Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Convenant Woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingConvenant Woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek 2011
CiteertitelConvenant Woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpConvenant Woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek 2011

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-2011Nieuwe regeling

22-09-2011

Gemeenteblad, jaargang 19, nr 2, 12 januari 2012

Convenant Woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek 2011

Tekst van de regeling

Partijen:I. De colleges van burgemeester en wethouders van de gewestgemeenten:Blaricum,Bussum,Hilversum,Huizen,Laren,Muiden,Naarden,Weesp,Wijdemeren,verder in dit convenant aan te duiden als "de gemeenten".

II. Het gewest Gooi en Vechtstreek,verder in dit convenant aan te duiden als "het gewest".

III. De op het grondgebied van de gewestgemeenten verhuurders en eventueel andere partijen:Dudok Wonen,Stichting de Alliantie,Stichting Habion,Stichting Woningcorporaties het Gooi en Omstreken,Wonen Wijdemeren,Woningbouwvereniging Laren,Woningbouwvereniging Van Erfgooiers,Woningbouwvereniging De Woningbouw,Woningstichting Naarden,verder in dit convenant aan te duiden als "de verhuurders".

IV. I, II en III gezamenlijk in dit convenant verder aan te duiden als "partijen".

Overwegende dat:

• in de regio Gooi en Vechtstreek al sinds een groot aantal jaren sprake is van schaarste opwoningmarkt;• deze blijvende schaarste gemeenten en verhuurders sinds jaar en dag dwingt tot eenafgewogen regionaal beleid om de beperkte huisvestingsmogelijkheden zo goed en zo eerlijkmogelijk te verdelen;• de woningmarkt in de regio als een regionale markt wordt beschouwd en dewoonruimteverdeling een van de hoofdthema's in het volkshuisvestingsbeleid is waarvoorregionale afstemming tussen partijen noodzakelijk is en blijft;• partijen samenwerken in de uitvoering van de Regionale Woonvisie.

Constaterende dat:

• schaarste het noodzakelijk maakt een verdeelsysteem voor de sociale huurwoningen in deregio te gebruiken;• de gemeenten sinds jaar en dag gebruik maken van de mogelijkheden die de Huisvestingswetbiedt om regels te stellen met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van woonruimte;• de verhuurders en de overige partijen voor een groot deel zorgdragen voor de uitvoering vandeze regels;• partijen goed samenwerken op het gebied van de woonruimteverdeling;• de goede samenwerking en de inhoudelijke overeenstemming het voor partijen mogelijkmaakt om te blijven zoeken naar manieren om nog efficienter en effectiever samen te werken;• partijen daarbij de huidige goede samenwerking in de woonruimteverdeling wensen voort tezetten;• partijen de bestuurlijke verhoudingen in dit convenant wensen vast te leggen. 

