Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

VERORDENING van den 14den Mei 1930, houdende bepalingen omtrent beëedigde vertalers

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingVERORDENING van den 14den Mei 1930, houdende bepalingen omtrent beëedigde vertalers
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-196025-09-2009Art. 4

14-05-1960

P.B. 1960, no. 90

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING van den 14den Mei 1930, houdende bepalingen omtrent beëedigde vertalers

Artikel 1

Hij, die in Nederland bevoegd is tot het geven van middelbaar onderwijs in een of meer andere talen dan de Nederlandsche en in dit gebiedsdeel woonplaats heeft, wordt, op zijn schriftelijk gedaan verzoek, na overlegging van:

  • a.

    zijn geboorteakte;

  • b.

    de betrokken akte(n) van bekwaamheid;

  • c.

    een bewijs van goed zedelijk gedrag afgegeven door een krachtens wettelijke regelingen daartoe bevoegde autoriteit;

door den Gouverneur als vertaler voor een of meer dier talen uit en in de Nederlandsche taal toegelaten, wanneer hij ter beoordeling van den Gouverneur, tevens voldoende blijken geeft van kennis der Nederlandsche taal.

Artikel 2

Personen, die in dit gebiedsdeel woonplaats hebben en reeds in Nederland, Nederlandsch-Indië of Suriname door de daartoe bevoegde macht voor een of meer talen als vertaler uit en in de Nederlandsche taal zijn toegelaten, kunnen, op hun schriftelijk gedaan verzoek, na overlegging van de akte van toelating en van de stukken in artikel 1 onder a en c bedoeld, door den Gouverneur voor zoodanige taal of talen als vertaler uit en in de Nederlandsche taal worden toegelaten.

Artikel 3

Na overlegging van de stukken in artikel 1 onder a en c, zoomede van een getuigschrift, als in artikel 4 bedoeld, worden anderen dan de in de artikelen 1 en 2 genoemden, indien zij meerderjarig zijn en in dit gebiedsdeel woonplaats hebben, op hun schriftelijk gedaan verzoek door den Gouverneur voor de bij de beschikking te vermelden vreemde taal als vertaler uit en in de Nederlandsche taal toegelaten.

Artikel 4

  • 1. Een getuigschrift, dat hij voldoende blijken van bekwaamheid heeft gegeven om voor de daarbij te vermelden vreemde taal als vertaler uit en in de Nederlandsche taal op te treden, wordt uitgereikt aan ieder, die voldaan heeft aan het schriftelijk en mondeling examen, hem afgenomen door den Inspecteur van het Onderwijs en twee door deze aan te wijzen leden van de examen-commissie, met bijstand en raadgevende stem van den Voorzitter van het Hof van Justitie of een door deze aan te wijzen persoon.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde examen kan op elk eiland van het gebiedsdeel en op alle dagen en uren plaats hebben, een en ander als door den Inspecteur van het Onderwijs in overleg met den Voorzitter van het Hof van Justitie te bepalen.

  • 3. Het examen wordt slechts afgenomen op vertoon van het bewijs, dat voor dit doel het bedrag van vijf en twintig gulden in ’s Landskas is gestort. Deze storting geeft het recht zich tweemaal voor het afleggen van het examen bij den Inspecteur van het Onderwijs aan te melden.

Artikel 5

Doctoren in de rechtsgeleerdheid of meesters in de rechten, geen lid van de Rechterlijke Macht zijnde, notarissen, praktizijns en meerderjarige in het bezit eener akte van bekwaamheid als onderwijzer 3de klasse zijnde personen zomede personen, die toegelaten zijn als beëedigd vertaler voor een of meer andere talen dan de Nederlandse, worden, indien zij in dit gebiedsdeel woonplaats hebben en tevens, ter beoordeeling van den Gouverneur, het Papiamentsch volkomen machtig zijn, op hun schriftelijk gedaan verzoek, door den Gouverneur als vertaler uit het Papiamentsch in de Nederlandsche taal toegelaten, na overlegging – voor zoover een en ander niet reeds uit een andere benoeming of toelating voortvloeit – van hun diploma, getuigschrift, of akte van bekwaamheid en van een bewijs van goed zedelijk gedrag als bedoeld in artikel 1 onder c.

