxiden, met name van NO2, bij deze voertuigen aanzienlijk lager dan bij benzine- en dieselvoertuigen. Ten slotte leidt het gebruik van aardgas in motorvoertuigen tot een reductie van de CO2-emissie. Rijden op aardgas draagt derhalve bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit in de plusregio.

Op grond van de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010 (hierna: de Verordening) kunnen subsidies worden verstrekt voor projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit in de plusregio. De projecten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen zijn in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (hierna: het NSL) opgenomen. Op grond van artikel 8 van de Verordening kan het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden (hierna: het dagelijks bestuur) in nadere regels:

  • a.

    eisen vaststellen voor het verstrekken van subsidie, en

  • b.

    de hoogte van de subsidie bepalen.

Tegen deze achtergrond dienen de Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012 te worden beschouwd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Een aardgasvoertuig wordt omschreven als een nieuw voertuig dat in de fabriek met een installatie is uitgerust. Het betreft hier voertuigen waarvan in het kenteken staat dat de brandstof ‘H’ of ‘B/H’ betreft. Voertuigen die na 2 februari 2012 zijn aangeschaft, dan wel na die datum worden geleased, worden als nieuwe voertuigen aangemerkt.

Artikel 2

Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Subsidieaanvragen worden afgewezen wanneer het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 3

In de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010 is de gemeente Den Haag uitgesloten van deelname aan deze en andere subsidieregelingen van het Stadsgewest Haaglanden die worden bekostigd met NSL-middelen van het Stadsgewest. De gemeente Den Haag beschikt immers zelf over een budget in het kader van het NSL en ontwikkelt daarmee zelf initiatieven om de luchtkwaliteit op haar grondgebied en te verbeteren. Voor zover in deze nadere regels deelname van de gemeente Den Haag en haar inwoners toch wordt mogelijk gemaakt, geldt dat deze deelname wordt bekostigd vanuit het eigen NSL-budget van de gemeente Den Haag.

Artikel 5

Het aanvraagformulier kan worden gedownload van de website van het Stadsgewest Haaglanden of kan telefonisch worden opgevraagd.

Ook de de-minimisverklaring kan worden gedownload van de website van het Stadsgewest Haaglanden of kan telefonisch worden opgevraagd. De staatssteunregels in het EG-verdrag (artikelen 87 en 88) stellen beperkingen aan overheden als zij steun willen verlenen aan ondernemingen. Met de de-minimisverklaring kan het Stadsgewest nagaan of het voordeel dat een onderneming door deze de-minimissteun krijgt, past binnen de voorwaarden die de Europese staatssteunregels stellen.

Op grond van deze nadere regels komen alleen nieuwe voertuigen die na 2 februari 2012 zijn aangeschaft voor subsidie in aanmerking. Aanvragen moeten binnen drie maanden worden ingediend nadat het aardgasvoertuig is aangeschaft. Indien een aanvraag buiten de termijn van drie maanden wordt ingediend, wordt de subsidie niet meer geacht een stimulerend effect te hebben.

Met een identiteitsbewijs wordt bedoeld: een Nederlands rijbewijs of een paspoort of identiteitskaart. Voor paspoorten van andere landen dan de EU en EER, geldt dat het paspoort moet zijn voorzien van een geldige sticker voor verblijf.

Artikel 6

Het subsidiebedrag per onderneming bedraagt niet meer dan is toegestaan op grond van de voorwaarden voor de-minimissteun als bedoeld in verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, (Pb. 2006, L 379/5). Artikel 2 van deze Verordening bepaalt dat het totale bedrag aan de-minimissteun dat aan één onderneming wordt verleend, niet hoger ligt dan € 200.000,- over een periode van drie belastingjaren. Het totale bedrag aan de-minimissteun dat aan één onderneming die in het wegvervoer actief is, wordt verleend, ligt niet hoger dan € 100.000,- over een periode van drie belastingjaren.

Artikel 11

De subsidie beoogt een stimulerend effect te hebben. Het stimulerende effect wordt geacht aanwezig te zijn gedurende een periode van drie maanden na aanschaf, dan wel lease van een aardgasvoertuig. Om die reden kunnen ook in 2012 nog aanvragen in behandeling worden genomen voor aardgasvoertuigen die in 2011 zijn aangeschaft, dan wel geleased.