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. aftoppingsgrens: het daarover bepaalde in artikel 20 van de Wet op dehuurtoeslag;b. BBSH: Besluit Beheer Sociale Huursector;c. besluit: het Huisvestingsbesluit, tenzij anders is aangegeven;d. convenant: het Convenant Woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek 2011 zijnde deovereenkomst tussen de gemeenten in de regio, in de in de regio actieve toegelateninstellingen en eventueel andere partijen, inhoudende de afspraken over onder meer dewoonruimteverdeling;e. economische binding: de binding van een persoon aan de regio, daarin gelegen dat diepersoon, met het oog op de voorziening in het bestaan, een redelijk belang heeft zich in regiote vestigen, met dien verstande dat een economische binding in elk geval wordt aangenomenten aanzien van personen die voor de voorziening in het bestaan zijn aangewezen op hetduurzaam (tenminste 19 uur per week) verrichten van arbeid binnen of vanuit de regio, waarbijook het duurzaam volgen van een dagopleiding in de regio hiermee wordt gelijkgesteld;f. eigenaar: degene die voldoet aan het in artikel 1 lid 2 van de wet bepaalde;g. EC besluit: het besluit van de Europese Commissie inzake staatssteun woningcorporaties (E2/2005);h. GBA: gemeentelijke basisadministratie;i. gewest: het gewest Gooi en Vechtstreek;j . herhuisvestingsurgente: de woningzoekende aan wie op grand van de 'Verhuisregeling bijherstructurering in de Gooi en Vechtstreek' (zie bijlage) een herhuisvestingsurgentie istoegekend;k. huishouden: een alleenstaande die een huishouding voert, danwel twee of meer personen dieeen gemeenschappelijke huishouding voeren, danwel wenst te voeren resp. wensen tevoeren;I. huishoudinkomen: het ten aanzien daarvan in het EC besluit gestelde;m. huurprijs: de prijs die is verschuldigd voor het enkele gebruik van de woonruimte (netto huur),uitgedrukt in een bedrag per maand;n. huurprijsgrens: de huurprijsgrens voor sociale huurwoningen zoals gedefinieerd door hetMinisterie van Binnenlandse Zaken;o. ingezetene: degene die, voorafgaand aan de urgentieaanvraag en/of woningtoewijzing,gedurende tenminste een jaar onafgebroken in de GBA van een van de gemeenten in deregio is ingeschreven en in die gemeente zijn/haar hoofdverblijf heeft conform de wet GBA;p. inschrijftijd: de periode gerekend vanaf de datum dat iemand zich inschrijft alswoningzoekende;q. kamer: elke afzonderlijke ruimte in een woning bestemd voor woon- en/of slaapruimte;r. maatschappelijke binding: het daaromtrent in artikel 1 onder m van de wet bepaalde, te wetende binding van een persoon aan de regio, daarin gelegen dat die persoon een redelijk, met deregionale samenleving verband houdend belang heeft om zich in die regio te vestigen, metdien verstande dat een maatschappelijke binding in elk geval wordt aangenomen ten aanzienvan personen die niet meer in de regio woonachtig zijn, maar gedurende de voorafgaande tienjaar tenminste zes jaar onafgebroken ingezetene zijn geweest van de regio;s. mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordtgeboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbijzorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg vanhuisgenoten voor elkaar overstijgt;t. onttrekken aan de bestemming tot wonen: het slopen of het gebruiken van een woning vooreen ander doel dan permanente bewoning;u. onttrekkingsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 30 van de wet;v. onzelfstandige woonruimte: woonruimte welke geen eigen toegang heeft en/of welke niet kanworden bewoond door een huishouden, zonder afhankelijkheid van wezenlijke voorzieningenbuiten die woonruimte;w. overgangsregeling: regeling die aangeeft welke woningzoekenden rechten uit een voorgaandwoonruimteverdeelsysteem mee kunnen nemen naar een nieuw systeem voor het verdelenvan woonruimte en omschrijft wat die rechten inhouden;x. overige woning: (on) zelfstandige woonruimte niet vallend onder de werking van deHuurprijzenwet Woonruimte of niet bestemd voor verhuur;y. pfh wwz: net portefeuillehoudersoverleg wonen welzijn zorg van net gewest belast metintergemeentelijke beleidsvorming en afstemming op het terrein van de volkshuisvesting zoalsnader aangegeven in artikel 8 van het geweststatuut;z. regio: het grondgebied van de gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren,Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren;aa. regionale urgentiecommissie: een op voordracht van het pfh wwz door het dagelijks bestuurvan het gewest benoemde onafhankelijke commissie, bestaande uit vertegenwoordigers vangemeenten en toegelaten instellingen alsmede een van die partijen onafhankelijke voorzitteren vice-voorzitter die in de regio advies uitbrengt betreffende de toekenning van urgentie, alsbedoeld in de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011;bb. statushouder: persoon van wie de asielaanvraag uitmondt in een geldige status tot verblijf(verblijfsvergunning) in Nederland en voor wie dientengevolge dezelfde rechten en plichten alsNederlanders gelden;cc. tweede kans: de aan een huurder van de toegelaten instellingen, die met uitzetting wordtbedreigd vanwege omstandigheden die in de sfeer van de huurder liggen, gebodengelegenheid tot verplichte begeleiding teneinde de problematiek, die tot huisuitzetting vanhuurder zou leiden, op te lossen dan wel sterk te verminderen;dd. toegelaten instelling: instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;ee. uitschrijving als woningzoekende: een inschrijving als woningzoekende die vervalt indien eenwoningzoekende een woning accepteert die valt onder de werking van dit convenant;ff. urgentie: op basis van het gestelde in hoofdstuk 2 van de Huisvestingsverordening Gooi enVechtstreek 2011 verkregen voorrangspositie bij de woningtoewijzing op anderewoningzoekenden, gedurende een periode van drie maanden;gg. van binding vrijgestelde: een gepensioneerde, arbeidsongeschikte, langdurig werkloze,remigrant zonder economische binding, van echt gescheidene zonder economische binding,wettelijk erkende vluchteling aan wie de verblijfsstatus is toegekend en maatschappelijkgebondene;hh. wet: Huisvestingswet, tenzij anders is aangegeven;ii. woning: woning conform artikel 7: 234 Burgerlijk Wetboek met een eigen toegang welke debewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buitende woning, die vallen onder de werkingsfeer van de Huurprijzenwet Woonruimte en bestemdzijn voor verhuur voor onbepaalde tijd;jj. woningzoekende: ingezetene van een gemeente in de regio in de zin van deHuisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011, economisch gebondene, maatschappelijkgebondene, van binding vrijgestelde en diegene aan wie op grond van artikel 2.7 lid 9 van deHuisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek een urgentie op basis van mantelzorg istoegekend, die zich op de woningmarkt begeeft;kk. zoekwaarde: waarde die de totaal opgebouwde wachttijd van een woningzoekende weergeeften die nodig is voor de bepaling van de rangorde van woningzoekenden bij dewoningtoewijzing;II. huur-inkomentabel: tabel die de relatie weergeeft tussen de maandelijkse huurprijs van eenwoning en het huishoudinkomen;mm. loten: het gebruikmaken van een toevalsgenerator om de rangorde bij woningtoewijzing tebepalen;nn. spoedzoekregeling: een aan een woningzoekende, wiens omstandigheden niet voldoen aande urgentiecriteria uit artikel 2.7 van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011,maar die wel met spoed een (andere) woning nodig heeft, aangeboden extra kans op eenwoning;oo. wws: woning waardering systeem.