Artikel 6

  • 1. Het gemis of de onmogelijkheid van overlegging eener geboorteakte kan worden verholpen door een akte van bekendheid door een openbaar ambtenaar afgegeven, of door andere zelfs in het buitenland opgemaakte stukken, waaruit de noodige gegevens ter zake kunnen worden geput.

  • 2. Voor wat aangaat personen, die nog geen vijf achtereenvolgende jaren in dit gebiedsdeel woonplaats hebben, is, behalve een bewijs van goed zedelijk gedrag als bedoeld in artikel 1 onder c, overlegging vereischt van in het buitenland opgemaakte stukken, waaruit de noodige gegevens ter zake kunnen worden geput, voor zoover een en ander niet reeds uit een andere benoeming of toelating voortvloeit.

Artikel 7

Een toelating als in de voorgaande artikelen bedoeld, gevolgd door een eed of belofte als hierna te melden, geeft de bevoegdheid om in het geheele gebiedsdeel als beëedigd vertaler op te treden voor de taal of talen in de toelating vermeld.

Artikel 8

  • 1. Onverminderd het in de voorgaande artikelen bepaalde, wordt een toelating als daarin bedoeld, door een Gouverneur slechts geweigerd, den Raad van bestuur gehoord, na onherroepelijke veroordeling van den betrokken persoon wegens – of bij gegrond vermoeden, dat hij binnen dit gebiedsdeel strafrechtelijk vervolgbaar is wegens – een misdrijf, waarbij voorloopige aanhouding is toegelaten, of op gronden aan de openbare orde ontleend.

  • 2. Een toelating kan door den Gouverneur, den Raad van Bestuur gehoord, na onherroepelijke veroordeeling van den betrokken persoon wegens – of bij gegrond vermoeden, dat hij binnen dit gebiedsdeel strafrechterlijk vervolgbaar is wegens – een misdrijf, waarbij voorloopige aanhouding is toegelaten, of op gronden aan de openbare orde of de gegoede zeden ontleend, of wegens gebleken onbetrouwbaarheid van den vertaler, worden ingetrokken.

  • 3. Wanneer de gronden der intrekking hebben opgehouden te bestaan, is de Gouverneur, den Raad van Bestuur gehoord, bevoegd de toelating wederom van kracht te verklaren.

Artikel 9

Op vertoon van de in de voorgaande artikelen bedoelde toelating en na nederlegging van zijne handteekening en paraaf ter Griffie van na te noemen gerecht, legt de betrokken persoon in handen van den Rechter in het Kantongerecht zijner woonplaats den eed, of – indien hij tot geen erkende godsdienstige gezindte behoort – de belofte af, dat hij zijne plichten als vertaler met nauwgezetheid zal vervullen.

Artikel 10

De legalisatie der handteekening van den beëedigden vertaler op door hem als zoodanig uitgegeven stukken geschiedt, indien zij vereischt of door belanghebbenden verlangd wordt, door den rechter in het Kantongerecht, alwaar hij den eed of de belofte heeft afgelegd, of bij verandering van woonplaats, door den Rechter in het Kantongerecht van zijne nieuwe woonplaats, mits hij met vertooning van een afschrift van het proces-verbaal der aflegging van den eed of belofte als bedoeld in artikel 9 ter Griffie van dat Gerecht zijne handteekening en paraaf heeft neergelegd.

Artikel 11

Wanneer bijzondere, bij de betrokken beschikking te vermelden omstandigheden er toe nopen, kan, voor wat het eiland Curaçao betreft, de Gouverneur, en voor wat de overige eilanden betreft, de betrokken Gezaghebber, op verzoek, naar gelang van het geval, van hetzij het Hof van Justitie of den Rechter in het Kantongerecht, hetzij het Openbaar Ministerie bij het Hof of bij het Kantongerecht, hetzij belanghebbenden, met afwijking van de voorschriften van de voorgaande artikelen en al dan niet met betrekking tot een taal, waaromtrent bij deze verordening is voorzien een vertaler voor een bepaalde zaak of een bijzonder geval aanwijzen, als wanneer de artikelen 9 en 10 overeenkomstige toepassing vinden.

