Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

verordening op de heffing en de invordering van een afvalstoffenheffing 2011 en reinigingsrechten 2011 en tarieventabel reinigingsheffingen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingverordening op de heffing en de invordering van een afvalstoffenheffing 2011 en reinigingsrechten 2011 en tarieventabel reinigingsheffingen 2011
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wijzing van de verordening op de heffing en de in vordering van een afvalstoffenheffing 2010 en reinigingsrechten 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 227, lid 1
  2. Wet Milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

02-12-2010

Stienser Omroeper, 06-12-2010

2 december 2010

Tekst van de regeling

  • 1.

    In de galerieën op het tabblad Invoegen bevinden zich items die zodanig zijn ontworpen dat deze bij het algemene uiterlijk van uw document passen.

  • a.

    In de galerieën op het tabblad Invoegen bevinden zich items die zodanig zijn ontworpen dat deze bij het algemene uiterlijk van uw document passen.

    De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;

    gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010;

    gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

    B E S L U I T:

    vast te stellen de:

    VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN EEN AFVALSTOFFENHEFFING 2011 EN REINIGINGSRECHTEN 2011

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • b.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

HOOFDSTUK II AFVALSTOFFENHEFFING

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in bijlage C van de bij de verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan der belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    Voor belastingbedragen tot € 10 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen en belastingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de laatste termijn twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het 1e lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de bankrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

HOOFDSTUK III REINIGINGSRECHTEN

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van de door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bijlage C van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reinigingsheffingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in bijlage C van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naartijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten bedoeld in bijlage C van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvraag van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

  • 5.

    Voor belastingbedragen tot € 10 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen reinigingsrechten of andere heffingen en belastingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 17 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de laatste termijn twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het 1e lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de bankrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

HOOFDSTUK IV ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

De invordering geschied volgens de leidraad invordering. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsheffing.

Artikel 19 Overgangsrecht

De "Verordening reinigingsheffingen 2010" van 10 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2011".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel

in zijn openbare vergadering van 2 december 2010,

de griffier,de voorzitter,
   
   
(mw. mr. G.J. Olthof)(drs. E.J ter Keurs)

bijlage c

Nr. 2010/

TARIEVENTABEL REINIGINGSHEFFINGEN 2011

behorende bij de

"Verordening reinigingsheffingen 2011"

AlgemeenDe bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:  
a. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door éénpersoon€ 204
b. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen€ 257
     
1.2De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1. onder a. en b. wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):  

 -container van 140 liter, bestemd voor papiergratis
 -container van 240 liter, bestemd voor groente, fruit- en tuinafval, per extra met€ 116
 -container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen per extra container met€ 121

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1 De belasting bedraagt voor het achterlaten van de volgende huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor: olie (eerste 5 liter gratis, maximaal 10 liter), per liter accu, per stuk grote accu, per stuk autoband (maximaal 5 stuks), per stuk autoband met velg, per stuk € € € € € 0,10 2,40 5,00 0,00 4,80
2.2 De belasting bedraagt voor het achterlaten van huishoudelijk bouw- en sloopafval, waaronder valt: puin, asbest, hout- en bouw- en sloopafval op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats: geleverd in een personenauto geleverd in een aanhanger geleverd in een tandemasser € € € 5,00 12,00 35,00

Hoofdstuk 3 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

3.1Het recht bedraagt per belastingjaar voor het eenmaal per twee weken verwijderen van bedrijfsafval per container van 240 liter€ 387,00

Deze tarieventabel behoort bij het raadsbesluit van 2 december 2010 tot vaststelling van de Verordening reinigingsheffingen 2011.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel

in zijn openbare vergadering van 2 december 2010,

de griffier,de voorzitter,
   
   
(mw. mr. G.J. Olthof)(drs. E.J. ter Keurs)