Artikel 2 Werkingsgebied convenant

1. Dit convenant is van toepassing op alle voor verhuur vrijkomende woningen van deverhuurders tot en met de huurprijsgrens.2. Het streven is het gestelde in dit convenant eveneens van toepassing te laten zijn op dezelfstandige woningen van andere partijen, zoals bijvoorbeeld zorgaanbieders.3. Het gestelde in dit convenant is niet van toepassing op:a. onzelfstandige woningen en woonruimte voor inwoning;b. woonschepen en ligplaatsen voor woonschepen;c. woonwagens en standplaatsen voor woonwagens;4 Gemeenten kunnen met verhuurders overeenkomen dat net gestelde in dit convenant niet vantoepassing is op nieuwbouwwoningen die voor de eerste keer worden toegewezen.

Artikel 3 Taakverdeling op hoofdlijnen

1. De gemeenten hebben op grond van de Huisvestingswet tot taak toe te zien op eenevenwichtige en rechtvaardige verdeling van de woningen. Zij volgen actief in welke mate deverschillende categorieen woningzoekenden in hun gebied er in slagen om binnen hetwoonruimteverdelingsysteem een passende woning te vinden.2. De verhuurders verdelen de in artikel 2 genoemde woningen met inachtneming van hetvolgende systeem:a. de voor verhuur beschikbaar komende woningen worden regionaal transparant eneenduidig in een voor iedereen bereikbaar en toegankelijk medium aangeboden;b. in de advertentie wordt in ieder geval de verhouding inkomen-huurprijs vermeld die opde vrijkomende woningen betrekking heeft;c. de uiteindelijke verhuringen dienen door de verhuurders te worden verantwoord in hethiervoor bedoelde medium.3 In afwijking van het in lid 1 gestelde geldt dat verhuurders een herhuisvestigsurgente met eenterugkeergarantie voor een bepaalde buurt/wijk direct kunnen bemiddelen.4. De in de regio actieve partijen faciliteren onder en met elkaar een zorgvuldige en passendeoverleg- en besluitvormingsstructuur over de regionale woonruimteverdeling.

Artikel 4 Monitoring, verantwoording en bijsturing

1. De verhuurders dragen zorg voor de integrale en volledige registratie van vraag, aanbod enverhuringen en voor het opstellen en presenteren van de op deze registratie gebaseerdeperiodieke (kwartaal)rapportages.2. Partijen stellen een werkgroep monitoring in die de gegevens uit de in lid 1 bedoelderapportages minimaal elk half jaar beoordeelt.3. De in lid 2 bedoelde werkgroep monitoring evalueert de woonruimteverdeling jaarlijks enadviseert partijen over eventuele bijsturing. De adviezen worden uitgebracht aan de daartoebevoegde bestuurlijke organen van partijen.

