Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Bomenverordening Bussum 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingBomenverordening Bussum 2012
CiteertitelBomenverordening Bussum 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

  • Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Boswet, artikel 15
  2. Gemeentewet, artikel 149 en 154
  3. Algemene wet Bestuursrecht
  4. Flora- en Faunawet
  5. Plantenziektewet
  6. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.2
  7. Groennota 2005
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-2012Onbekend

15-12-2011

Bussums Nieuws

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bomenverordening Bussum 2012

De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

Bussum, nummer RV2011-118;

overwegende, dat de Bomenverordening Bussum 2010 dient te worden gewijzigd;

gelet op het bepaalde in:

  • 1.

    Boswet, artikel 15

  • 2.

    Gemeentewet, artikelen 149 en 154

  • 3.

    Algemene wet bestuursrecht

  • 4.

    Flora- en Faunawet

  • 5.

    Plantenziektewet

  • 6.

    Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.2.

  • 7.

    Groennota 2005

Vast te stellen de Bomenverordening Bussum 2012, onder gelijktijdige intrekking van de Bomenverordening Bussum 2010.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: een houtopstand, zowel vitaal als afgestorven, met een diameter van de stam van minimaal 25 cm (cq stamomtrek van minimaal 79 cm) op 1,30 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de diameter van de dikste stam. 

    In afwijking van het hiervoor gestelde kan de diameter kleiner zijn dan 25 cm op 1,30 meter hoogte boven het maaiveld, indien sprake is van:

    • -

      een waardevolle boom als bedoeld in de bij deze verordening behorende waardevollebomenlijst;

    • -

      een houtopstand in het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in artikel 9 en10 van deze verordening.

  • b.

    houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, allen met de onder sub a genoemde minimale diameter van de stam.

    vellen:

  • c.

    waardevolle boom: bijzondere beschermwaardige houtopstand met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, een functie voor de ecologie of een bijzondere functie voor de omgeving, met inbegrip van de gedenkbomen en geplaatst op de waardevolle-bomenlijst.

  • d.

    vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20

    procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen waarbij géén ernstige ontsiering van de habitus van de houtopstand dient plaats te vinden. Onder vellen valt nadrukkelijk ook het niet (volledig) voldoen aan voorgeschreven beschermingsmaatregelen tijdens bouw en aanlegwerkzaamheden.

  • e.

    rooien: het geheel verwijderen van het boven- en ondergrondse deelvan de houtopstand.

  • f.

    kappen: het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse 

    deel van de houtopstand.

  • g.

    kandelaberen: het terugsnoeien van de kroon tot een hoofdstam met 

    takstompen zonder dat ontsiering van de habitus van de houtopstand plaatsvindt.

  • h.

    snoeien: het wegnemen of inkorten van takken ten behoeve van het reguliere onderhoud.

  • i.

    bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld

    overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de Boswet.

  • j.

    boomwaarde: de actuele vervangingswaarde van een boom zoals

    getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

  • k.

    bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen 

    van voorgenomen bouw of aanleg voor houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.

  • l.

    regulier onderhoud: het al dan niet jaarlijks te verrichten onderhoud 

    dat erop is gericht de boom in goede staat te houden, zowel qua natuurlijke groeivorm als gezondheid, teneinde te voldoen aan de algemene zorgplicht.

  • m.

    Flora- en Faunawet: wet van 1 april 2002. Deze wet regelt de bescherming van plante'- en diersoorten.

  • n

    Boswet : wet van 20 juli 1961 en Plantenziektewet : wet van 5 april 1951

  • o.

    Beschermd dorpsgezicht: De gebieden zoals deze op 30 juni 2007 zijn aangewezen door het Rijk in Het Spiegel en Het Brediuskwartier.

  • p.

    herplantplicht: de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om

    aan de verleende omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstanden de voorwaarde te verbinden dat na het vellen een nieuwe, door het bevoegd gezag aan te geven boom herplant dient te worden, ter vervanging van de gevelde boom of een door het bevoegd gezag te bepalen financiële bijdrage als compensatie in het bomenfonds.

  • q.

    bomenfonds: fonds dat is ingesteld om gelden ter beschikking te

    kunnen stellen voor onderhoud aan waardevolle bomen of herplant van 

    bomen op het grondgebied van de gemeente. Het fonds wordt gevormd door stortingen in situaties dat een opgelegde herplant niet wordt of kan worden gerealiseerd of dat een boom zonder vergunning is geveld.

