Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Franekeradeel

Subsidieverordening Franekeradeel 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Franekeradeel
Officiële naam regelingSubsidieverordening Franekeradeel 2011
CiteertitelSubsidieverordening Franekeradeel 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

-

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 147, lid 1 van de gemeentewet en de Algemene Wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-2011Nieuwe regeling

01-12-2011

Franeker courant 14-12-2011

Stuknr.11. 201473

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Franekeradeel 2011

De raad van de gemeente Franekeradeel;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel van 25 oktober 2011;

gelet op artikel 147, lid 1 van de Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht;

B E S L U I T:

tot vaststelling van de navolgende

Subsidieverordening Franekeradeel 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 : Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Activiteit: een werkzaamheid, evenement of gebeurtenis, niet zijnde een uitgave om duurzame kapitaalgoederen, zowel roerend als onroerend, aan te schaffen.

  • 2.

    Activiteitenplan: plan dat een overzicht geeft van de activiteiten van de rechtspersoon waarvoor subsidie wordt gevraagd. Deze activiteiten worden vertaald in meetbare prestaties en beoogde effecten. Het plan bevat ook de relatie tussen de voorgenomen activiteiten en het gemeentelijk beleid en vermeldt de benodigde personele en materiële middelen per activiteiteit.

  • 3.

    Activiteitenverslag: een verslag dat de aard en omvang van de gesubsidieerde activiteiten beschrijft en een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen geeft , alsmede een toelichting op de verschillen.

  • 4.

    Controleverklaring: verklaring als bedoeld in art. 393, 5e lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Een controleverklaring is het resultaat van een controleopdracht aan een accountant.

  • 5.

    Samenstellingsverklaring: een samenstellingsverklaring is het resultaat van een samenstellingsopdracht aan een accountant.

  • 6.

    Beleidsregels: algemene regels omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de praktische uitleg en uitvoering van het uitvoeringsprogramma Welzijnssubsidies.

  • 7.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Franekeradeel.

  • 8.

    Raad: gemeenteraad van de gemeente Franekeradeel.

  • 9.

    Incidentele subsidie: vorm van subsidiëring waarbij de gemeente een subsidie verstrekt aan de subsidieontvanger voor het leveren van een eenmalige activiteit.

  • 10.

    Structurele subsidie: vorm van subsidiëring waarbij de gemeente voor een bepaalde periode (subsidietijdvak) subsidie verstrekt aan de subsidieontvanger. De subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt.

  • 11.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • 12.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een kalenderjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies.

  • 13.

    Uitvoeringsprogramma Welzijnssubsidies: programma waarin gemeentelijke doelstellingen en beleidsregels voor verstrekkingen van welzijnssubsidies zijn vastgelegd.

  • 14.

    Subsidietijdvak: periode, zoals vastgesteld in het Uitvoeringsprogramma Welzijnssubsidies, waarvoor subsidie wordt verstrekt.

  • 15.

    Uitvoeringsovereenkomst: overeenkomst tussen gemeente en subsidieontvanger waarin specifieke bepalingen worden opgenomen, over de te leveren diensten, activiteiten en prestaties waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 2 : Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening is van toepassing op subsidiëring van activiteiten die bijdragen aan de beleidsdoelen zoals genoemd in het gemeentelijke Uitvoeringsprogramma Welzijnssubsidies.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten door de gemeente Franekeradeel, voor zover daarop geen ander wettelijk voorschrift van toepassing is.

Artikel 3 : Bevoegdheden

  • 1. De raad stelt het beleid vast.

  • 2. Het college stelt het Uitvoeringsprogramma Welzijnssubsidies voor een subsidietijdvak vast.

  • 3. Het college stelt beleidsregels en subsidieplafonds vast met betrekking tot de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Welzijnssubsidies.

  • 4. Het college besluit over het al dan niet verlenen, vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidies, met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen en het subsidieplafond.

Artikel 4: Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet door de raad is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 5: Weigerings- en intrekkingsgronden

  • 1.

    Subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen, worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan de ingezetenen van de gemeente;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd;

    • c.

      de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden - hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden - kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • d.

      de activiteiten niet passen binnen het geldende Uitvoeringsprogramma Welzijnssubsidies;

    • e.

      de aanvrager doelstelling beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • f.

      .de activiteiten in enig opzicht strijdig zijn met internationale verdragen en/of algemeen erkende rechten van de mens;

    • g.

      gde doelstelling, activiteiten, statuten of reglementen van de aanvrager dan wel het beoogde gebruik van de subsidie discriminatie, op welke grond dan ook, oplevert.

