Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van den 4den Maart 1942 houdende regelen teneinde onder de huidige buitengewone omstandigheden een doelmatige verdeeling van goederen in het belang van de volkshuishouding en de verdediging van het gebiedsdeel mogelijk te maken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van den 4den Maart 1942 houdende regelen teneinde onder de huidige buitengewone omstandigheden een doelmatige verdeeling van goederen in het belang van de volkshuishouding en de verdediging van het gebiedsdeel mogelijk te maken
CiteertitelLandsverordening voor de verdeeling van goederen 1942
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-03-1942Nieuwe regeling

04-03-1942

P.B. 1942, no. 31

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van den 4den Maart 1942 houdende regelen teneinde onder de huidige buitengewone omstandigheden een doelmatige verdeeling van goederen in het belang van de volkshuishouding en de verdediging van het gebiedsdeel mogelijk te maken

Artikel 1

Bij besluit van den Gouverneur kan worden bepaald, dat door hem aangewezen goederen of soorten van goederen niet mogen worden gekocht, verkocht, te koop aangeboden, afgeleverd, of voorhanden of in voorraad gehouden, dan met inachtneming van door hem vastgestelde regelen.

Artikel 2

Bij besluit van den Gouverneur kunnen regelen worden vastgesteld met betrekking tot het gebruik, het verbruik, de bewerking, de verwerking, of de vernietiging van door hem aangewezen goederen of soorten van goederen.

De Gouverneur kan daarbij het gebruik, het verbruik, de bewerking of de verwerking dier goederen tot bepaalde doeleinden verbieden, dan wel beperken.

Artikel 3

Bij besluit van den Gouverneur kunnen regelen worden vastgesteld nopens het vervoer van door hem aangewezen goederen of soorten van goederen.

De Gouverneur kan dat vervoer in door hem aan te wijzen gedeelten van het gebiedsdeel geheel of gedeeltelijk verbieden.

Artikel 4

Bij besluit van den Gouverneur kan, hetzij voor het geheele gebiedsdeel, hetzij voor door hem aan te wijzen gedeelten daarvan, worden bepaald, dat ieder, die door den Gouverneur aangewezen goederen of soorten van goederen voorhanden of in voorraad heeft, verplicht is van den aard, de hoeveelheid en de plaats dier goederen opgave te doen aan door hem aangewezen instanties of personen.

Opgave geschiedt op door hem te bepalen tijdstippen, en overeenkomstig door hem vast te stellen regelen.

De in het eerste lid bedoelde verplichting kan door den Gouverneur ook aan bepaalde personen worden opgelegd.

Artikel 5

De Gouverneur kan bepalen, dat een ieder verplicht is aan door hem aangewezen instanties of personen de inlichtingen te verstrekken en de bescheiden over te leggen, waarvan de verstrekking of de overlegging naar het oordeel van die instanties of personen noodzakelijk is voor de uitvoering en het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde.

De Gouverneur kan daarbij aan de in het vorig lid bedoelde instanties of personen de bevoegdheid toekennen door een of meer van harentwege aangewezen deskundigen terzake een onderzoek te doen instellen.

Ieder, van wien voor een zoodanig onderzoek medewerking wordt verlangd, is verplicht deze te verleenen.

Artikel 6

Aan vergunningen of ontheffingen verleend krachtens op deze landsverordening berustende bepalingen kunnen voorwaarden worden verbonden.

Hij die handelt in strijd met of niet nakomt de in het vorig lid bedoelde voorwaarden wordt geacht gehandeld te hebben zonder vergunning of ontheffing.

Artikel 7

Hij die een krachtens deze landsverordening vastgesteld voorschrift of opgelegde verplichting opzettelijk niet nakomt dan wel door handelen of nalaten opzettelijk bewerkt of opzettelijk medebewerkt, dat een zoodanige verplichting niet wordt nagekomen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van ten hoogste tienduizend gulden.

Hij, aan wiens schuld te wijten is, dat een krachtens deze landsverordening vastgesteld voorschrift of opgelegde verplichting niet wordt nagekomen, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste vijf duizend gulden.

Hij, die in verband met de uitvoering van een krachtens deze landsverordening gegeven voorschrift, aan met de uitvoering daarvan belaste instanties of personen, opzettelijk onjuiste of onvoldoende mededeelingen doet, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste één jaar of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

Hij aan wiens schuld te wijten is, dat in verband met de uitvoering van een krachtens deze landsverordening gegeven voorschrift, aan met de uitvoering daarvan belaste instanties of personen, onjuiste of onvoldoende mededeelingen worden gedaan, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste twee duizend gulden.

