Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Nederlek

Artikel 3 Opdracht Wmo-raad

De Wmo-raad heeft als participatieorgaan van het college en de raad tot taak de gemeente

gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 4 Communicatie met achterban

De Wmo-raad draagt zorg voor de communicatie met de achterban. Hiertoe benadert zij burgers of belangen- en cliëntorganisatie om zodoende inzicht te krijgen in de ontwikkelingen, signalen en behoeften van de burgers. Het samenstellen van platforms, al dan niet ad hoc, en het onderhouden daarvan, is één van de belangrijksten middelen om het in dit artikel beoogde doel te bereiken.

Artikel 5 Doelstelling van de Wmo-raad

De doelstelling van de Wmo-raad is om de burgerparticipatie zoals omschreven artikel 12 Wmo zo goed mogelijk in te vullen en zo integraal mogelijk vorm te geven.

Bevoegdheden Wmo-raad

Artikel 6 Bevoegdheden

• 1.

  Initiatiefrecht

  • a.

    De Wmo-raad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de Wmo door het college raken in het periodiek overleg met de wethouder en de contactambtenaar van de gemeente aan de orde te stellen.

  • b.

    De Wmo-raad stelt jaarlijks in overleg met het college, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de WMO-besluitvorming, een activiteitenplan op.

  • c.

    De Wmo-raad heeft voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen de

beschikking over een door de gemeenteraad beschikbaar gesteld budget.

• 2.

  Informatierecht

  • a.

    De Wmo-raad wordt geïnformeerd over de resultaten van landelijke Wmo-benchmarks,

klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.

• b.

  De Wmo-raad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zo nodig zullen deskundige ambtenaren mondelinge toelichting geven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of raad op het Wmo-beleidsterrein.

  • 3.

    Adviesrecht

• a.

  De Wmo-raad is o.a. gesprekspartner van de gemeente (informeren/raadplegen) in de beleidsfases inventarisatie, visievorming, beleidsvoorbereiding (concept beleidsplan), heeft adviesrecht ten aanzien van het vaststellen van beleidsplannen en verordeningen en wordt opnieuw geraadpleegd over de beleidsuitvoering, evaluatie en benchmarking.

• b.

  Het college stelt de Wmo-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes wekenschriftelijkuitgebracht.

• c.

  Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; zij kan alleen beargumenteerd afwijken van dit advies.

Samenstelling, voordracht, benoeming en zittingsduur

Artikel 7 Wmo-raad

• 1.

  De Wmo-raad bestaat uit minimaal 3 en maximaal 5 leden en kent de volgende zetels:

  • ·

    1 onafhankelijk voorzitter

  • ·

    2,3 of 4 leden

• 2.

  De voorzitter en de leden voldoen aan de in het profiel genoemde kwalificaties (zie bijlage).

• 3.

  De voorzitter heeft aantoonbare bestuurlijke deskundigheid.

• 4.

  De leden hebben aantoonbare inhoudelijke deskundigheid waardoor zij als raad in staat zijn advies uit te brengen op de 9 prestatievelden van de Wmo:

  • a.

    het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten;

  • b.

    op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en

ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden;

• c.

  het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;

• d.

  het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;

• e.

  het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;

• f.

  het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;

• g.

  het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ); en

• h.

  het bevorderen van het verslavingsbeleid;

  • 3.

    De leden dragen zorg voor de communicatie met de achterbannen uit de genoemde prestatievelden.

  • 4.

    De leden bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in Nederlek en zij bekleden geen management- of beleidsfunctie bij een commerciële organisatie die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de Wmo.

  • 5.

    De zetelverdeling en de functieprofielen zijn vastgelegd in de bijlage.

Artikel 8 Voordracht, benoemingen en zittingsduur

1.De onafhankelijk voorzitter en de leden worden respectievelijk als voorzitter en leden door het college, op basis van het profiel zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening, benoemd voor een periode van vier jaar.

Benoemingen kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd.

• 2.

  Er wordt een rooster van aftreden gemaakt, waarbij roulerend wordt afgetreden.

• 3.

  De leden verplichten zich tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies en/of voor bijeenkomsten met de achterban.

• 4.

  Het college benoemt op voordracht van de Wmo-raad een onafhankelijk voorzitter. De voordracht van de voorzitter van de Wmo-raad heeft de instemming van de wethouder.

• 5.

  Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van hun benoeming van het college.

Overleg tussen Wmo-raad en de gemeente, ambtelijke ondersteuning

Artikel 9 Periodiek overleg tussen wethouder en de Wmo-raad

• 1.

