Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Verordening op de heffing en invordering van een watertoeristenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van een watertoeristenbelasting 2012
CiteertitelVerordening watertoeristenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2012intrekking

22-11-2012

Huis-aan-huisblad Ons Eiland, 29-11-2012

2012.07319
09-03-201231-12-2012eerste wijziging

23-02-2012

Gemeenteblad 2012, nummer 12

2012 - II - 7
30-12-2011nieuwe versie

22-12-2011

Gemeenteblad 2011, nummer 31

2001 - XII - 9j

Tekst van de regeling

De tekst van de Verordening watertoeristenbelasting zoals deze luidt met ingang van 9 maart 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:1. vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;2. vaste ligplaats: een gedeelte water, dat naar plaatselijk gebruik bestemd is voor het regelmatig afgemeerd hebben dan wel ter anker leggen van een zelfde vaartuig, gedurende een periode van tenminste één week;3. oppervlakte: het product van de grootste lengte en grootste breedte van de vaste ligplaats;4. etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangende om 21.00 uur;5. week: een aaneengesloten tijdvak van zeven etmalen;6. maand: een aaneengesloten tijdvak van dertig etmalen;7. seizoen: het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober;8. kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Terzake van het houden van verblijf binnen de gemeente in het seizoen op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoons-gegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene terzake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld, dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1 De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de grondslag voor een vaartuig dat bij een vaste ligplaats wordt afgemeerd en aan boord waarvan door één of meer personen als bedoeld in artikel 2 verblijf wordt gehouden: de oppervlakte van de vaste ligplaats die door het vaartuig wordt ingenomen.

Artikel 5 Belastingtartief; forfaitair tarief

  • 1 De belasting bedraagt per persoon per etmaal € 0,63.

  • 2 In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor een in het tweede lid van artikel 4 bedoeld vaartuig per vaste ligplaats met een oppervlakte van:

     

        
    ten hoogste 20 m²43,83
    meer dan 20 m² tot en met 30 m²65,69
    meer dan 30 m² tot en met 40 m²87,54
    meer dan 40 m² tot en met 50 m²109,40
    meer dan 50 m²131,42

     

Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitairemaatstaf van heffing

  • 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 5, lid 2, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 5 berekende aantal.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde aanvraag kan desgewenst per vaste ligplaats worden gedaan.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het seizoen.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf:1. door degenen die verblijf houden aan boord van:a. een vaartuig dat is ingericht en gebruikt wordt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van behulphoevenden of van bejaarden;b. kano’s, roei- en volgboten;c. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt.d. een vaartuig tot het tijdelijk uit hoofde van zijn beroep verrichten van werkzaamheden.2. waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting.3. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.  

Artikel 9 Wijze van belastingheffing/aanslaggrens

  • 1 De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2 Belastingaanslagen van minder dan € 10,- worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslag verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 90,- en minder dan € 2.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Verordening watertoeristenbelasting 2011’ van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 april 2012.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel ‘Verordening watertoeristenbelasting 2012’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dirksland, gehouden op 22 december 2011.

De plv. griffier,                                                                                                                           De voorzitter,J. Taale.                                                                                                                                    drs. S. Stoop.