Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lemsterland

Verordening Precariorechten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lemsterland
Officiële naam regelingVerordening Precariorechten
CiteertitelVerordening Precariorechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 229.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-201101-01-2013Onbekend

12-12-2011

Zuid-Friesland

Onbekend

Tekst van de regeling

Verordening Precariorechten

De raad van de gemeente Lemsterland;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van precariorechten 2012.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2. Belastbaar feit.

Onder de naam precariorechten worden rechten geheven ter zake van:

het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3. Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene die het in artikel 2 bedoelde gebruik heeft.

Artikel 4. Belastingjaar.

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5. Berekening van het recht.

  • 1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid, worden, indien enig in deze verordening genoemd recht verschuldigd is per eenheid van tijd en/of afmeting, gedeelten daarvan voor een geheel gerekend.

  • 2. Wanneer de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat of wanneer deze anderszins een deel van het jaar voortduurt en een jaartarief van toepassing is, wordt het recht berekend op zoveel twaalfde delen van dat tarief als het aantal maanden, waarover de belastingplicht zich uitstrekt; een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een gehele maand gerekend.

Artikel 6. Kraampjes, wagens e.d.

  • 1. Voor het plaatsen op openbare grond van kraampjes, wagens of andere verkoopgelegenheden, voor zover dit niet geschiedt op marktplaatsen gedurende de aangewezen marktdagen, wordt geheven op plaatsen, aangegeven in de bij deze verordening behorende tekening ("A-lokatie"):

    tot een oppervlakte van 10 m²:

    • a.

      voor vaste standplaatsen, voor elke dag van de week, waarop de standplaats wordt ingenomen, per jaar € 278,55

    • b.

      voor tijdelijke standplaatsen, niet langer dan 4 maanden:

      per standplaats per dag € 14,25;

      per standplaats per week € 57,20;

      per standplaats per maand € 171,60.

      Voor iedere 5m² boven de hierboven bedoelde oppervlakte worden de tarieven met 10% verhoogd.

  • 2. De tarieven genoemd in het eerste lid van dit artikel worden gehalveerd, indien het belastbare feit plaats vindt op locaties die buiten de in het eerste lid aangegeven grenzen van de bij de verordening behorende tekening vallen, met dien verstande dat het recht nooit minder bedraagt dan € 10,00.

  • 3. Voor de belastingplichtige wordt de meest gunstige wijze van berekening van de tarieven gehanteerd.

Artikel 7. Uitstallen van goederen.

Voor het uitstallen van goederen op openbare grond, op andere wijze dan bedoeld in artikel 6, wordt geheven per jaar:

  • a.

    tot en met een oppervlakte van 2 m² € 17,25

  • b.

    voor een oppervlakte groter dan 2 m², tot en met 5 m² € 28,65

  • c.

    voor een oppervlakte groter dan 5 m², tot en met 10 m² € 40,15

  • d.

    voor een oppervlakte groter dan 10 m² € 40,15 vermeerderd met € 5,50 per m² waarmee de oppervlakte de 10 m² overschrijdt.

Artikel 8. Palen, steigers.

Voor het hebben van een steiger boven water of palen in het water wordt geheven per strekkende meter per jaar €. 3,55.

Artikel 9. Terrassen.

  • 1. Voor het gebruiken van de openbare weg, welke bij de gemeente in beheer of onderhoud is, voor het uitbreiden van een, aan de weg gelegen, bedrijfsruimte met een zitgelegenheid in de openlucht, voorzien van stoelen en/of tafels wordt geheven voor elke gebruikte m² openbare weg per jaar €. 51,75.

  • 2. In incidentele gevallen kan het college van het in het eerste lid genoemde tarief afwijken. Onder incidenteel wordt verstaan: een tijdelijke situatie (die eindig is), zulks ter beoordeling aan het college.

Artikel 10. Motorbrandstofinstallaties enz.

Voor het hebben van een installatie, met inbegrip van de daarbij behorende geleidingen voor de levering van benzine of andere motorbrandstoffen, olie, lucht of water, wordt geheven per jaar:

  • 1.

    voor een aftappunt (met toebehoren) voor benzine, olie of

    andere motorbrandstof €. 120,40;

  • 2.

    voor een verplaatsbaar aftappunt (met toebehoren) voor

    benzine, olie of andere motorbrandstof €. 30,10;

  • 3.

    voor een aftappunt (met toebehoren) voor lucht en water €. 24,10;

  • 4.

    voor een vulput €. 12,05;

  • 5.

    voor een tank voor benzine, olie enz. per m²

    benodigde grondoppervlakte €. 24,10.

Artikel 11. Hijsmasten.

Voor het hebben van een hijsmast wordt geheven per jaar €. 36,00.

Artikel 12. Algemeen tarief.

Voor het gebruiken van grond op enige andere wijze, voor zover daarvoor niet betaald moet worden ingevolge deze of andere verordening of ingevolge overeenkomst, wordt geheven tot een oppervlakte van 10m²

per jaar €. 29,70.

Voor iedere volgende m² boven de hierboven genoemde oppervlakte wordt het tarief verhoogd met €. 14,90.

Artikel 13. Wijze van heffing.

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 14. Termijnen van betaling.

De aanslagen moeten worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

Artikel 15. Kwijtschelding van belasting.

Bij de invordering van precariorechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 16. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariorechten.

Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. De "Verordening Precariorechten Lemsterland" van 13 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Precariorechten".

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2011.

    De voorzitter,

    De griffier,