| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 16de mei 2006 tot vaststelling van de hoogte van de remuneratie van de Ondervoorzitter en de overige leden van de Raad van Advies |
| Citeertitel | Onbekend |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | personeel en organisatie |
| Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 03-06-2006 | 01-08-2003 | Nieuwe regeling | 16-04-2006 P.B. 2006, no. 45 | onbekend |
De Ondervoorzitter van de Raad van Advies ontvangt een remuneratie van NAF. 3000,-- per maand.
De overige leden van de Raad van Advies ontvangen een remuneratie van NAF. 1250,-- per maand.
Het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 14e mei 1997 tot regeling van de vergoeding van de Ondervoorzitter en de overige leden van de Raad van Advies (P.B. 1997, no. 152) wordt ingetrokken.
Dit Landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad en werkt terug tot en met 1 augustus 2003.
De laatste vaststelling van de maandelijkse vergoeding van de leden van de Raad van Advies is geschied bij Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, gedateerd 14 mei 1997, no. 152. Bij die gelegenheid werd de maandelijkse toelage van de Ondervoorzitter verhoogd van NAF. 1000,-- naar NAF. 3000,-- en van de leden van NAF. 750,-- naar NAF. 1000.--.
Thans acht de regering termen aanwezig om de remuneratie van de leden te verhogen tot NAF. 1250,-- per maand, terwijl de remuneratie van de Ondervoorzitter wordt gehandhaafd op NAF. 3000,-- per maand. De beslissing daartoe is door de Raad van Ministers genomen op 9 juli 2003, zulks naar aanleiding van de beslissing tot verhoging van de vergoeding van de leden van de Algemene Rekenkamer van de Nederlandse Antillen.
Voor 2003 en 2004 worden de financiële lasten gemoeid met de onderhavige verhoging opgevangen door de begrotingspost “Onvoorziene Uitgaven”. Voor 2005 en volgende jaren zal deze verhoging opgevangen worden door de begroting van de Raad van Advies.
In artikel 3 wordt aan het onderhavig besluit terugwerkende kracht verleend tot de eerste dag van de maand volgende op de datum van de beslissing in de Raad van Ministers.