      Onder discriminatie wordt in dit verband niet begrepen onderscheid ter opheffing van maatschappelijke achterstand.

  • 2.

    Bij onjuiste of onrechtmatige besteding van subsidiegelden, worden deze gelden teruggevorderd.

Hoofdstuk 2 Incidentele subsidies

Artikel 6: Moment van aanvraag

Aanvragen voor incidentele subsidies moeten tenminste 8 weken voor aanvang van de activiteit waarvoor de subsidie wordt gevraagd, bij het college worden ingediend.

Artikel 7: Eisen aan een aanvraag voor incidentele subsidie

  • 1.

    Naast het bepaalde in art 4:2 Awb, gaat een aanvraag voor incidentele subsidie in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een beschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      een financieringsoverzicht of begroting met betrekking tot de activiteit;

    • c.

      vermelding van de datum wanneer de activiteit gehouden wordt.

  • 2.

    Voor zover de aanvrager elders voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidie en/of een financiële bijdrage heeft aangevraagd, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de hoogte van het gevraagde bedrag en de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van de aanvraag.

  • 3.

    Incidentele subsidies worden enkel verstrekt indien uit de aanvraag blijkt dat het be- trekking heeft op de subsidiëring van een incidentele activiteit, die, naast het overig bepaalde, voldoet aan de eis dat deze activiteit een vernieuwende of belangrijke aanvullende waarde heeft.

Artikel 8: Beslistermijn college

  • 1.

    Het college beslist over de aanvraag voor een incidentele subsidie uiterlijk 6 weken na ontvangst van de in artikel 7 bedoelde stukken.

  • 2.

    Het college kan de beslissing als bedoeld in het eerste lid met ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 9: Subsidievaststelling tot en met € 2000,-

Incidentele subsidies tot en met een bedrag van € 2000,- worden verleend onder gelijktijdige vaststelling van het subsidiebedrag en vermelding van de activiteit waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

Artikel 10: Subsidievaststelling boven € 2000,-

  • 1. Binnen drie maanden na afloop van de activiteit waarvoor een incidentele subsidie is ontvangen dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat in ieder geval vergezeld van een acti viteitenverslag en een financieel verslag en/of jaarrekening.

  • 3. Indien de verleende subsidie meer dan € 25.000,- bedraagt, dan dient de onder dit artikel lid 2 bedoelde jaarrekening te zijn voorzien van een samenstellings- verklaring. Bedraagt deze meer dan € 75.000,- dan is een controleverklaring vereist.

Artikel 11: Termijn vaststelling subsidies

Het college stelt de subsidies uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van de bescheiden vast.

Hoofdstuk 3 Structurele subsidies kalenderjaar

Artikel 12: Moment van aanvraag

Aanvragen voor structurele subsidies dienen voor 1 september van het kalenderjaar voorafgaand aan het subsidietijdvak bij het college te worden ingediend.

Artikel 13: Eisen aan een aanvraag voor een structurele subsidie

  • 1. Naast het bepaalde in art. 4:2 Awb gaat een aanvraag voor subsidie in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een op of voor 15 oktober voorafgaande aan het subsidiejaar ingeleverd activi- teitenplan voor het subsidiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor instellingen met een afwijkend boekjaar gelden dezelfde termijnen, gerelateerd aan het afwijkende boekjaar;

    • b.

      een op of voor 15 oktober voorafgaande aan het subsidiejaar ingeleverde begroting voor het subsidiejaar en/of de activiteit waarop de aanvraag betrekking heeft, alsmede een toelichting op deze begroting, tenzij deze voor de berekening van het bedrag van de subsidie niet van belang is. Voor instellingen met een afwijkend boekjaar gelden dezelfde termijnen, gerelateerd aan het afwijkende boekjaar;

    • c.

      een activiteitenverslag over het afgelopen kalenderjaar (indien van toepassing: afwijkend boekjaar);

    • d.

      een jaarrekening van het afgelopen kalenderjaar (indien van toepassing: afwijkend boekjaar) inclusief balans, winst- en verliesrekening en toelichting, tenzij deze voor de berekening van het bedrag van de subsidie niet van belang is;

    • e.

      indien de aangevraagde subsidie meer dan € 75.000,- per kalenderjaar (of afwijkend boekjaar) bedraagt, een controleverklaring met betrekking tot de jaarrekening;

    • f.

      een opgave van de bestuurssamenstelling zoals opgenomen in de statuten zoals deze laatstelijk gewijzigd zijn;

      g.een actuele ledenlijst, voor zover van toepassing.