Bij veroordeeling wegens een feit, strafbaar gesteld bij dit artikel, kunnen voorwerpen, door middel van dat feit verkregen, of waarmede of met betrekking tot welke dat feit is gepleegd, met hunne verpakking worden verbeurd verklaard, ongeacht of zij den veroordeelde toebehooren.

De bij dit artikel strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als misdrijven.

Door den Gouverneur kunnen regelen worden gesteld met betrekking tot de bestemming van de krachtens dit artikel verbeurdverklaarde goederen.

Dit artikel is ook van toepassing op feiten buiten het gebiedsdeel Curaçao gepleegd.

Artikel 8

Indien een feit strafbaar gesteld in artikel 7 wordt begaan door een rechtspersoon, wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de binnen het gebiedsdeel Curaçao gevestigde leden van het bestuur of, bij ontstentenis van die leden, tegen de vertegenwoordigers van den rechtspersoon binnen het gebiedsdeel Curaçao.

Het bepaalde in lid 1 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van een rechtspersoon, optredende als vertegenwoordiger van een anderen rechtspersoon.

Artikel 9

De leden van het bestuur van een rechtspersoon en de vertegenwoordigers van den rechtspersoon binnen het gebiedsdeel Curaçao zijn verplicht de bevelen te geven, de maatregelen te nemen, de middelen te verschaffen en het toezicht te houden, welke redelijkerwijs van hen kunnen worden geeischt ter voorkoming van feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 7 en 8.

Niet-nakoming van de in het vorig lid genoemde verplichting wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

Het in lid 2 bedoelde strafbare feit wordt beschouwd als overtreding.

Het artikel is ook van toepassing op feiten buiten het gebiedsdeel Curaçao gepleegd.

Artikel 10

Allen, die uit hoofde van hun ambt of beroep betrokken zijn bij de uitvoering van bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen zij in hun hoedanigheid vernemen voor zoover zij niet uit hoofde van dat ambt of beroep tot mededeeling daarvan zijn gehouden.

Deze verplichting geldt mede voor deskundigen, die in verband met de uitvoering van bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften geraadpleegd of met eenige werkzaamheid belast worden.

Hij, die opzettelijk de verplichting tot geheimhouding schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden.

Hij, aan wiens schuld schending van de verplichting tot geheimhouding is te wijten, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

De feiten, strafbaar gesteld in lid 3 en lid 4 worden beschouwd als misdrijven.

Geen vervolging heeft plaats dan op klachte van degenen, tegen wien het feit is gepleegd, of, indien het tegen een rechtspersoon is gepleegd, van een van de leden of van den vertegenwoordiger van het bestuur.

Artikel 11

Met het opsporen van de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 7 tot en met 10 zijn, behalve de personen genoemd in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering voor de Kolonie Curaçao mede belast de ambtenaren der belastingen, alsmede zij, die daartoe door den Gouverneur worden aangewezen.

De opsporingsambtenaren zijn te allen tijde bevoegd in beslag te nemen, zoomede ter inbeslagneming de uitlevering te vorderen van alle voorwerpen, welke tot ontdekking van de waarheid kunnen leiden of welker verbeurdverklaring, vernietiging of onbruikbaarmaking kan worden bevolen.

Zij kunnen te allen tijde inzage vorderen van alle bescheiden, waarvan zij voor de goede vervulling van hun taak inzake noodig achten.

Zij hebben te allen tijde toegang tot alle plaatsen, voor zooverre zij de betreding daarvan voor een goede vervulling van hun taak noodig achten. Zij zijn bevoegd zich van bepaalde door hen aan te wijzen personen te doen vergezellen. Zoo noodig verschaffen zij zich den toegang met behulp van den sterken arm.

In woningen treden zij tegen den wil van den bewoner niet binnen dan vergezeld van den betrokken ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht in eersten aanleg of van een ambtenaar, bevoegd verklaard het openbaar Ministerie bij het gerecht in eersten aanleg uit te oefenen.

Van dit binnentreden wordt binnen tweemaal vier en twintig uren proces-verbaal opgemaakt. Daarin wordt mede van het tijdstip van binnentreden en van het daarmede beoogde doel melding gemaakt. In geval de opsporingsambtenaren van bepaalde door hen aangewezen personen waren vergezeld, wordt hiervan in het proces-verbaal melding gemaakt.

Artikel 12

Alle stukken opmaakt in verband met de toepassing en nakoming van krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften en opgelegde verplichtingen, zijn vrij van zegel en van de formaliteit van registratie.

De in lid 1 bedoelde stukken worden, voorzoover de formaliteit van registratie wordt gewenscht, kosteloos geregistreerd.

Artikel 13

Deze landsverordening kan worden aangehaald als de ,,Landsverordening voor de verdeeling van goederen 1942” en treedt in werking op den dag na dien harer afkondiging.