Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 24ste juli 1980 houdende regelen met betrekking tot de toekenning van een schadeloosstelling en presentiegeld aan de woordvoerders van de afdelingen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten van de Eilandsraad van het Eilandgebied de Bovenwindse Eilanden in de Staten van de Nederlandse Antillen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 24ste juli 1980 houdende regelen met betrekking tot de toekenning van een schadeloosstelling en presentiegeld aan de woordvoerders van de afdelingen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten van de Eilandsraad van het Eilandgebied de Bovenwindse Eilanden in de Staten van de Nederlandse Antillen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-1980Nieuwe regeling

24-07-1980

P.B. 1980, no. 191

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 24ste juli 1980 houdende regelen met betrekking tot de toekenning van een schadeloosstelling en presentiegeld aan de woordvoerders van de afdelingen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten van de Eilandsraad van het Eilandgebied de Bovenwindse Eilanden in de Staten van de Nederlandse Antillen

Artikel 1

De woordvoerders van de afdelingen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten van de Eilandsraad van het Eilandgebied de Bovenwindse Eilanden in de Staten van de Nederlandse Antillen genieten een schadeloosstelling naar reden van ƒ 150,— per maand, benevens een bedrag van ƒ 20,— voor het bijwonen van de vergaderingen der Staten of van krachtens het Reglement van Orde gevormde commissies.

Artikel 2

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.