Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nederlek

Participatieverordening Wet werk en bijstand 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nederlek
Officiële naam regelingParticipatieverordening Wet werk en bijstand 2011
CiteertitelParticipatieverordening 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201101-07-201116-01-2013Onbekend

22-03-2011

Nederlek Nieuws

NE11/

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de lOAWofdelOAZ;.

b.Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die

ingeschreven zijn bij het UWV Werkbedrijf;

c.Niet uitkeringsgerechtigden(Nug-gers): personen zoals bedoeld in artikel 6 a van de

WWB van 27 jaar of ouder die ingeschreven staan bij het UWV Werkbedrijf;

  • d.

    Voorziening: een voorziening bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de wet;

  • e.

    De wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

  • f.

    IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

werknemers;

g.IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

zelfstandigen;

  • h.

    Wet Suwi: Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen

  • i.

    UWV: UWV Werkbedrijf

j . K5-bestuur: het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling K5

  • k.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Nederlek;

  • I.

    Bijstandsnorm: de op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, vermeerdert of

verminderd met de in de Verordening toeslagen en verlagingen ingevolge de Wet werk en

bijstand vastgestelde verhoging of verlaging;

m.Algemeen geaccepteerde arbeid: werk dat en maatschappelijk breed geaccepteerd is en

niet tegen iemands religie of levensovertuiging ingaat. Hierbij wordt rekening gehouden

met persoonlijke omstandigheden voor zover deze de uitstroom naar werk niet vertragen.

Gewetensbezwaren dienen goed onderbouwd te worden;

n.Reguliere arbeid: arbeid in loondienst of als zelfstandige waarbij geen sprake is van inzet

van loonkostensubsidie.

Hoofdstuk 2 Beleid

Artikel 2 Opdracht K5-bestuur

1.Het K5-bestuur is verantwoordelijk voor de ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en, voor

zover het K5-bestuur dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die

arbeidsinschakeling voor uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en Nug-ers alsmede voor personen

die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot een van de voornoemde

groepen behoren. Deze verantwoordelijkheid geldt jegens belanghebbenden die hun

woonplaats in de gemeenten. Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven of Vlist

hebben.

2.Ten behoeve van de arbeidsinschakeling van uitkeringsgerechtigden kan het K5-bestuur

tevens aan werkgevers een voorziening aanbieden.

3.Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen

wordt door het K5-bestuur een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt naar:

  • a.

    De mogelijkheden van belanghebbende;

  • b.

    De doelmatigheid van de voorziening

  • c.

    De beschikbaarheid van de benodigde voorziening of de alternatieven daarvoor;

  • d.

    De financiële middelen die beschikbaar zijn ten behoeve van de voorziening.

    • 4.

      Het K5-bestuur kan voor de beoordeling van de mogelijkheden en capaciteiten van de

belanghebbende gebruik maken van het advies van een door het K5-bestuur aan te wijzen

deskundige.

5.Het K5-bestuur kan bij het aanbieden van voorzieningen gebruik maken van de diensten van

re-integratiebed rijven.

Artikel 3 Budget- en subsidieplafonds

1.Het K5-bestuur kan één of meer budget- of subsidieplafonds vaststellen voor de verschillende

voorzieningen. Overschrijding van het budget- of subsidieplafond leidt tot weigering van de

voorziening.

2.Het K5-bestuur kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt

voor een specifieke voorziening. Overschrijding van het plafond leidt tot weigering van de

voorziening.

Artikel 4 Beleidskader

1.De raad stelt ter uitvoering van deze verordening, op voorstel van het K5-bestuur, minimaal

één keer per vier jaar een beleidsplan vast.

2.Het beleidsplan als bedoeld in het eerste lid bevat het advies van de cliëntenraad. Dit

beleidsplan omvat in elk geval:

a.Een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en zo

nodig de prioritering binnen en tussen die groepen, waarbij een evenwichtige aanpak

als uitgangspunt wordt genomen;

  • b.

    De wijze waarop de eventuele aanbesteding wordt vormgegeven.

  • c.

    De resultaten van het voorliggende re-integratiebeleid

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor uitkeringsgerechtigden, Anw'ers of Nuggers

Artikel 5 Algemene bepalingen over voorzieningen

1.Het K5-bestuur kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze

verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 2.

