Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 7de maart 1977 ter uitvoering van artikel 8 lid 6 van de Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren (P.B. 1969, no. 44)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 7de maart 1977 ter uitvoering van artikel 8 lid 6 van de Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren (P.B. 1969, no. 44)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren (P.B. 1969, no. 44), zoals gewijzigd het laatst bij landsverordening van de 19de juli 1976 (P.B. 1976, no. 150), uitvoering te geven aan artikel 8 zesde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-03-1977Nieuwe regeling

07-03-1977

P.B. 1977, no. 67

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 7de maart 1977 ter uitvoering van artikel 8 lid 6 van de Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren (P.B. 1969, no. 44)

Artikel 1

Artikel 8 lid 1 van de Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren (P.B. 1969, no. 44), zoals gewijzigd, wordt gelezen als volgt:

  • I.

    vanaf 1 juli 1971:

    • 1.

      Het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per kalenderjaar aanspraak heeft bedraagt:

  • a.

    19 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van minder dan ƒ 8640,— 's jaars indien gehuwd, of minder dan ƒ 6912,— 's jaars indien ongehuwd;

  • b.

    22 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 8640,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 6912,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 15.420,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 12.336,— ’s jaars indien ongehuwd;

  • c.

    25 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 15.420,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 12.336,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 25.200,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 20.160,— 's jaars indien ongehuwd;

  • d.

    28 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 25.200,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 20.160,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 34.800,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 27.840,— ’s jaars indien ongehuwd;

  • e.

    30 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 34.800,— 's jaars indien gehuwd of van tenminste ƒ 27.840,— 's jaars indien ongehuwd.";

  • II.

    vanaf 1 juli 1972:

  • 1.

    Het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per kalenderjaar aanspraak heeft bedraagt:

    • a.

      19 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van minder dan ƒ 9060,— 's jaars indien gehuwd, of van minder dan ƒ 7248,— 's jaars indien ongehuwd;

    • b.

      22 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 9060,— 's jaars indien gehuwd of van tenminste ƒ 7248,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 16.140,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 12.912,— ’s jaars indien ongehuwd;

    • c.

      25 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 16.140,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 12.912,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 26.400,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 21.120,— 's jaars indien ongehuwd;

    • d.

      28 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 26.400,— 's jaars indien gehuwd of van tenminste ƒ 21.120,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 36.420,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 29.136,— ’s jaars indien ongehuwd;

    • e.

      30 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 36.420,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 29.136,— 's jaars indien ongehuwd.";

  • III.

    vanaf 1 juli 1973:

  • 1.

    Het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per kalenderjaar aanspraak heeft bedraagt:

    • a.

      19 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van minder dan ƒ 9660,— 's jaars indien gehuwd, of minder dan ƒ 7728,— 's jaars indien ongehuwd;

    • b.

      22 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 9660,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 7728,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 17.220,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 13.776,— 's jaars indien ongehuwd;

    • c.

      25 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 17.220,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 13.776,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 28.080,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 22.464,— 's jaars indien ongehuwd;

    • d.

      28 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 28.080,— 's jaars indien gehuwd of van tenminste ƒ 22.464,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 38.100,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 30.480,— ’s jaars indien ongehuwd;

    • e.

      30 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 38.100,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 30.480,— 's jaars indien ongehuwd.";

  • IV.

    vanaf 1 januari 1974:

  • 1.

    Het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per kalenderjaar aanspraak heeft bedraagt:

    • a.

      19 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van minder dan ƒ 10.320,— 's jaars indien gehuwd, of minder dan ƒ 8256,— 's jaars indien ongehuwd;

    • b.

      22 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 10.320,— 's jaars indien gehuwd, of van. tenminste ƒ 8256,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 18.360,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 14.688,— 's jaars indien ongehuwd;

    • c.

      25 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 18360,— 's jaars indien gehuwd of van tenminste ƒ 14.688,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 30.000,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 24.000,— 's jaars indien ongehuwd;

    • d.

      28 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 30.000,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 24.000,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 41.400,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 33.120,— ’s jaars indien ongehuwd;

    • e.

      30 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 41.400,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 33.120,— 's jaars indien ongehuwd.";

  • V.

    vanaf 1 juli 1974:

  • 1.

    Het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per -kalenderjaar aanspraak heeft bedraagt:

    • a.

      19 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van minder dan ƒ 11.700,— 's jaars indien gehuwd, of van minder dan ƒ 9.360,— 's jaars indien ongehuwd;

    • b.

      22 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 11.700,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 9.360,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 20,880,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 16.704,— 's jaars indien ongehuwd;

    • c.

      25 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 20.880,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 16.704,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 34.080,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 27.264,— 's jaars indien ongehuwd;

    • d.

      28 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 34.080,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 27.264,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 47.100,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 37.680,— 's jaars indien ongehuwd;

    • e.

      30 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 47.100,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 37.680,— 's jaars indien ongehuwd.";

  • VI.

    vanaf 1 januari 1975:

  • 1.

    Het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per kalenderjaar aanspraak heeft bedraagt:

    • a.

      19 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van minder dan ƒ 12.540,— 's jaars indien gehuwd, of van minder dan ƒ 10.032,— 's jaars indien ongehuwd ;

    • b.

      22 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 12.540,— 's jaars indien gehuwd of van tenminste ƒ 10.032,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 22.080,— ’s jaars indien gehuwd, of minder dan ƒ 17.664,— 's jaars indien ongehuwd;

    • c.

      25 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 22.080,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 17.664,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 35.640,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 28.512,— 's jaars indien ongehuwd;

    • d.

      28 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 35.640,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 28.512,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 48.900,— 's jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 39.120,— 's jaars indien ongehuwd;

    • e.

      30 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 48.900,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 39.120,— 's jaars indien ongehuwd.";

  • VII.

    vanaf 1 juli 1975:

  • 1.

    Het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per kalenderjaar aanspraak heeft bedraagt:

    • a.

      19 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van minder dan ƒ 13.440,— 's jaars indien gehuwd, of van minder dan ƒ 10.752,— 's jaars indien ongehuwd;

    • b.

      22 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 13.440,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 10.752,-—- 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 23.400,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 18.720,— 's jaars indien ongehuwd;

    • c.

      25 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een aanvangsbezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 23.400,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 18.720,—• 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 37.260,— ’s jaars indien gehuwd of minder dan ƒ 29.808,— 's jaars indien ongehuwd;

    • d.

      28 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 37.260,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 29.808,— 's jaars indien ongehuwd, doch minder dan ƒ 50.820,— 's jaars indien gehuwd of minder dan 40.656,— 's jaars indien ongehuwd;

    • e.

      30 werkdagen voor de ambtenaar die een betrekking bekleedt waaraan een bezoldiging is verbonden van tenminste ƒ 50.820,— 's jaars indien gehuwd, of van tenminste ƒ 40.656,— 's jaars indien ongehuwd.".

Artikel 2

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging.