Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 20ste juni 2007 ter uitvoering van artikel 82, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer 2005 (Beschikking gebruik hoogtemeter)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 20ste juni 2007 ter uitvoering van artikel 82, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer 2005 (Beschikking gebruik hoogtemeter)
CiteertitelBeschikking gebruik hoogtemeter
Vastgesteld door
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsbesluit luchtverkeer 2005, art. 82, tweede lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-2007Nieuwe regeling

20-06-2007

P.B. 2007, no. 45

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 20ste juni 2007 ter uitvoering van artikel 82, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer 2005 (Beschikking gebruik hoogtemeter)

Afdeling 1 Algemeen

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a.

    grondkoers: de projectie op het aardoppervlak van de vliegbaan van een luchtvaartuig waarvan de richting wordt uitgedrukt in graden ten opzichte van het ware noorden afgekort T, het magnetische noorden afgekort M of het kaartnetnoorden afgekort G;

  • b.

    voet: de lengte gelijk aan 0.3048 m;

  • c.

    hoogte: de verticale afstand tussen een vlak, een punt of een als punt te beschouwen voorwerp en een referentievlak, referentiepunt of als referentiepunt te beschouwen voorwerp;

  • d.

    vliegniveau: een vlak van constante atmosferische druk in relatie tot het referentie-drukvlak van 1013.2 hectopascals (hPa), dat van soortgelijke vlakken is gescheiden door bepaalde drukintervallen;

  • e.

    overgangshoogte: de hoogte boven gemiddeld zeeniveau waarop en waar beneden de vlieghoogte wordt uitgedrukt in hoogte boven gemiddeld zeeniveau;

  • f.

    overgangsniveau: het laagst beschikbare vliegniveau boven de overgangshoogte;

  • g.

    QFE: de atmosferische druk op het vliegveldniveau;

  • h.

    QNH: de QFE herleid tot gemiddeld zeeniveau in de ICAO-standaardatmosfeer.

Vliegniveaus

Artikel 2
  • 1.

    Vliegniveau nul is gelegen op het atmosferisch drukvlak van 1013,2 hPa. Opeenvolgende vliegniveaus zijn gescheiden door een drukinterval dat overeenkomst met ten minste 500 voet in de ICAO-standaardatmosfeer.

  • 2.

    Een vliegniveau wordt aangeduid met de hoofdletters FL gevolgd door een getal, dat overeenkomt met een honderdste deel van de desbetreffende drukhoogte in voeten in de ICAO-standaardatmosfeer.

Overgangshoogte en overgangsniveau

Artikel 3
  • 1. De overgangshoogte in het vluchtinformatiegebied Curaçao is 2500 voet en in het Sint Maarten TMA 5000 voet.

  • 2. Het overgangsniveau in het vluchtinformatiegebied Curaçao is Fl 40 en in het Sint Maarten TMA Fl 65.

Artikel 4

Voor genoemde luchtvaartterreinen wordt tenminste elk uur door de Meteorologische Dienst van de Nederlandse Antillen en Aruba de QNH geregistreerd en zo snel mogelijk aan de luchtverkeersdiensten doorgegeven.

Afdeling II Gebruik hoogtemeter

Hoogtemeterinstelling

Artikel 5
  • 1. Vóór de aanvang van een vlucht wordt elke drukhoogtemeter gecontroleerd op juiste aanwijzing.

  • 2. Vóór het opstijgen wordt tenminste één drukhoogtemeter ingesteld op de QNH van het luchtvaartterrein en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in voeten boven zeeniveau tot en met het bereiken van de overgangshoogte.

  • 3. Bij het tijdens de stijgvlucht passeren van de overgangshoogte wordt tenminste één drukhoogtemeter ingesteld op de drukwaarde van 1013.2 hPa en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in termen van vliegniveau.

  • 4. Tijdens een vlucht op een kruishoogte liggende tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau wordt tenminste één drukhoogtemeter ingesteld op de drukwaarde van 1013.2 hpa en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in termen van vliegniveau.

