Overheidsorganisatie | Gemeente Lemsterland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten + Tarieventabel reinigingsheffingen 2012 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financien en economie |
Geen
Wet milieubeheer, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en artikel 15.33.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2011 | 01-01-2013 | Onbekend | 12-12-2011 Zuid-Friesland 21 december 2011 | Onbekend |
De raad van de gemeente Lemsterland;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2011;
gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012.
Krachtens deze verordening worden geheven:
een afvalstoffenheffing;
reinigingsrechten.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven:
dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen indien de dagtekening van de aanslag vóór of op 30 april van het belastingjaar is gelegen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
dat de aanslagen moeten worden betaald in vijf gelijke termijnen indien de dagtekening van de aanslag is gelegen na 30 april en vóór of op 31 juli van het belastingjaar. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen indien de dagtekening van de aanslag is gelegen na 31 juli van het belastingjaar. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
De reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
De reinigingsrechten moeten worden betaald binnen drie weken na de dagtekening van de kennisgeving.
1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt voor maximaal 100% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend.
2. Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
3. Kwijtschelding kan worden aangevraagd tot uiterlijk drie maanden na de dagtekening van de aanslag.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
De "Verordening reinigingsheffingen" van 13 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
12 december 2011.
De voorzitter,
De griffier,
behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012.
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
a. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar
of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij
aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt
door één persoon € 249,24.
b. de belasting als bedoeld onder a. wordt, indien gebruikwordt gemaakt van een 240 liter container voor het GFT-afval € 269,24.
c.indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar
of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij
aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt
door twee of meer personen € 271,92.
d.de belasting als bedoeld onder c. wordt, indien gebruik
wordt gemaakt van een 240 liter container voor het GFT-
afval € 291,92.
Bij wijziging van het huishouden en/of de grootte van de GFT-container in de loop van het belastingjaar vindt geen verrekening of aanpassing van het tarief plaats.
Het tarief voor het omwisselen van containervolume bedraagt per wisseling € 27,50.
Deze wisseling van containervolume is gratis, indien de wisseling plaatsvindt
binnen drie maanden na de in de Gemeentelijke Basisadministratie vastgelegde datum van verhuizing.
Het recht bedraagt voor:
op door of vanwege het college van burgemeester en wethouders te bepalen tijden en aan te wijzen plaatsen op het vuiloverslagstation:
voor het storten van:
bouw- en sloopafval per 1 kg € 0,12
schoon puin afval per 1 kg € 0,03
voor het storten van banden zonder velg:
autobanden (personenauto) per stuk € 3,85
vrachtautobanden per stuk € 16,70
tractorbanden per stuk € 39,50
Behoort bij raadsbesluit van 12 december 2011.
De griffier van Lemsterland,