Artikel 12

  • 1. De uitdrukking ,,woonplaats” heeft in deze verordening dezelfde beteekenis als in het Burgerlijk Wetboek voor Curaçao.

  • 2. De uitdrukkingen ,,vreemde taal” en ,,examen-commissie” hebben in deze verordening dezelfde beteekenis als in de verordening van den 6n. October 1906 (P.B. 1907 No. 5) regelende het onderwijs in de kolonie Curaçao (P.B. 1924 No. 9).

Artikel 13

In art. 23, 4de lid van het Reglement op het Notarisambt in de kolonie Curaçao, vastgesteld bij Koninklijk besluit van 4 september 1868 No. 18 (P.B. No. 16), zoals dat Reglement sedert is gewijzigd en aangevuld en laatstelijk gewijzigd bij de verordening van den 21sten Januari 1928 (P.B. No. 10) wordt in plaats van de woorden ,,Een beëedigd translateur geeft” gelezen: ,,Indien de notaris de landstaal niet verstaat, geeft een beëedigd vertaler”. Voorts wordt in plaats van ,,dit een en ander” gelezen: ,,de te kennengeving van deze verklaring en de vertolking”.

Artikel 14

De verordening van den 17n. April 1872 (P.B. No. 26), houdende herziening van het tarief van geregtskosten en salarissen in burgerlijke zaken voor de kolonie Curaçao, zoals gewijzigd en aangevuld en laatstelijk gewijzigd bij de verordening van den 11den April 1923 (P.B. No. 15) en waarvan de geldende tekst is opgenomen in publicatieblad 1923 No. 16, ondergaat de navolgende wijzigingen:

art. 22, 1ste lid, wordt gelezen als volgt:

,,Tolken zijn bevoegd voor de mondelinge vertolking voor den regter in rekening te brengen voor elke vacatie van een half uur of gedeelte daarvan:

  • 1o.

    uit en in de landstaal f. 1,50

  • 2o.

    ,, ,, ,, een andere taal f. 2,--”

    • b.

      in art. 23 wordt in plaats van ,,1,30” gelezen: ,,3.-”.

Artikel 15

In de artt. 14 en 15 van de verordening van den 17den april 1872 (P.B. No. 27), houdende herziening van het tarief van justitiekosten in strafzaken, zoals die verordening sedert is gewijzigd en aangevuld en laatstelijk gewijzigd bij de verordening van den 18den Juli 1921 (P.B. No. 74) wordt onderscheidenlijk in stede van: ,,f. 1”.- en ,,f. 2.-” en ,,f. 2.-” en f. ,,3.-” gelezen: ,,f. 2”.- en ,,f .4.-” en ,,f. 3.-” en ,,f. 5.-”.

Artikel 16

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging.

  • 2. Bij die inwerkingtreding vervalt de Notificatie van den 7n. Januari 1846 houdende bepalingen op het toelaten van beëedigde translateurs en interpreteurs in de Nederduitsche en vreemde talen, binnen deze Kolonie (Publicatiebundel no. 265).

  • 3. De bevoegdheden van vóór de inwerkingtreding van deze verordening toegelaten translateurs en interpreteurs worden beoordeeld naar de op het tijdstip der toelating van kracht zijnde wettelijke regelingen.

  • 4. Nochtans zijn de artikelen 7 en 8, tweede en derde lid, dezer verordening op zoodanige translateurs en interpreteurs van toepassing.

  • 5. Na verloop van dertig dagen na de inwerkingtreding van deze verordening geschiedt de legalisatie van de handteekening van zoodanige translateurs en interpreteurs door den Rechter in het Kantongerecht hunner woonplaats, zullende zij ter verkrijging van de legalisatie, alvorens, met vertooning hunner toelating, ter Griffie van dat Kontongerecht hunne handteekening en paraaf moeten neerleggen. Alsdan vindt het bepaalde bij artikel 10 dezer verordening overeenkomstige toepassing.