Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 20ste juni 2007 ter uitvoering van artikel 84, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer 2005 (Beschikking slepen)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 20ste juni 2007 ter uitvoering van artikel 84, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer 2005 (Beschikking slepen)
CiteertitelBeschikking slepen
Vastgesteld door
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsbesluit luchtverkeer 2005, art. 84, tweede lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-2007Nieuwe regeling

20-06-2007

P.B. 2007, no. 47

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 20ste juni 2007 ter uitvoering van artikel 84, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer 2005 (Beschikking slepen)

Artikel 1

Ontheffing van het verbod in artikel 84, eerste lid, van het Landsbesluit Luchtverkeer 2005 kan worden verleend aan gezagvoerders van sleepvliegtuigen voor het uitvoeren van een VFR-vlucht met inachtneming van de volgende regels:

  • a.

    een ontheffing wordt schriftelijk aangevraagd bij de Minister. Een ontheffing kan verleend worden voor een periode van zes maanden;

  • b.

    de gezagvoerder beschikt over de bevoegdverklaring "sleepvliegen";

  • c.

    het luchtvaartuig, waarmede de sleepvlucht wordt uitgevoerd moet voldoen aan de luchtwaardigheidseisen zoals die door de Minister worden vastgesteld;

  • d.

    boven Nederlands-Antilliaans grondgebied tot 200 m buiten de kustlijn wordt de sleepvlucht, behalve wanneer dat nodig is om op te stijgen of te landen, uitgevoerd op tenminste 400 m boven de hoogste hindernis, die zich binnen een afstand van 600 m van het sleepvliegtuig bevindt;

  • e.

    indien het sleepvliegen zal plaatsvinden in een plaatselijk verkeersleidingsgebied wordt dit in het vliegplan vermeld onder aanduiding van de verwachte tijd van de sleepvlucht. De terzake gegeven aanwijzingen van de betrokken verkeersleidingsdienst moeten worden opgevolgd;

  • f.

    het afwerpen van sleepkabel en sleep moet zodanig plaatsvinden dat deze neerkomen zonder schade toe te brengen aan personen of zaken;

  • g.

    het doen neerkomen op een luchtvaartterein mag alleen met schriftelijke toestemming en met inachtneming van de voorschriften van de luchthavenmeester van het desbetreffende luchtvaartterrein;

  • h.

    het doen neerkomen op een terrein buiten een luchtvaartterrein mag alleen met schriftelijke toestemming van of vanwege de Gezaghebber binnen wiens eilandgebied dit terrein is gelegen.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatie-blad, waarin zij geplaatst is.

Artikel 3

Deze beschikking wordt aangehaald als: Beschikking slepen.