  • r.

    r.omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden (voor de activiteit kappen): een door het bevoegd gezag afgegeven toestemming tot het, al dan niet onder voorwaarden, mogen vellen van een houtopstand.

Artikel 2: Kapverbod

  • 1. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden een waardevolle houtopstand als genoemd in de waardevolle bomenlijst, een publieke houtopstand of een houtopstand die aanwezig is in een beschermd dorpsgezicht, danwel een houtopstand die minder dan 10 jaar geleden is aangeplant in het beschermd dorpsgezicht of is geplant ter vervanging van een waardevolle boom uit de waardevolle-bomenlijst, en die nog niet voldoet aan de in deze verordening genoemde criteria, te vellen of te doen vellen.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstand die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd als bedoeld in artikel 15 van de Boswet.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor:

    • a.

      a. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet 

      of krachtens een aanschrijving van het bevoegd gezag.

    • b.

      het periodiek snoeien ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

    • c.

      het periodiek snoeien, knotten of kandelaberen als noodzakelijke 

      beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen en 

      dunnen van bosplantsoen ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

    • d.

      kweekgoed en fruitbomen. 

Artikel 3: Aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

  • 1.

  • 1. De omgevingsvergunning voor het vellen van de houtopstanden moet via het Omgevingsloket digitaal of schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd door of namens, dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht, of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is, over de houtopstand te beschikken.

  • 2. De aanvraag dient te geschieden overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, alsmede de daarop gebaseerde Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) en de daarin opgenomen indieningsvereisten en onder bijvoeging van een situatieschets en een foto van de situatie ter plaatse (voor- of achtererf), de soort van de houtopstand, de reden van de aanvraag, de diameter op 1.30 m vanaf het maaiveld, de mogelijkheid tot herplant, alsmede het eventuele voornemen om op een daarbij te vermelden locatie tot herbeplanten van een daarbij te vermelden aantal soorten over te gaan.

  • 3. Als door of namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het bevoegd gezag een afschrift is toegzonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het bevoegd gezag dit afschrift mede als een vergunningsaanvraag.

  • 4. Voor een boom die als waardevolle boom is aangemerkt dient bij de vergunningsaanvraag een rapport te worden bijgevoegd van een daartoe

    gespecialiseerd en erkend bomenadviesbureau, waaruit blijkt dat er onderzoek is uitgevoerd naar de conditie van de desbetreffende boom. Hiervan kan, na overleg met de gemeentelijke toezichthouders, worden afgeweken indien het onmiskenbaar duidelijk is dat de boom in zodanig slechte conditie verkeert dat reeds uit dien hoofde tot vergunningverlening moet worden overgegaan.

Artikel 4: Weigering vergunning

  • 1. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning vergunning om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen.

  • 2. Een omgevingsvergunning wordt geweigerd indien het belang van verlening niet opweegt tegen één of meer van de volgende waarden van behoud van houtopstand:

    • ·

      natuur- en milieuwaarden;

    • ·

      landschappelijke waarden;

    • ·

      cultuurhistorische waarden;

    • ·

      waarden van dorpsschoon;

    • ·

      waarden voor recreatie en leefbaarheid.

    • ·

      de boom aan een ander toebehoort

Artikel 5: Intrekking of wijziging van de vergunning

  • 1.

  • 1. De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      op grond van verandering van omstandigheden of inzichten, 

      opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen

      dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvoor de vergunning is vereist;

    • c.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

  • 2. Alvorens tot intrekking of wijziging wordt besloten, worden de

    belanghebbenden gehoord.

Artikel 6: Procedure

  • 1. Van een aanvraag om een omgevingsvergunning op basis van deze verordening wordt overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht na ontvangst van de aanvraag onverwijld kennis gegeven in de “BussumsNieuws” en op de website van de gemeente Bussum.

  • 2. Van het besluit tot verlening of weigering van een omgevingsvergunning wordt onverwijld kennis gegeven in de “BussumsNieuws” en op de website van de gemeente Bussum onder gelijktijdige verzending aan aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de concrete datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de bezwaartermijn van zes weken voor belanghebbenden. De datum van verzending aan de vergunninghouder kan dus afwijken van de datum van publicatie in de “BussumsNieuws” en op de website van de gemeente Bussum

Artikel 7: Inwerkingtreding beschikking

Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften behoort het

standaardvoorschrift dat niet tot vellen mag worden overgegaan en de

vergunning pas van kracht wordt met ingang van de dag na de dag waarop

de bezwaartermijn afloopt. Indien gedurende de bezwaartermijn een

bezwaarschrift of een voorlopige voorziening is ingediend, wordt de

vergunning pas van kracht één week nadat op het bezwaar of de voorlopige

voorziening is beslist.

