Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 21ste maart 2001 ter uitvoering van artikel 4 van de Warenlandsverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 21ste maart 2001 ter uitvoering van artikel 4 van de Warenlandsverordening
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorMinister van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334), artikel 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-03-2001Nieuwe regeling

21-03-2001

P.B. 2001, no. 35

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 21ste maart 2001 ter uitvoering van artikel 4 van de Warenlandsverordening

Artikel 1

Het is verboden in de Nederlandse Antillen in- of uit te voeren dan wel te verhandelen:

  • a.

    vlees van runderen direct of indirect afkomstig uit landen dan wel uit andere eilandgebieden van de Nederlandse Antillen die blijkens mededeling van de Directeur van het Departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne niet vrij van risico zijn ter zake van het voorkomen van Boviene Spongiforme Encephalopathie (BSE) onder de veestapel;

  • b.

    door de Directeur van het Departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne vast te stellen delen van dieren die een risico vormen ter zake van het voorkomen van BSE, waaronder in ieder geval de gehele kop met uitzondering van de tong, hersenen, dorsale ganglia, ruggegraat, ruggemerg, ogen, toncillen, darmen, longen en milt van runderen, schapen en geiten direct of indirect afkomstig uit de onder a bedoelde landen dan wel van in Nederlandse Antillen geslachte dieren;

  • c.

    producten waarin het onder a bedoelde vlees of de onder b bedoelde delen van dieren zijn verwerkt;

  • d.

    dierbeendermeel;

  • e.

    diervoeders waarin het onder a bedoelde vlees, de onder b bedoelde delen van dieren of dierbeendermeel zijn verwerkt.

Artikel 2

Door de Directeur van het Departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne kan ontheffing van de in artikel 1 en 3 gestelde verboden worden verleend aan bedrijven of importeurs, indien deze bij het daartoe strekkende verzoek door middel van een gezondheidscertificaat kunnen aantonen dat het vlees, de delen van dieren of diervoeders bedoeld in artikel 1, vrij zijn van risico ter zake van het voorkomen van BSE.

Artikel 3

  • 1. Het is, behoudens in geval een ontheffing als bedoeld in artikel 2 is verleend, verboden het vlees, de delen van dieren, dierbeendermeel of diervoeders, bedoeld in artikel 1, die voorhanden of opgeslagen zijn, dan wel zich in de schappen van de winkels bevinden, te verkopen.

  • 2. Deze producten dienen overeenkomstig regels door de Directeur van het Departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne op te stellen te worden vernietigd.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad waarin zij geplaatst is en vervalt zes maanden na haar inwerkingtreding of zoveel eerder als een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als bedoeld in artikel 3 van de Warenlandsverordening met dezelfde strekking in werking is getreden.