Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Verordening Wet Kinderopvang

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingVerordening Wet Kinderopvang
CiteertitelVerordening Wet Kinderopvang
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010nieuwe regeling

18-02-2010

Dienst SoZaWe

Onbekend.

Tekst van de regeling

Verordening Wet kinderopvang

Het Bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noard west Fryslân:

gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de Dienst in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;

besluit vast te stellen de:

VERORDENING WET KINDEROPVANG

Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het bestuur:het bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân.

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang;

Hoofdstuk 2. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

    • a.

      naam, adres en BSN-nummer van de ouder + geldig legitimatiebewijs;

    • b.

      indien van toepassing: naam en BSNi-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en BSN-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e.

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;

    • f.

      overige gegevens die het bestuur nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2. Het bestuur kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het bestuur vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Hoofdstuk 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

  • 1. Het bestuur besluit over de aanvraag binnen vier weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2. Het bestuur kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Het bestuur weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Het bestuur weigert de tegemoetkoming indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

  • b.

    de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

  • c.

    de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

Het bestuur weigert de tegemoetkoming indien de aanvrager:

  • a.

    in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of

  • b.

    failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend

Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het bestuur in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

  • 3.

    In voorkomende gevallen kan het bestuur besluiten dat de tegemoetkoming maximaal 3 maanden eerder aanvangt dan de datum waarop de aanvraag door het bestuur in ontvangst is genomen.

Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een kalenderjaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het bestuur de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

  • 3.

    Indien er na afloop van het kalenderjaar nog behoefte bestaat aan voortzetting van de tegemoetkoming, kan deze ambtshalve worden geprolongeerd. Er hoeft geen nieuwe aanvraag te worden ingediend.

Artikel 7 Omvang van de kinderopvang

  • 1.

    Het bestuur verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verleent het bestuur bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 8 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;

  • b.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder.

  • h.

    consequentie bij ten onrechte betaling en/of niet nakoming van verplichtingen

Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2. Het bestuur kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

Hoofdstuk 4 VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1. De ouder verstrekt binnen acht weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het bestuur een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2. Het bestuur stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 11 Verrekening en terugvordering van de voorschotten.

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen acht weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Ingeval een tegemoetkoming is ingetrokken of ten onrechte is verstrekt kan op basis daarvan reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming worden teruggevorderd.

Hoofdstuk 5. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER

Artikel 12 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder of de partner doet het bestuur binnen 5 werkdagen na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2. De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het bestuur, binnen een door het bestuur te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de Dienst van belang zijn.

Hoofdstuk 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Nadere regels.

Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze afdeling, indien toepassing van deze afdeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Wet Kinderopvang.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet kinderopvang (WKO) van de Dienst Sociale Zaken en werkgelegenheid Noardwest Fryslân.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het Bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noard west Fryslân in zijn openbare vergadering van18 februari 2010.

De secretaris, de voorzitter,