Artikel 5 Toelatingscriteria

Om toegelaten te worden tot de in artikel 2 genoemde woningen gelden de volgende voorwaarden:a. tenminste een van de leden van het huishouden is achttien jaar of ouder;b. de leden van het huishouden bezitten de Nederlandse nationaliteit of beschikken overeen geldige verblijfstitel in Nederland;c. tenminste een van de leden van het huishouden voldoet aan het begripwoningzoekende als vermeldt in artikel 1 sub jj van de Huisvestingsverordening Gooien Vechtstreek 2011.

Artikel 6 Passendheid: relatie huur- inkomen

1. Partijen maken gedegen afspraken (te noemen huur-inkomentabel) over de relatie tussen demaandelijkse huurprijs en het huishoudinkomen.2. Om in aanmerking te komen voor een woning als genoemd in artikel 2 dient dewoningzoekende te voldoen aan de in lid 1 bedoelde huur-inkomentabel.

Artikel 7 Passendheid: bezettingsnormen

1. Het huishouden heeft keuzevrijheid bij het kiezen van de woning, tenzij op basis vanafspraken in dit convenant anders is aangegeven.2. In afwijking van het gestelde onder lid 1 geldt dat huishoudens die gebruik maken van despoedzoekregeling uitsluitend in aanmerking kunnen komen voor woningen met maximaal eenkamer meer dan het aantal personen van de huishouding.

Artikel 8 Rangorde

Indien zich voor een woning meerdere gegadigden melden, geldt de volgende rangorde bij deverhuring:1. De woningzoekende aan wie op grond van hoofdstuk 2 van de Huisvestingsverordening Gooien Vechtstreek 2011 een urgentie is toegekend, heeft absolute voorrang ten aanzien van netwoningtype zoals dat vermeld is op de urgentiebeschikking. Bij meerdere urgenten gaatdegene met het oudst toegekende urgentienummer voor.2. Daarna komt in aanmerking de woningzoekende met een herhuisvestingsurgentie die naoverleg tussen de betrokken gemeente en verhuurder is verstrekt. Bij meerdereherhuisvestingsurgenten gaat degene met de oudste datum toekenningherhuisvestingsurgentie voor en bij gelijke datum de hoogste zoekwaarde.3. Daarna komen de overige woningzoekenden in aanmerking. Voor hen geldt dat dewoningzoekende met de hoogste zoekwaarde voorgaat.4. In afwijking van lid 2 en lid 3 geldt dat:-indien de woning wordt aangeboden met de tekst 'met voorrang voor' een specifiekedoelgroep, woningzoekenden uit deze doelgroep voorgaan en vervolgens de hoogstezoekwaarde,-dit lid uitsluitend geldt voor specifieke ouderen- en jongerencomplexen, woningen dietoegankelijk zijn voor mensen met een beperking en/of ge'i'ndiceerde zorgvraag en complexenmet een zorg-infrastructuur.

Artikel 9 Toewijzing aan jongeren tot en met 25 jaar

1. In afwijking van het gestelde in artikel 8 mag met ingang van dit convenant jaarlijks eenquotum woningen worden verloot.2. Het eerste jaar kunnen maximaal 350 woningen aan jongeren tot en met 25 jaar wordenverloot. 3. De te verloten woningen vormen normaliter het einde van de 'verhuisketen' en hebben eenwoonoppervlak van maximaal 55 m2 conform het wws.4. Een urgent woningzoekende gaat ook hier voor.5. Na het eerste jaar worden de aantallen, leeftijd en woningtype als genoemd in lid 2 en lid 3gemonitord.6. De resultaten van de in lid 5 bedoelde monitoring worden geevalueerd door de werkgroepmonitoring en, voorzien van een advies, ter besluitvorming aan partijen voorgelegd.

Artikel 10 Lokale binding

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 kunnen in de gemeenten Blaricum, Laren, Muiden enWijdemeren maximaal 30% van de jaarlijks vrijkomende woningen met voorrang voorwoningzoekenden met een binding met de betreffende gemeente/kern worden gelabeld.2 Er is sprake van een lokale binding aan een van de aangemelde gemeenten indien:a. de woningzoekende, die ingezetene is in de zin van artikel 1 lid sub o van deHuisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011, uitsluitend ingezetene van debetreffende gemeente is;b. er conform artikel 1 sub e en sub r van de Huisvestingsverordening Gooi enVechtstreek 2011 sprake is van een economische of maatschappelijke binding,uitsluitend aan de betreffende gemeente.3. Een urgent woningzoekende en een herhuisvestingsurgente zonder lokale binding gaan voorwoningzoekenden met een lokale binding maar zonder urgentie.4. Indien de woning die met lokale voorrang wordt gelabeld, wordt toegewezen aan een urgentwoningzoekende zonder lokale binding, telt de woning toch mee in de maximaal 30 % voorwoningzoekenden met een lokale binding te labelen woningen.5. De eerste toewijzing van nieuwbouwwoningen maakt geen onderdeel uit van de maximaal30% voor woningzoekenden met een lokale binding te labelen woningen.6. Na het eerste jaar wordt het gestelde in dit artikel gemonitord.7. De resultaten van de in lid 6 bedoelde monitoring worden geevalueerd door de werkgroepmonitoring en, voorzien van een advies, ter besluitvorming aan partijen voorgelegd.8. Op grand van net onder lid 7 bedoelde advies kunnen andere gemeenten in de regio na eenjaar op de in lid 1 genoemde regeling aansluiten dan wel kunnen gemeenten afzien van demogelijkheid om van dit artikel gebruik te maken.

