Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint-Oedenrode

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint-Oedenrode
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt Verordening toeristenbelasting 2011; datum ingang heffing 01-01-2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 224

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-201101-01-2013Onbekend

15-12-2011

Onbekend

82/2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening toeristenbelasting 2012

De raad van de gemeente Sint-Oedenrode;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2011, met nummer 82/2011;

en gelet op artikel 224 van de Gemeentewet

Besluit

Vast te stellen de volgende verordening:

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2012"

(Verordening toeristenbelasting 2012)

Artikel 1: Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2: Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid beidt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3: Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toegelaten Zorginstellingen.

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4: Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5: Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,00.

Artikel 6: Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. In afwijking van het gestelde in artikel 4 kan belastingplichtige opteren voor een ‘forfaitaire’ berekeningwijze inhoudende dat de belasting wordt berekend over de vergoeding die voor het verblijf in rekening wordt gebracht. De toeristenbelasting daarbij niet in begrepen.

  • 2. Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens verblijf aan de heffing van de omzetbelasting is onderworpen.

  • 3. De door belastingplichtige te overleggen gegevens, zoals bedoeld in lid 1 en lid 2, dient voorzien te zijn van een goedkeurende verklaring van de accountant.

  • 4. Indien belastingplichtige opteert voor de berekening als hiervoor in lid 1 is bedoeld dan bedraagt de belasting 7,5% van de verblijfsvergoeding.

Artikel 7: Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8: Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven

Artikel 9: Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan 20 zal of heeft belopen.

Artikel 10: Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11: Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting

Artikel 12: Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden voordat hij de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren , bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d, van de gemeentewet.

Artikel 13: Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De "Verordening Toeristenbelasting 2011", vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 15 december 2011.

De griffierM.H.J.van Els
De voorzitterP.M.Maas