Artikel 8: Vervaltermijn vergunning (vervallen)

Artikel 9: Bijzondere vergunningsvoorschriften

Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het

voorschrift: 

  • 1.

    Dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het 

    bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 2.

    Indien niet ter plaatse kan worden herplant het voorschrift dat 

    een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het bomenfonds als genoemd in artikel 1, onder q.

  • 3.

    In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald 

    binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen 

    herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Dat de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden een geldigheidsduur heeft van 1 jaar vanaf het moment dat de omgevingsvergunning onherroepelijk is wordt opgenomen in de vergunning.

  • 5.

    Aanwijzingen ter bescherming van nabijgelegen houtopstand en voorschriften ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.

  • 6.

    Het opstellen en overleggen van een Bomen Effect Analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

  • 7.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit 

    artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te 

    voldoen.

  • 8.

    De verplichting om uiterlijk 24 uur voordat tot kappen c.q. vellen wordt 

    overgegaan te melden bij het Centrale Informatiepunt (CIP) danwel Klantcontactcentrum (KCC) van de gemeente of via de website van de gemeente Bussum onder Melding Openbare Ruimte (MOR).

Artikel 10: Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de eigenaar tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten, danwel een bijdrage te storten in het bomenfonds,

    overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te

    stellen termijn.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in dit

    artikel van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen

    burgemeester en wethouders aan de eigenaar gerechtigde tot de grond

    waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere

    hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen

    om:

    - overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt

    weggenomen;

    - een Visual Tree Assesment (VTA ) op te stellen en aan te bieden.

  • 4. Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 11: Bestrijding van bomenziekten

1.Indien zich op en terrein een of meer bomen bevinden die naar het

oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren voor verspreiding van

bomenziekten of voor vermeerdering van verspreiders van dergelijke ziekten,

is de rechthebbende, indien hij hiertoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn

die maatregelen te treffen die het bevoegd gezag noodzakelijk acht ter

voorkoming van verspreiding van de vastgestelde ziekte.

  • 2.

    Het is verboden gevelde zieke bomen of delen daarvan, met uitzondering van geheel ontschorst hout en hout met een doorsnede kleiner dan 4 cm, voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren.

  • 3.

    Het bevoegd gezag kan ontheffing van dit verbod verlenen.

  • 4.

    Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt

een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke

werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of

namens de gemeente kunnen worden verricht.

Artikel 12: Bescherming publieke houtopstand

1.Het is verboden om houtopstanden, die publiek eigendom zijn:

te beschadigen, te bekladden of te beplakken; daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken.

2.Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke

houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, zonder vergunning

van het bevoegd gezag.

Artikel 13: Noodkap

Het bevoegd gezag, danwel de daartoe door haar aangewezen medewerkers, kunnen toestemming geven tot direct vellen van houtopstanden, indien sprake is van acuut gevaar of een vergelijkbaar spoedeisend belang. Slechts de toestemming wordt gepubliceerd.

Artikel 14: Strafbepaling

  • 1. Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 7, artikel 9, artikel 10 en artikel 11, leden 1, 2 en 4 is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2. Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, dan wel een voorschrift of een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

Artikel 15: Toezicht

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het in deze verordening gestelde zijn belast de door het bevoegd gezag aangewezen personen.

  • 2. De met het toezicht belaste personen zijn bevoegd om bij vermoeden van niet vergunde werkzaamheden als genoemd in artikel 1 onder a tot en met h, deze werkzaamheden stil te leggen. Dit in ieder geval tot aan het moment dat duidelijkheid bestaat over de rechtmatigheid van de werkzaamheden.

Artikel 16: Overgangsbepaling

De vergunningsaanvragen, die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van

de Bomenverordening Busssum 2012, worden afgehandeld volgens het recht zoals dat gold voor de inwerkingtreding van de Bomenverordening Bussum 2012.

Artikel 17: Slotbepaling

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Bomenverordening Bussum 2012".

  • 2. Deze verordening treedt in werking 8 dagen na de dag van publicatie van

    de waardevolle bomenlijst in de BussumsNieuws en op de website van de

    gemeente Bussum.

  • 4. Op datzelfde tijdstip vervalt de “Bomenverordening Bussum 2010” .

  • Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 15 december 2011.

    de griffier, de voorzitter,