  • 2. Indien nog niet eerder subsidie is aangevraagd, dient de aanvraag tevens vergezeld te gaan van een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd.

Artikel 14: Uitvoeringsovereenkomst

  • 1.

    Ter uitvoering van een besluit tot subsidieverlening kan een privaatrechtelijke uitvoeringsovereenkomst worden gesloten.

  • 2.

    In het besluit tot subsidieverlening kan het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst als voorwaarde worden gesteld voor de subsidieverlening.

  • 3.

    Tenzij de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteit(en) te verrichten waarvoor subsidie is verleend.

Artikel 15: Reserves

  • 1.

    Reserves waarover de aanvrager beschikt mogen niet meer bedragen dan 25% van de jaaromzet.

  • 2.

    Het jaarlijks aan de reserves toe te voegen bedrag bedraagt in ieder geval niet meer dan 10% van de subsidie.

  • 3.

    Bij bestemmingsreserves dient een concreet plan aanwezig te zijn voor de besteding van deze reserves. Dit plan bevat ten minste:

    • a.

      het doel waarvoor de middelen gereserveerd worden;

    • b.

      op welke wijze deze reserves worden aangesproken;

    • c.

      in welke periode aanspraak wordt gemaakt op de reserve.

  • 4.

    Het door subsidieontvanger onderbrengen van het vermogen of delen van het vermogen in een steunstichting, of een vergelijkbare constructie, is niet toegestaan, behoudens voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van het college.

Artikel 16: Beslistermijn college

  • 1. Het college beslist over de aanvraag voor structurele subsidies uiterlijk 8 weken na ontvangst van de in artikel 13 bedoelde bescheiden.

  • 2. Het college kan de beslissing als bedoeld in het eerste lid met ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 17: Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger is gedurende het subsidietijdvak verplicht jaarlijks binnen 5 maanden na afloop van het kalenderjaar (of indien van toepassing: afwijkend boekjaar) verantwoording af te leggen door de volgende bescheiden, voor zover van toepassing, in te dienen bij het college:

    • a.

      een jaarrekening van het afgelopen kalenderjaar (indien van toepassing: afwijkend boekjaar) inclusief balans, winst- en verliesrekening en toelichting;

    • b.

      een activiteitenverslag over het afgelopen kalenderjaar (indien van toepassing: afwijkend boekjaar) inclusief een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerdedoelstellingen en een toelichting op de verschillen.

  • 2.

    Indien de verleende subsidie meer dan € 75.000,- per kalenderjaar (indien van toepassing: afwijkend boekjaar) bedraagt, dan dient de onder dit artikel eerste lid sub a bedoelde jaarrekening te zijn voorzien van een controleverklaring.

Artikel 18: Vrijstelling verantwoording

Structurele subsidies tot en met een bedrag van € 5.000,- per kalenderjaar worden verleend onder gelijktijdige vaststelling van het subsidiebedrag en hoeven derhalve niet verantwoord te worden.

Artikel 19: Termijn vaststelling subsidies

Het college stelt jaarlijks de subsidies binnen 6 maanden na ontvangst van de bescheiden vast.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 20: Inrichting administratie

  • 1. De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.

  • 2. De administratie en de daarbij behorende bescheiden worden gedurende zeven jaren bewaard.

Artikel 21: Meldingsplicht

Indien gedurende een kalenderjaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten of andere voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens, doet de subsidieontvanger

daarvan onverwijld mededeling aan het college onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Artikel 22: Overige verplichtingen

Het college kan de subsidieontvanger andere dan de in art. 4:37 van de Awb genoemde verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 23: Betaling van de subsidie

Uiterlijk 6 weken na vaststelling van de subsidie zal worden overgegaan tot uitbetaling van de subsidie onder verrekening van eventueel verstrekte voorschotten.

Artikel 24: Voorschotten

Vooruitlopend op de subsidievaststelling kunnen voorschotten worden verleend.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 25: Hardheidsclausule

Het college kan, in kennelijk onbillijke gevallen, van één of meerdere verplichtingen uit deze verordening ten gunste van de aanvrager van subsidie ontheffing verlenen.

Artikel 26: Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag nadat het besluit is bekend gemaakt.

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld.

  • 3. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Algemene Subsidieverordening Franekeradeel van 2010 ingetrokken.

Artikel 27: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening Franekeradeel 2011’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van 1 december 2011,

, voorzitter

, griffier