Artikel 11 Spoedzoekregeling

1. In afwijking van net bepaalde in artikel 3 lid 2 en artikel 8 kunnen per kalenderjaar 5% totmaximaal 10% van de jaarlijks vrijkomende woningen als bedoeld in artikel 2 wordenaangeboden in een spoedzoekregeling ten behoeve van woningzoekenden die aangeven metspoed een woning te zoeken.a. de rangorde wordt bepaald door middel van loting;b. de woningzoekende dient zich hiervoor apart te registreren;c. registratie en deelname vindt per maand plaats;d. het aanbod van woningen in deze categorie is niet inzichtelijk voor dewoningzoekenden.2. In afwijking van het in artikel 7 lid 1 gestelde bepalen de verhuurders de passendheid quagrootte van de woning, zij het dat het aantal kamers het aantal personen van de huishoudingmet ten hoogste een mag overtreffen.3. Het weigeren van een aangeboden woning in het kader van de spoedzoekregeling heeft totgevolg dat de woningzoekende gedurende een periode van twee jaren wordt uitgesloten vandeelname aan de spoedzoekregeling. De woningzoekende wordt niet uitgesloten vandeelname aan het hoofdsysteem voor het verdelen van woonruimte.4. De woningzoekende bepaalt zelf of er sprake is van spoed. Daarbij is er geen sprake van doorpartijen tevoren vastgelegde criteria.5. Na het eerste jaar wordt het gestelde in dit artikel gemonitord.6. De resultaten van de in lid 5 bedoelde monitoring worden geevalueerd door de werkgroepmonitoring en, voorzien van een advies, ter besluitvorming aan partijen voorgelegd.

Artikel 12 Hardheid

1. Gemeenten hebben op basis van artikel 4.2 (hardheidsclausule) van deHuisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011 de mogelijkheid om van het bepaalde tenaanzien van de rangorde in de toewijzing af te wijken indien strikte toepassing daarvan zouleiden tot niet gerechtvaardigde hardheid.2. Alle besluiten op grand van hardheid worden ter kennis gebracht van het pfh wwz.3. Gemeenten geven na afloop van het kalenderjaar overzicht en inzicht in het aantal keren datgebruik is gemaakt van de lid 1 vermelde mogelijkheid en -in abstracto- de aard van desituaties waarin van de in 1 vermelde mogelijkheid gebruik is gemaakt.

Artikel 13 Bijzondere bepalingen: 2% regeling

1. Verhuurders hebben de mogelijkheid om maximaal 2% van de vrijkomende woningen in tezetten als vrije beleidsruimte ten behoeve van zittende huurders.2. Verhuurders geven na afloop van het kalenderjaar overzicht en inzicht in de mate waarin ende aard van de situaties - in abstracto- waarin van de in 1 vermelde mogelijkheid gebruik isgemaakt.

Artikel 14 Tweede Kans

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 komt de woningzoekende gedurende een termijn vandrie jaren niet in aanmerking voor het huren van een woning van de verhuurders indien dewoningzoekende heeft geweigerd gebruik te maken van een tweede kans, als gedefinieerd inartikel 1 onder cc, dan wel -na gebruik maken van de geboden tweede kans- de tweede kansis mislukt.2. Alvorens de verhuurders besluiten dat het bepaalde in lid 1 op een woningzoekende vantoepassing is, wordt het betreffende individuele geval voorgelegd aan de voorzitter van het pfhwwz. De voorzitter toetst of van het bepaalde in lid 1 moet worden afgeweken omdat striktetoepassing leidt tot niet gerechtvaardigde hardheid.