    Het K5-bestuur kan een voorziening beëindigen:

    • a.

      indien de belanghebbende die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen welke

verbonden zijn aan de verstrekking van de uitkering niet nakomt;

b.indien de belanghebbende die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de

wet;

c.indien de belanghebbende algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen

gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

d.indien naar het oordeel van het K5-bestuur de voorziening onvoldoende bijdraagt aan

een snelle arbeidsinschakeling.

3.Het K5-bestuur kan nadere regels stellen die betrekking hebben op de voorwaarden

waaronder ondersteuning en voorzieningen worden aangeboden

Artikel 6 Voorzieningen voor de uitkeringsgerechtigde

De ondersteuning die het K5-bestuur kan aanbieden, bestaat uit de volgende soorten voorzieningen:

  • 1.

    Voorzieningen:

    • a.

      Ondersteuning bij een beroep op maatschappelijke opvang of medische zorg;

    • b.

      Ondersteuning bij maatschappelijke participatie;

    • c.

      Arbeidsactivering en arbeidstoeleiding;

    • d.

      Sociale activering;

    • e.

      Stages bij bedrijven of instellingen;

    • f.

      Opleidingen die de toegang tot de arbeidsmarkt bevorderen;

    • g.

      Gesubsidieerd werk (loonkostensubsidie);

    • h.

      Werk met behoud van uitkering;

    • i.

      Voorbereidingstrajecten voor zelfstandige arbeid;

j . Diagnose-instrumenten;

  • k.

    Belastbaarheidonderzoek en/of medisch onderzoek;

  • I.

    Ondersteunende instrumenten, zoals schuldhulpverlening; taal- en beroepsgerichte

Scholing.

Artikel 7 Voorzieningen voor Anw'ers of Nuggers

1.Het K5-bestuur kan aan een Anw'er of een Nugger een subsidie aanbieden in de vorm van

een op arbeidsinschakeling gericht persoonsgebonden re-integratiebudget.

  • 2.

    Het onder 1 genoemd budget wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De Anw'er of Nugger heeft een gezinsinkomen tot 120% van de van toepassing zijnde

bijstandsnorm en een vermogen dat niet hoger is dan de van toepassing zijnde

vermogensgrens in de bijstand. Vermogen uit eigen woning wordt hierbij niet

meegerekend;

b.De aanvraag is ingediend door middel van het daarvoor beschikbaar gestelde

formulier voor aanvang van het traject waarvoor het budget bedoeld is en voorzien

van de door het K5-bestuur gevraagde bewijsstukken;

c.Het traject waarvoor de aanvraag wordt gedaan is direct gericht op het verkrijgen van

regulier werk. De beoordeling hiervan geschiedt door het K5-bestuur;

  • d.

    Het traject duurt niet langer dan 1 jaar.

    • 3.

      De hoogte van het persoonsgebonden re-integratiebudget is gelijk aan de kosten van het

aangevraagde traject met een maximum van € 750,-.

Artikel 8 Verplichtingen

1.De uitkeringsgerechtigde die door het K5-bestuur een voorziening wordt aangeboden is

verplicht hiervan gebruik te maken.

2.De uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de

verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de IOAW, de IOAZ en de wet SUWI, deze

verordening, alsmede aan de verplichtingen die het K5-bestuur aan de aangeboden

voorziening heeft verbonden.

3.Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het

gestelde in het tweede lid, dan kan het K5-bestuur de uitkering verlagen conform hetgeen

hierover is bepaald in de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

4.De persoon, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, is

gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, deze verordening, alsmede de

verplichtingen die het K5-bestuur aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

Artikel 9 Flankerende voorzieningen voor de uitkeringsgerechtigde

Het K5-bestuur kan aan een uitkeringsgerechtigde de volgende flankerende vergoedingen aanbieden:

1.Inkomstenvrijlating: voor de uitkeringsgerechtigde die arbeid heeft aanvaard waarmee een

inkomen wordt verworven dat minder bedraagt dan de voor de uitkeringsgerechtigde van

toepassing zijnde bijstandsnorm, vindt vrijlating van inkomsten uit arbeid plaats zoals bedoeld

in artikel 31 lid 2 onder o van de wet. Voorwaarden voor de inkomensvrijlating zijn:

  • a.

    Het betreft reguliere arbeid;

  • b.

    De aanvaarde arbeid dient voor minimaal 16 uur per week verricht te worden;

  • c.