  Het periodiek overleg met de wethouder wordt voorgezeten door de onafhankelijk voorzitter.

• 2.

  De onafhankelijk voorzitter steltin overleg met de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder. Ieder lid heeft het recht om via de onafhankelijk voorzitter onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

• 3.

  De onafhankelijk voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.

• 4.

  De Wmo-raad overlegt minimaal 2x per jaar met de wethouder en de contactambtenaar. Op verzoek van tenminste twee leden van de Wmo-raad of het college kan een extra periodiek overleg ingepland worden. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de onafhankelijk voorzitter is ontvangen.

• 5.

  De secretariële ondersteuner roept het periodiek overleg bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving. Deze kennisgeving wordt, vergezeld van de agenda en de vergaderstukken, tenminste veertien dagen van tevoren toegezonden.

• 6.

  De secretariële ondersteuner maakt van het periodiek overleg een verslag dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

Artikel 10 Vergadering

• 1.

  De Wmo-raad komt minimaal zes keer per jaar bij elkaar voor een reguliere vergadering met de voorzitter en de leden.

• 2.

  Het college draagt zorg voor de secretariële ondersteuning ter voorbereiding en afronding van de reguliere vergaderingen van de Wmo-raad, dit tot een maximum van negen per jaar.

• 3.

  Het college stelt 200 uur ondersteuning beschikbaar voor het uitwerken van maximaal drie ongevraagde adviezen, vergaderaccommodatie .

• 4.

  Bij gevraagde adviezen draagt het college zorg dat de inhoudelijke beleidsmedewerker aanwezig is bij de Wmo-raadsvergadering voor het geven van informatie. Tevens betrekt de beleidmedewerker het advies van de Wmo-raad bij de verdere advisering aan college of raad.

• 5.

  Het college draagt er zorg voor dat alle reguliere vergaderingen van de Wmo-raad worden bijgewoond door een beleidsmedewerker of de contactambtenaar

• 6.

  Op verzoek van de Wmo-raad wordt een overleg ingepland met de contactambtenaar.

Artikel 11 Faciliteiten

• 1. Het college in het faciliteren van de vergaderaccommodatie en het kopieerwerk ten behoeve van de vergadering en bijeenkomsten met de platforms

• 2. Het college stelt aan de Wmo-raad een werkbudget beschikbaar voor evt. aanvullende organisatiekosten en/of heb bijwonen van scholings- of deskundigheidsbijeenkomsten. De Wmo-raad geeft een financiële verantwoording in het jaarverslag.

Artikel 12 Regeling presentiegeld

• 1.

  De leden van de Wmo-raad kunnen gebruik maken van de presentiegeld regeling. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van de circulaire Ambtstoelage burgemeesters, vergoedingen wethouders, raadsleden en commissieleden.

• 2.

  De leden komen in aanmerking voor de vastgestelde vergoeding op basis van de bovengenoemde circulaire. De voorzitter kan op basis van artikel 15 uit de genoemde circulaire in aanmerking komen tot maximaal een verdubbeling van de vastgestelde vergoeding.

• 3.

  De vergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van de reiskosten naar/van de vergadering Wmo-raad of kantoorartikelen. Derhalve kunnen deze kosten dus niet afzonderlijk gedeclareerd worden door de leden van de Wmo-raad.

• 4.

  Uitbetaling geschiedt door de afdeling P&O op basis van een getekende presentielijst per vergadering, tot een maximum van twaalf per jaar.

Artikel 13 Openbaarheid

De vergaderingen van de Wmo-raad zijn niet openbaar. De adviezen zijn wel openbaar.

Artikel 14 Jaarverslag

Jaarlijks vóór april maakt de Wmo-raad een verslag van de werkzaamheden, inclusief de financiële verantwoording, over het afgelopen jaar.

Artikel 15 Geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college.

Artikel 16 Slotbepalingen

1.Communicatie

Het college maakt het bestaan van de Wmo-raad algemeen bekend. Daarnaast zorgt het college voor bekendmaking van de verordening.

• 2.

  Evaluatie

  • a.

    De Wmo-raad evalueert jaarlijks tezamen met het college het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe via het college een verzoek ingediend bij de raad. De evaluatie vindt jaarlijks voor 1 juli plaats. Deze gegevens kunnen vervolgens onderdeel zijn van de verplichten gegevensverzameling die de gemeente jaarlijks op grond van artikel 9 van de Wmo dient te registreren en publiceren.

  • b.

    De Wmo-raad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de Wmo-raad.

• 3.

  Nadere regels

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, na overleg met de Wmo-raad.

Artikel 17 Citeertitel en intrekking