| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING van de 19de december 2001 tot wijziging van de Landsverordening Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 17) |
| Citeertitel | Onbekend |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 23-05-2002 | Nieuwe regeling | 19-12-2001 P.B. 2002, no. 17 | n.v.t. |
De Landsverordening Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 17) wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 1, eerste lid, wordt “14” vervangen door: 12.
Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:
In het eerste lid, eerste volzin, komen de woorden “ingevolge artikel 8” te vervallen en komt onderdeel a te luiden:
geslachtsnaam en voornamen van betrokkene. Op verzoek van de kaarthouder kan tevens de geslachtsnaam van de echtgenoot of echtgenote, weduwnaar of weduwe, dan wel van de gewezen echtgenoot of echtgenote worden opgenomen.
Het tweede lid, tweede volzin, vervalt.
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
De identiteitskaart is ongeldig, indien:
de geldigheidsduur aangegeven op de kaart, welke niet meer dan vijf jaren mag bedragen, is verstreken.
het daarop vermelde niet langer in overeenstemming met de werkelijkheid is;
deze is beschadigd of het daarop vermelde geheel of gedeeltelijk onleesbaar is geworden;
in het daarop vermelde wijzigingen zijn aangebracht.
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5
Degene wiens identiteitskaart verloren is gegaan, doet daarvan zo mogelijk onder opgave van redenen, onverwijld mededeling aan de gezaghebber of aan door deze aangewezen ambtenaren en legt ten overstaan van deze een schriftelijke verklaring af omtrent de vermissing.
Aan het vereiste, bedoeld in het eerste lid, is ook voldaan, indien degene wiens identiteitskaart verloren is gegaan, ten overstaan van de gezaghebber of door deze aangewezen ambtenaren een proces-verbaal van de politie overlegt omtrent de vermissing.
Artikel 7 komt te luiden:
Artikel 7
Voor de afgifte van identiteitskaarten is een bij eilandsverordening vastgestelde vergoeding verschuldigd.
Voor de afgifte van identiteitskaarten ter vervanging van een identiteitskaart, welke ongeldig is geworden op grond van het bepaalde in artikel 3, onderdelen c of d, welke verloren is gegaan, of welke bij ongeldigheid niet is ingeleverd, wordt de vergoeding, bedoeld in het eerste lid vermeerderd met een vergoeding bij eilandsverordening vastgesteld.
De gezaghebber kan ontheffing verlenen van de betaling van de krachtens het eerste en tweede lid vastgestelde vergoedingen, indien naar het oordeel van de gezaghebber het ongeldig worden of het verloren gaan de betrokkene in redelijkheid niet kan worden toegerekend of de betaling in redelijkheid naar het oordeel van de gezaghebber van betrokkene niet kan worden gevergd.
Vergoedingen verkregen voor de afgifte van identiteitskaarten komen ten bate van de kas van het eilandgebied waar de identiteitskaart is afgegeven.
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8
Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld inzake:
de vorm, inrichting en kleur van de identiteitskaarten;
de op de identiteitskaart aan te brengen foto;
de administratie en de verantwoording van de identiteitskaarten.
Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld inzake de op het identiteitskaart aan te brengen nadere gegevens en gegevensdragers.
Het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao draagt zorg voor de verstrekking van blanco identiteitskaarten aan de gezaghebbers. Het eilandgebied van de gezaghebber aan wie blanco identiteitskaarten zijn verstrekt, is aan het eilandgebied Curaçao voor de verstrekking van de blanco identiteitskaarten een naar kostprijs door het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao bij eilandsbesluit vastgestelde bedrag verschuldigd. Het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao zendt de gegevens die ten grondslag hebben gelegen aan de vaststelling van het bedrag aan de eilandgebieden.
De afdracht van het aan het eilandgebied Curaçao verschuldigde bedrag geschiedt binnen twee maanden nadat de blanco identiteitskaarten zijn verstrekt.
In artikel 10 wordt “met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden” vervangen door: hetzij, met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar, hetzij met een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden, hetzij met beide straffen.
Artikel 12 komt te luiden:
Artikel 12
De kosten aan de uitvoering van deze landsverordening verbonden komen ten laste van de kas van het eilandgebied waar de identiteitskaart is afgegeven.
1. Identiteitskaarten afgegeven vóór de inwerkingtreding van deze landsverordening zijn, voor zover hun geldigheid niet eerder dan een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen termijn na de inwerkingtreding van deze landsverordening is verstreken, na die termijn niet meer geldig.
2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, kan per eilandgebied verschillend worden gesteld.
Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Daarbij kan voor elk eilandgebied het tijdstip voor inwerkingtreding verschillend worden vastgesteld.