    De inkomstenvrijlating kan éénmaal per drie jaar toegepast worden. Dit wil zeggen dat

men 3 jaar na beëindiging van de in het eerste lid bedoelde inkomstenvrijlating weer

opnieuw voor de vrijlating in aanmerking komt;

d.Indien iemand door niet aan zichzelf verwijtbare omstandigheden minder dan de volledige

6 maanden inkomenstenvrijlating heeft gehad, kan het resterende gedeelte van de 6

maanden inkomstenvrijlating worden verstrekt als iemand opnieuw arbeid voor tenminste

16 uur aanvaardt.

2.Het K5-bestuur kan een vergoeding verstrekken voor bijkomende kosten in het kader van een

re-integratietraject.

3.Activeringspremie: het K5-bestuur kan een WWB-uitkeringsgerechtigde op aanvraag een

activeringspremie toekennen, indien hij tenminste een halfjaar aaneengesloten

vrijwilligerswerk verricht. De voorwaarden en hoogte van de premie zijn:

  • a.

    Belanghebbende doet het vrijwilligerswerk in het kader van een re-integratietraject;

  • b.

    Belanghebbende ontvangt één jaar of langer onafgebroken een WWB-uitkering;

  • c.

    De premie wordt verstrekt voor het verrichten van vrijwilligerswerk voor ten minste 12 uur

per week;

  • d.

    De hoogte van de premie bedraagt € 500,- en is eenmalig;

  • e.

    De punten onder 3 a tot en met 3 d gelden voor personen die een activeringspremie

aanvragen en voor wie het vrijwilligerswerk op of na 1 juli 2011 is begonnen.

f.Voor aanvragen van een activeringspremie voor vrijwilligerswerk dat voor 1 juli 2011 is

begonnen, is artikel 14 van de 'Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand gemeente

Nederlek van 1 januari 2007' van toepassing.

4.Uitstroompremie: het K5-bestuur kan een WWB-uitkeringsgerechtigde of een persoon die

werkzaam is in een baan met een door de gemeente verstrekte loonkostensubsidie (hierna

Iks-baan te noemen) op aanvraag een uitstroompremie toekennen. Voorwaarden en hoogte

voor de toe te kennen premie zijn:

a.Een uitstroompremie geldt alleen voor uitstroom vanuit de uitkering naar een reguliere

baan of de Iks-baan waardoor geen recht bestaat op een aanvullende uitkering op grond

van de WWB;

b.De uitkeringsgerechtigde die direct vanuit de WWB uitstroomt naar een reguliere baan

heeft een jaar of langer een WWB-uitkering ontvangen;

c.De uitstroompremie geldt alleen indien sprake is van het tenminste 6 maanden

aaneengesloten hebben van een reguliere of Iks-baan. Als er sprake is van regulier werk

direct aansluitend op de Iks-baan dan moet opnieuw voldaan worden aan het tenminste 6

maanden aaneengesloten hebben van deze reguliere baan;

d.Belanghebbende heeft, wanneer sprake is van een reguliere baan, onverwijld uit eigen

beweging melding gemaakt van zijn werkaanvaarding;

e.De aanvraag is ingediend door middel van het daarvoor beschikbaar gestelde formulier

binnen 12 maanden na aanvang van het dienstverband;

f.De aanvraag, bedoeld onder e., is voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat

belanghebbende ten minste zes maanden aaneengesloten inkomsten uit reguliere arbeid

of arbeid via een Iks-baan heeft genoten;

g.De premie bedraagt € 500,- voor:

een persoon met een Iks-baan;

een persoon die aansluitend op de Iks-baan regulier werk heeft aanvaard en

behouden voor een aaneengesloten periode van tenminste 6 maanden;

h.De premie bedraagt € 1.000,- voor:

een uitkeringsgerechtigde die direct vanuit de WWB-uitkering uitstroomt naar een

reguliere baan en die een jaar of langer een WWB-uitkering heeft ontvangen. Hierbij

dient het te gaan om een onafgebroken en aaneengesloten periode;

i.Onverlet het onder 4 h gestelde geldt de periode voor vaststelling van het recht op een

uitstroompremie eveneens als 'onafgebroken' wanneer ten tijde van de WWB-uitkering de

uitkering onderbroken is geweest wegens detentie of wanneer de onderbreking korter

heeft geduurd dan drie maanden;

j . Er is maximaal één keer in de vijfjaar recht op een uitstroompremie. Vraagt

belanghebbende voor een tweede of meerdere keer een uitstroompremie aan, dan dient

voldaan te worden aan de voorwaarden genoemd onder a tot en met e en de voorwaarde

dat de uitbetaling van de laatst toegekende uitstroompremie vijfjaar of langer geleden

was.