  • 5. Bij het tijdens de daalvlucht passeren van het overgangsniveau wordt tenminste één drukhoogtemeter ingesteld op de QNH van het luchtvaartterrein en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in voeten boven zeeniveau

Artikel 6

De instelling op QNH kan reeds vóór het passeren van het overgangsniveau geschieden, indien de betrokken luchtverkeersleidingsdienst – na het verstrekken van de naderingsklaring – toestaat om vlieghoogte uit te drukken in hoogte boven gemiddeld zeeniveau uitgedrukt in voeten nadat de einddaling is ingezet en wordt voorzien dat boven de overgangshoogte geen horizontale vlucht meer zal plaatsvinden.

Afdeling III Kruishoogte

Algemeen

Artikel 7

Kruishoogte en andere vlieghoogtes moeten worden uitgedrukt in:

  • a.

    hoogte boven zeeniveau uitgedrukt in voeten op of beneden de overgangshoogte. In dit geval is tenminste één drukhoogtemeter ingesteld op de QNH van het dichtstbijzijnde luchtvaartterrein;

  • b.

    vliegniveau op of boven het overgangsniveau;

  • c.

    vliegniveau tijdens stijgvlucht tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau;

  • d.

    hoogte boven zeeniveau uitgedrukt in voeten tijdens daalvlucht tussen overgangsniveau en overgangshoogte;

  • e.

    vliegniveau bij een kruisvlucht liggende tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau.

Artikel 8
  • 1. Een horizontaal deel van een VFR-vlucht boven 3000 voet (900m) binnen het vluchtinformatiegebied Curaçao boven de grond of het water moet worden uitgevoerd op een vliegniveau als aangegeven in de bij deze beschikking behorende bijlage.

  • 2. Een horizontaal deel van een VFR-vlucht boven 5000 voet (1500m) binnen het Sint Maarten TMA boven de grond of het water moet worden uitgevoerd op een vliegniveau als aangegeven in de bij deze beschikking behorende bijlage.

  • 3. Een horizontaal deel van een gecontroleerde vlucht binnen een luchtverkeersleidingsgebied moet worden uitgevoerd op een kruishoogte als in de bij deze beschikking behorende bijlage aangegeven voor een IFR-vlucht behoudens dat de correlatie tussen vlieghoogten en de magnetische grondkoers niet van toepassing zal zijn wanneer anderzijds aangeduid in klaringen.

  • 4. Een horizontaal deel van een IFR-vlucht buiten een luchtverkeersleidingsgebied moet worden uitgevoerd op een kruishoogte als aangegeven in de bij deze beschikking behorende bijlage.

Artikel 9

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin zij geplaatst is.

Artikel 10

Deze beschikking wordt aangehaald als: Beschikking gebruik hoogtemeter.

BIJLAGE

Algemene tabel van kruishoogtes

GRONDKOERS (Magnetisch)
0000 - 17901800 - 3590
IFR VFR IFR VFR
FLHoogte MSLFLHoogte MSLFLHoogte MSLFLHoogte MSL
Meter VoetMeter VoetMeter VoetMeter Voet
- - 3050 70 90110130150170190210230250270290310330350370390410450490 etc. - - - - 900 3000 1500 5000 2150 7000 2750 9000 3350 11000 3950 13000 4550 15000 5200 17000 5800 19000 6400 21000 7000 23000 7600 25000 8250 27000 8850 29000 9450 31000 10050 33000 10650 35000 11300 37000 11900 39000 12500 41000 13700 45000 14950 49000 etc. etc.- - 35 55 75 95115135155175195 - - - - 1050 3500 1700 5500 2300 7500 2900 9500 3500 11500 4100 13500 4700 15500 5350 17500 5950 19500 noot : de maximale VFR kruishoogte is FL 195.- - 40 60 80100120140160180200220240260280300320340360380400430470510 etc. - - - - 1200 4000 1850 6000 2450 8000 3050 10000 3650 12000 4250 14000 4900 16000 5500 18000 6100 20000 6700 22000 7300 24000 7900 26000 8550 28000 9150 30000 9750 32000 10350 34000 10950 36000 11600 38000 12200 40000 13100 43000 14350 47000 15550 51000 etc. etc.- - 45 65 85105125145165185 - - - - 1350 4500 2000 6500 2600 8500 3200 10500 3800 12500 4400 14500 5050 16500 5650 18500 noot : de maximale VFR kruishoogte is FL 185.

Afkortingen: FL vliegniveau

Hoogte MSL: hoogte boven gemiddeld zeeniveau