| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 1ste oktober 2001 ter uitvoering van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de Landsverordening In- en Uitvoer (P.B. 1968, no. 42), strekkende tot afbouw van een aantal economische heffingen |
| Citeertitel | Landsbesluit afbouw van een aantal economische heffingen |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
Gewijzigd bij P.B. 2003, no. 52, waarbij tevens de wijziging bij PB 2002, no. 105 vervalt
Onderdeel 29 van de Bijlage van P.B. 2001, no. 120 is vervallen, bepaald bij P.B. 2002, no. 105
Investment Opportunities for the Economic Revitalization of Curaçao’, Arthur D. Little, 1985; ‘Nota Inzake Marktbescherming ten behoeve van Lokale Industrieën’, Sociaal-Economisch Planbureau Eilandgebied Curaçao, 1986;’Schuld of Toekomst’, Tripartite Commissie Schuldenproblematiek Nederlandse Antillen en Aruba, 1996;’Policies and Strategies for Promoting Sustainable Growth and Development in the Netherlands Antilles’, Inter-American Development Bank, 1997.
Bijlage niet opgenomen
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 17-05-2003 | Art. 2, 3, 5 | 14-04-2003 P.B. 2003, no. 52 | onbekend | ||
| 03-11-2001 | 01-03-2001 | Nieuwe regeling | 01-10-2001 P.B. 2001, no. 120 | onbekend |
1. Ter zake van de invoer in de eilandgebieden Bonaire en Curaçao van de in de bijlage bij dit landsbesluit opgenomen goederen is een heffing verschuldigd overeenkomstig het voor het betrokken goed in de bijlage vastgestelde tarief.
2. Van de heffing, bedoeld in het eerste lid, zijn vrijgesteld:
goederen in de bijlage genoemd, die in Aruba zijn vervaardigd, met een toegevoegde waarde van ten minste 25%;
goederen welke reizende personen voor hun persoonlijk gebruik meevoeren, voor zover de Minister van Financiën hierover niet anders bepaalt;
de goederen, bedoeld in artikel 128 van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62);
de goederen die zijn vrijgesteld van invoerrechten bij of krachtens de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling (P.B. 1964, no. 77).
1. In gevallen van uitzonderlijke aard kan de Minister van Economische en Arbeidszaken ter zake van de verschuldigde heffing op één of meer van de in de bijlage vermelde goederen ontheffing verlenen, indien naar zijn oordeel de handhaving van deze heffing in die gevallen – mede gelet op de strekking daarvan – tot grove onbillijkheden zou leiden.
2. De aanvraag tot ontheffing dient schriftelijk te worden ingediend bij het Departement van Economische Zaken.
3. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden of de ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.
1. De Minister van Economische en Arbeidszaken kan ontheffing verlenen van de vastgestelde heffing voor de invoer van zepen die een luxe karakter dragen. Bij ministeriële beschikking wordt bepaald wat onder luxe karakter wordt verstaan.
2. De aanvraag tot ontheffing dient schriftelijk te worden ingediend, in geval van invoer in het eilandgebied Curaçao bij het Departement van Economische Zaken, in geval van invoer in het eilandgebied Bonaire bij de met economische zaken belaste dienst van het eilandgebied Bonaire.
3. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden of de ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.
De importeur van goederen opgenomen in de bijlage, bedoeld in artikel 1, eerste lid, is verplicht het aangifteformulier waarop de ten invoer aangeboden goederen vermeld staan, aan te bieden aan het Departement van Economische Zaken, Sectie Invoerregeling, voor controle, registratie en afstempeling. In geval van invoer in het eilandgebied Bonaire wordt het aangifteformulier aangeboden middels de met economische zaken belaste dienst van het eilandgebied Bonaire.
De lokale industrieën of bedrijven die één of meer van de goederen opgenomen in de bijlage, bedoeld in artikel 1, eerste lid, produceren, zijn verplicht:
op eigen kosten kwaliteitscontroles te doen uitvoeren door een door het Departement van Economische Zaken aan te wijzen instantie;
de bestaande distributiestructuur zoveel mogelijk intact te laten en zich zoveel mogelijk te onthouden van rechtstreekse afleveringen aan de consument;
onverwijld de Minister van Economische en Arbeidszaken te informeren over het voornemen de productie van dergelijke goederen te staken, onder vermelding van de termijn waarop de productie zal worden gestaakt.
In dit landsbesluit en de daarbij behorende bijlage wordt verstaan onder netto gewicht in kilogrammen het netto gewicht van het goed of product ontdaan van al zijn bergings- en verpakkingsmiddelen.
Ingetrokken worden:
Besluit heffingen op een aantal goederen 1991 (P.B. 1992, no. 43);
Landsbesluit heffing zepen en wasmiddelen 1994 Curaçao (P.B. 1994, no. 65);
Landsbesluit heffing zepen en wasmiddelen 1994 Bonaire (P.B. 1994, no. 66).
Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin het is geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2001, met dien verstande dat artikel 3 terug werkt tot en met 1 maart 2001.
Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit afbouw van een aantal economische heffingen.