k.De uitstroompremie zoals opgenomen in deze verordening geldt voor personen die na 1

juli 2011 een aanvraag indienen, waarbij het reguliere werk op of na 1 juli 2011 een

aanvang heeft genomen. Voor aanvragen van een uitstroompremie voor regulier werk die

voor 1 juli 2011 is begonnen, is artikel 14 van de 'Re-integratieverordening Wet Werk en

Bijstand gemeente Nederlek van 1 januari 2007' van toepassing.

5.Als sprake is van een samenloop van premies binnen één jaar, dan, wordt de 1e premie in het

jaar van toekenning uitbetaald, de tweede premie wordt uitbetaald in januari van het volgende

jaar. Een premie kan namelijk maar één keer per jaar onbelast worden betaald.

Artikel 10 Voorzieningen voor de werkgever
  • 1.

    Het K5-bestuur kan aan een werkgever een voorziening bieden in de vorm van een:

    • a.

      Loonkostensubsidie;

    • b.

      Nazorg;

    • c.

      Scholingskosten.

  • 2.

    De onder 10.1 genoemde voorzieningen worden alleen verstrekt aan de werkgever onder de

volgende voorwaarden:

  • a.

    De uitkeringsgerechtigde krijgt een arbeidsovereenkomst van ten minste 6 maanden;

  • b.

    Door het dienstverband is geen beroep op de uitkering meer nodig;

  • c.

    De in dienst genomen uitkeringsgerechtigde heeft direct voorafgaande aan de

indienstname minimaal 1 jaar een uitkering WWB en/of WW;

d.Voor de voorziening in de vorm van vergoeding van scholingskosten geldt dat de scholing

afgerond kan worden binnen de periode waarvoor het dienstverband geldt. Daarbij dient

de scholing direct gerelateerd te zijn aan de werkzaamheden van de in dienst genomen

uitkeringsgerechtigde en zijn of haar positie op te arbeidsmarkt te verbeteren, dit ter

beoordeling van het K5-bestuur;

e.De werkgever heeft de intentie het dienstverband voort te zetten na beëindiging van de

loonkostensubsidie en/of nazorg en/of na afronding van de scholing.

3.De onder 10.1 genoemde voorzieningen kunnen afzonderlijk of in combinatie worden ingezet,

dit ter beoordeling van het K5-bestuur, waarbij de volgende bepalingen gelden:

a.Een combinatie van scholing met loonkostensubsidie of nazorg is alleen mogelijk als de

scholingskosten niet hoger zijn dan € 1.000;

b.Bij een combinatie van loonkostensubsidie met nazorg en scholing wordt de duur van de

loonkostensubsidie beperkt tot maximaal drie maanden;

  • c.

    Het bepaalde onder artikel 3 van deze verordening

    • 4.

      De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 50% van het wettelijk bruto minimumloon (inclusief

vakantiegeld en exclusief werkgeverslasten) gedurende maximaal 6 maanden

5.De nazorg bestaat uit begeleiding van de in dienst genomen uitkeringsgerechtigde gedurende

maximaal 6 maanden door een begeleider van de afdeling Sociale Zaken.

6.De vergoeding voor de scholing bedraagt maximaal € 5.000,- (inclusief eventuele reiskosten

en overige scholingskosten zoals boeken);

Met de werkgever wordt een schriftelijke overeenkomst afgesloten waarin ten minste wordt

opgenomen: het doel en de duur van de werkzaamheden van de in dienst genomen

uitkeringsgerechtigde, de wijze waarop de begeleiding door de werkgever plaatsvindt en de

eventuele inzet van scholingsinstrumenten door de werkgever. Daarnaast wordt de door de

gemeente ingezette voorziening omschreven in hoogte, duur, uren (bij nazorg) en kosten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het K5-bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de

bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van

overwegende aard leidt.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Participatieverordening Wet Werk en Bijstand 2011,

gemeente Nederlek.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na datum bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2011. De re-integratieverordening 'Wet Werken Bijstand gemeente Nederlek' van 1 januari 2007 wordt hierbij ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Nederlek op 22 maart 2011

de griffier, de voorzitter,

drs. T.B.A. van der Torre B.F.A. van der Kluit – De Groot