| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | MINISTERIELE- BESCHIKKING van de 1ste December 1988, ter uitvoering van artikel 12, tweede en derde lid van het Curacaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96, zoals gewijzigd), tot aanwijzing van luchtvaartterreinen in de Nederlandse Antillen alsmede ter regeling van de bestemming ervan |
| Citeertitel | Onbekend |
| Vastgesteld door | |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp |
Geen
Curacaosch Luchtvaartbesluit 1935” (P.B. 1935, no. 96), art. 12, tweede en derde lid
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 02-12-1988 | Nieuwe regeling | 01-12-1988 P.B. 1988, no. 85 | onbekend |
1. Het terrein, als aangegeven op de bij deze Ministeriele-Beschikking behorende kaart, bestaande uit het perceel grond groot 335 ha. 10 are, gelegen op Hato in het tweede district van Curacao en nader omschreven in meetbrief no. 402 van 13 september 1977, met al het daarop gebouwde, wordt ten behoove van de naamloze vennootschap Curacao International Airport N.V. zijnde de exploitant ervan, onder de benaming “Aeropuerto Hato” aangewezen als luchtvaartterrein.
2. Als luchtvaartterrein worden voorts aangewezen:
De “Flamingo Luchthaven” op Bonaire.
De “Prinses Juliana Luchthaven” op Sint Maarten.
Het “F.D. Roosevelt vliegveld” op St. Eustatius.
Het “Juancho Irausquin vliegveld” op Saba.
3. De kadastrale begrenzing van de luchtvaartterreinen genoemd in het voorgaande lid, zal nader bij Ministeriele-Beschikking worden vastgelegd.
1. De aanwijzingen van artikel 1, eerste en tweede lid onder a. b. en c. hebben betrekking op het openbaar – waaronder begrepen het national em international – luchtverkeer met burgelijke luchtvaartuigen.
2. De aanwijzing in artikel 1, tweede lid onder d. heeft betrekking op het beperkt openbaar – waaronder begrepen het nationaal en international – luchtverkeer met burgerlijke luchtvaartuigen.
Door het Direkteur van het Departement van Luchtvaart worden de aan dit vliegveld verbonden beperkingen bij het verlenen van toestemming voor gebruik van het vliegveld in acht genomen, welke toestemming schriftelijk wordt vastgelegd. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
3. De aangewezen luchtvaartterreinen zijn tevens bestemd tot medegebruik door luchtvaartuigen in gebruik bij de Nederlandse militaire luchtvaart.
Het bepaalde in artikel 1, eerste en tweede lid, wordt ter overbrugging van de reeds eerder plaatsgevonden aanwijzing van deze luchtvaartterreinen, beschouwd als een heraanwijzing.
Deze heraanwijzing wordt geacht met de oude rechtsgevolgen van kracht te zijn.
Aan de aanwijzing van luchtvaartterreinen kunnen voorwaarden worden verbonden.
De Ministeriele-Beschikking van de 15de april 1980 tot wijziging van de Ministeriele-Beschikking van de 28ste januari 1977 (P.B. 1980, nr. 88) alsmede de Ministeriele-Beschikking van de 18de November 1981 ter uitvoering van artikel 12, tweede en derde lid van het “Curacaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1981, no. 348) worden ingetrokken.
Dezez Ministeriele-Beschikking, welke in het publicatieblad zal worden opgenomen, treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin zij geplaatst is.