Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

VERORDENING, houdende bepalingen nopens het bergen van petroleum en andere licht ontvlambare oliën

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingVERORDENING, houdende bepalingen nopens het bergen van petroleum en andere licht ontvlambare oliën
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Zie Titel III Art. V van P.B. 1997, no. 237

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

regeringsreglement dezer kolonie, artikel 50, tweede zinsnede

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-1997Art. 4, 7

11-09-1997

P.B. 1997, no. 237

onbekend
01-04-1918Art. 4, 7

22-08-1917

P.B. 1918, no. 6

onbekend
01-12-1905Nieuwe regeling

28-11-1905

P.B. 1905, no. 47

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING, houdende bepalingen nopens het bergen van petroleum en andere licht ontvlambare oliën

Artikel 1

Petroleum en andere licht ontvlambare oliën mogen, in een grootere hoeveelheid dan van 180 liters – onverschillig of zij al dan niet van eene soort zijn – niet worden geborgen dan in Gouvernements- of particuliere bergplaatsen, die daarvoor bepaald zijn aangewezen, op Curaçao door den Procureur- Generaal in overleg met den Administrateur van Financiën, en op de andere eilanden der kolonie door den Gezaghebber.

Op Curaçao is de Controleur der belastingen op den in-, uit- en doorvoer, en op de andere eilanden der kolonie de Ontvanger, belast met het toezicht op de berging.

Artikel 2

De particuliere bergplaatsen moeten voorzien zijn van twee verschillend werkende sloten, terwijl de sleutels van een dier sloten zullen berusten bij den in de laatste alinea van het vorig artikel genoemden ambtenaar.

In die bergplaatsen mogen geen andere goederen dan petroleum en andere licht ontvlambare oliën worden geborgen.

Artikel 3

Het brengen van de olie in, en het weghalen er van uit de bergplaatsen geschiedt door en op kosten van de belanghebbenden.

Voor bergloon in de Gouvernements-bergplaatsen, wordt aan de koloniale kas betaald 1/6 cent voor elken liter olie, die geborgen wordt.

Geen olie wordt uit de bergplaatsen afgeleverd, dan nadat het daarvoor verschuldigde bergloon is betaald.

Noch de ambtenaar, die met het toezicht op de bergplaatsen is belast, noch het Bestuur der kolonie is verantwoordelijk voor lekkage of andere schaden aan het geborgene overkomen.

Echter moet aan de belanghebbenden, telkens wanneer zij zulks verlangen, de gelegenheid worden verschaft om het voor hen geborgene, in de bergplaatsen, in bijzijn van hem, die met het toezicht daarop belast is, te bezien en maatregelen te nemen ter voorkoming, of het doen ophouden van lekkage of andere schade. Gedurende de gewone kantooruren wordt die gelegenheid kosteloos verschaft, doch buiten de gewone kantooruren moet aan hem, die met het toezicht belast is, voor het verschaffen dier gelegenheid, door de belanghebbenden voor ieder uur of gedeelte daarvan worden betaald een gulden.

Artikel 4

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in De Curaçaosche Courant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 5

Indien bevonden wordt dat in strijd met het bij het eerste lid van artikel 1 bepaalde is gehandeld, wordt hetgeen de bij dat artikel bedoelde hoeveelheid van 180 liters te boven gaat, van wege de politie en ten kosten van den belanghebbende, onmiddellijk verwijderd en geborgen in de aangewezene plaatsen.

Artikel 6

Wanneer in de havens of op de reeden van een van de eilanden der kolonie schepen liggen, die een groote hoeveelheid petroleum of andere licht ontvlambare oliën aan boord hebben, kan het Hoofd der politie, zoo het dit voor de openbare veiligheid noodig acht, gelasten dat die olie in een der in artikel 1 bedoelde bergplaatsen worde opgeslagen.

Wanneer belanghebbenden weigeren dit te doen, geschiedt zulks van wege de politie, op hunne kosten.

Artikel 7

Overtreding der bepaling van artikel 1, eerste lid, wordt gestraft met gevangenisstraf van 1 tot 3 maanden en geldboete van 100 tot 300 gulden, gezamenlijk of afzonderlijk.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op den dag der uitgifte van het Publicatieblad, waarin zij is geplaatst en op dat tijdstip vervallen alle vroegere bepalingen betreffende onderwerpen bij deze verordening geregeld.