Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Gaasterlân-Sleat

Verordening op de heffing en de invordering van bruggelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Gaasterlân-Sleat
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van bruggelden 2012
CiteertitelVerordening Bruggelden 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De “Verordening Bruggelden 2011”, vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 21 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-201201-01-2013Nieuwe regeling

20-12-2011

Balkster Courant, 29-12-2011

2011/115

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Gaasterlân-Sleat;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2011, nr. 2011/115;

gelet op artikel 229 aanhef, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

"Verordening op de heffing en de invordering van bruggelden 2012".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder brug:

    • a.

      de ophaalbrug te Sloten;

    • b.

      de ophaalbruggen te Balk.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder dienst het van gemeentewege openen en geopend houden van het in lid 1 van dit artikel genoemde bruggen ten behoeve van het doorlaten van een vaartuig.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam bruggeld wordt een éénmalig recht geheven voor het artikel 1, lid 2 genoemde dienst.

  • 2. Het recht wordt geheven van diegene ten behoeve van wie de in het artikel 1, lid 2 genoemde dienst wordt verricht.

Artikel 3 Ontstaan belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd op het tijdstip waarop de dienst wordt gevraagd dan wel is verricht.

Artikel 4 Tarief

  • 1. Het recht bedraagt € 2,- per vaartuig per doorvaart.

  • 2. Diegene die zich wenst te abonneren op een in artikel 1, lid 2 genoemde dienst gedurende een geheel kalenderjaar, is een éénmalig recht verschuldigd van € 50,- per vaartuig per jaar.

  • 3. Een abonnement, zoals genoemd in lid 2 van dit artikel, dient vooraf schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar te worden aangevraagd.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. Het recht, genoemd in artikel 4, lid 1 wordt geheven bij mondelinge mededeling door de brugwachter van het verschuldigde bedrag.

  • 2. Het recht, genoemd in artikel 4, lid 2 wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Termijn van betaling

  • 1. Het recht, genoemd in artikel 4, lid 1 moet terstond worden voldaan nadat de in artikel 1, lid 2 genoemde dienst wordt gevraagd.

  • 2. Het recht, genoemd in artikel 4, lid 2 moet worden voldaan binnen 4 weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden van dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 7 Vrijstellingen

Het recht wordt niet geheven van:

  • a.

    vaartuigen, waarvan beroepshalve gebruik wordt gemaakt, zulks met uitzondering van vaartuigen welke dienstbaar zijn aan de recreatie;

  • b.

    een roeivaartuig, behorende tot de uitrusting van een ander vaartuig, waarvoor de brug tegelijkertijd geopend of opengehouden is.

Artikel 8 Nadere regels door college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de bruggelden.

Artikel 9 Kwijtschelding

Van dit recht wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Bruggelden 2011”, vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 21 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Bruggelden 2012".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad voornoemd in zijn

openbare vergadering van 20 december 2011,

voorzitter griffier