Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Verordening categoriale bijzondere bijstand schoolgaande kinderen Dirksland 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingVerordening categoriale bijzondere bijstand schoolgaande kinderen Dirksland 2012
CiteertitelVerordening categoriale bijzondere bijstand schoolgaande kinderen Dirksland 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, eerste lid, onderdeel 9
  3. Wet werk en bijstand, art. 35, vijfde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-02-201201-01-201227-02-2013nieuwe regeling

26-01-2012

Gemeenteblad 2012, nummer 5

2012-I-8b

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Dirksland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 januari 2012;

gelet op gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8, eerste lid, onderdeel g en artikel 35, vijfde lid van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening categoriale bijzondere bijstand schoolgaande kinderen Dirksland 2012.

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. de Wet: de Wet werk en bijstand;b. belanghebbende: de belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;c. bijzondere bijstand: de bijstand als bedoeld in artikel 5, onderdeel d, van de Wet;d. het college: het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente Dirksland;e. schoolgaande kinderen: ten laste komende kinderen als bedoeld in artikel 35, lid 5 van de Wet.

Artikel 2 Maatschappelijke participatie

Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen, komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Met maatschappelijke participatie wordt bedoeld dat het oogmerk van bijstandsverlening dient te zijn het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement.

Artikel 3 Voorwaarden

Uitsluitend een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 35, lid 5 van de Wet, met een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste een inkomen zoals bedoeld in artikel 35, lid 9 van de Wet, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

Artikel 4 Prestatievelden college

  • 1 Het college treft een voorziening waardoor schoolgaande kinderen tot een maximum bedrag deel kunnen nemen aan activiteiten gericht op sport en cultuur.

  • 2 Het college treft een voorziening waardoor schoolgaande kinderen tot een maximum bedrag deel kunnen nemen aan activiteiten in verband met school.

  • 3 Het college treft een voorziening waardoor schoolgaande kinderen in nader door het college te bepalen categorieën in staat worden gesteld om gebruik te maken van een computer voor het maken van hun huiswerk.

Artikel 5 Beleidsregels

  • 1 Het college legt in beleidsregels vast welke voorwaarden gelden voor de voorzieningen die ingevolge artikel 4 van deze verordening worden aangeboden.

  • 2 Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van zijn bekendmaking en het werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening categoriale bijzondere bijstand schoolgaande kinderen Dirksland 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dirksland, gehouden op 26 januari 2012.

De griffier,                                                                                                                                                    De voorzitter,P.J. de Pagter.                                                                                                                                            drs. S. Stoop. 

Toelichting 1 Verordening categoriale bijzondere bijstand schoolgaande kinderen Dirksland 2012

Algemene toelichtingKinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De Wetgever beoogt inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te late komen en vindt het daarom wenselijk dat de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep in natura en niet als geldbedrag wordt verleend. Dit is vastgelegd in artikel 48, lid 4 van de Wwb.

Artikel 8, lid 1 onderdeel g Wwb bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8, lid 2 onderdeel d van de Wwb). Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt uitsluitend verstrekt aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35, lid 9 van de Wwb).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. BegrippenDit artikel behoeft geen nadere toelichting

Artikel 2. Maatschappelijke participatieIn artikel 8, lid 2 onderdeel d van de Wwb is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’. In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Dit volgt ook uit artikel 3, lid 2 van deze verordening. In artikel 2 van deze verordening is voorts aangegeven dat het oogmerk van maatschappelijke participatie het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is. Bij de invulling van het begrip maatschappelijke participatie is rekening gehouden met het feit dat van categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35, lid 5 van de Wwb geen sprake is voor zover het hoofddoel van de vergoeding het subsidiëren van culturele, educatieve of sportieve activiteiten is. Er is slechts sprake van bijstandsverlening indien voor belanghebbenden kosten worden weggenomen die zij anders wel zouden maken. Daarom is voor de toepassing van deze verordening slechts sprake van maatschappelijke participatie indien het oogmerk van bijstandsverlening het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.

Artikel 3. VoorwaardenIn artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35, lid 5 van de Wwb. Er wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de Wet. Het betreft:- het behoren tot de doelgroep zoals neergelegd in artikel 35, lid 5 van de Wwb: een persoon, met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.- het hebben van een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Artikel 4. Prestatievelden collegeIn dit artikel wordt het college de verplichting opgelegd om schoolgaande kinderen op drie prestatievelden te ondersteunen:

Sport en cultuurHet college moet bevorderen dat schoolgaande kinderen actief participeren aan activiteiten in dit kader. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het bevorderen van lidmaatschappen van verenigingen, maar ook aan het deelnemen aan zwemlessen en de aanschaf van een bibliotheekabonnement.

SchoolactiviteitenHet college moet bevorderen dat schoolgaande kinderen deelnemen aan activiteiten als schoolreisjes en schoolexcursies.

ComputerGezien het belang van de computer voor het onderwijs is opgenomen dat het college een voorziening hiervoor treft. Het college dient categorieën schoolgaande kinderen aan te wijzen (bijvoorbeeld een bepaalde leeftijdscategorie) waarvoor dit geldt.

Het bevorderen van de participatie van schoolgaande kinderen vergt dat het college de ruimte moet hebben om dit adequaat te organiseren. Er is om die reden in de verordening gekozen voor een systeem waarbij wel wordt aangegeven op welke prestatievelden het college moet ondersteunen, maar niet hoe dat moet.

Artikel 5. BeleidsregelsHet college moet in beleidsregels vastleggen onder welke voorwaarden schoolgaande kinderen worden ondersteund. Daarbij kan de belanghebbende nadere verplichtingen worden opgelegd. Voorts dient ook te volgen procedure worden vastgelegd (bijvoorbeeld op welk moment of op welke momenten een aanvraag kan worden gedaan).

Artikel 6. InwerkingtredingDit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7. CiteertitelDit artikel behoeft geen nadere toelichting.