Artikel 15 Verhuisregeling bij herstructurering in de regio Gooi en Vechtstreek (zie bijlage)

1. Het zoekgebied voor de woningzoekende die een urgentie heeft gekregen in net kader van deVerhuisregeling bij herstructurering, omvat de gehele regio.2. Voor de rangorde bij de woningtoewijzing geldt artikel 8 van dit convenant.

Artikel 16 Overgangsregeling

1. De woningzoekende die bij het ingaan van dit convenant in de woningzoekendenregistratieingeschreven staat als:a. starter of vestiger, krijgt de inschrijftijd uit die periode mee als zoekwaarde na ingaanvan het convenant,b. doorstromer, krijgt op het moment van inschrijving als woningzoekende vanaf of nahet ingaan van het convenant, de woonduur in de huidige woning tot ingangsdatumvan het convenant mee als onderdeel van de zoekwaarde.2. De woningzoekende die is verhuisd in de periode tussen 1 januari 2011 en de ingangsdatumvan het convenant, behoudt 75% van zijn zoekwaarde, berekent volgens het nieuwewoonruimteverdeelsysteem.

Artikel 17 Experimenten

1. Dit artikel treedt in werking een jaar na ingangsdatum van het convenant.2. Partijen kunnen met elkaar afspreken dat zij (een deel van) de in artikel 2 genoemdewoningen bij wijze van experiment zullen verdelen met van het convenant afwijkende regels.3. In dat geval sluiten partijen een aanvullende overeenkomst waarin in ieder geval afsprakenworden gemaakt over de inhoud, het toepassingsgebied en de tijdsduur van het experiment.Voorts worden afspraken gemaakt over de begeleiding, de evaluatie en de te evaluerenonderdelen.4. Experimenten dienen regionaal tussen partijen te worden afgestemd en zullen ter integralebesluitvorming worden voorgelegd.5. Experimenten uit de hiervoorgaande convenantperiode stoppen met ingang van de datum vaninwerkingtreding van dit convenant.

Artikel 18 Klachtencommissie

1. Partijen stellen een commissie in waar belanghebbenden bij de uitvoering van een besluit teruitvoering van dit convenant over een dergelijk besluit hun beklag kunnen doen.2. De commissie als bedoeld in lid 1 vervult haar taak onafhankelijk van partijen.3. De uitspraken van de in lid 1 bedoelde commissie, welke betrekking hebben op de uitvoeringvan dit convenant, strekken partijen tot bindend advies.

Artikel 19 Inwerkingtreding, looptijd en wijziging

1. Dit convenant treedt in werking op 13oktober 2011 of zoveel eerder als de automatiseringvan het verdeelsysteem gereed is (gerekend vanaf 29 September 2011) en heeft een looptijdvan vier jaar. 2. Tenzij anders wordt besloten, wordt dit convenant jaarlijks stilzwijgend telkens met een jaarverlengd.3. Het opzeggen van het convenant binnen de in lid 1 genoemde termijn van vier jaar, dan welvan de verlengingstermijn van een jaar, dient negen maanden voor afloop van die termijnplaats te vinden.4. Gedurende de looptijd kan dit convenant slechts met instemming van partijen wordengewijzigd.

Artikel 20 Mandatering van kleine wijzigingen in de in dit convenant genoemde afspraken

Partijen wijzen elk een gemandateerde aan die namens partijen bevoegd is tot het tekenen vanbesluiten aangaande kleine wijzigingen in de in dit convenant vastgelegde afspraken.

Artikel 21 Citeertitel

Dit Convenant kan worden aangehaald als "Convenant Woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek2011".

Ondertekening

Aldus overeengekomen en ondertekend te Bussum op 22 September 2011.

 

De gemeenten:

Het college van b en w van Blaricum namens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Bussum namens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Hilversumnamens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Huizennamens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Larennamens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Muidennamens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Naardennamens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Weespnamens deze de pfh wonen

Het college van b en w van Wijdemerennamens deze de pfh wonen 

Het gewest

Het gewest Gooi en Vechtstreek,De voorzitter van het pfh wwz

 

De woningcorporaties

Dudok Wonende directeur

Stichting de Alliantiede directeur

Stichting Habionde directeur

Stichting Woningcorporaties het Gooi en Omstrekende directeur

Wonen Wijdemerende voorzitter

Woningbouwvereniging Larende directeur/bestuurder

Woningbouwvereniging Van Erfgooiersde directeur/bestuurder

Woningbouwvereniging De Woningbouwde directeur

Woningstichting Naardende directeur