Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Integraal jeugdbeleid 2009-2012 "Jong Slochteren doet mee"

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingIntegraal jeugdbeleid 2009-2012 "Jong Slochteren doet mee"
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuusrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-200901-01-2013Nieuwe regeling

23-04-2009

't Bokkeblad, 29-04-2009

2008/5377

Tekst van de regeling

Intitulé

Integraal jeugdbeleid gemeente Slochteren 2009-2012

De raad van de gemeente Slochteren;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 maart 2009;

gelet op de relevante artikelen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht:

besluit:

Het integraal jeugdbeleid 2009-2012, "Jong Slochteren doet mee" vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Inleiding

Slochteren heeft relatief veel jonge inwoners. Ruim 25% van de inwoners van onze gemeente is jonger dan 20 jaar, landelijk is dit 24%. Er zijn totaal ongeveer 3750 kinderen en jongeren tot 20 jaar. In de toekomst zal die samenstelling naar verwachting ingrijpend veranderen. Het is mogelijk dat het inwonertal verdubbeld. De meeste van deze nieuwe inwoners zullen zich vestigen in Meerstad. Een substantieel deel hiervan zal (jonge) gezinnen betreffen (Slochteren in Cijfers, 2007).

De jeugd is niet alleen een belangrijke groep vanwege de grootte. Nog belangrijker is, dat het welzijn van kinderen en jongeren nu, in belangrijke mate bepalend is voor de toekomst van individuen en de gemeenschap. In de toekomstvisie hebben we die speciale aandacht voor kinderen en jongeren benadrukt. Kinderen, jongeren en ouders zelf, maatschappelijk middenveld, de gemeente en anderen staan gezamenlijk voor deze taak.

In dit beleidsplan worden de doelen en ambities met betrekking tot het integraal jeugdbeleid van de gemeente Slochteren weergegeven voor de periode 2009-2012.

Het gaat hierbij om de doelgroep 0-23 jaar. In dit beleidsplan worden zowel de onderwijsthema’s als aspecten rond de gezondheid en zorg integraal ondergebracht, zodat deze thema’s in samenhang kunnen worden uitgevoerd. Een onderwerp zoals jeugd en cultuur zijn ondergebracht in het cultuurbeleid.

Voortraject

In deze nota zijn de uitkomsten verwerkt van een traject dat de gemeenteraad heeft doorlopen in het kader van een vernieuwende werkwijze. Hierbij is zij actief betrokken bij de voorbereiding van en de meningvorming rond het jeugdbeleid.

Om te komen tot dit beleidsplan zijn de volgende stappen doorlopen:

In de inventarisatiefase (bijlage 1) is het volgende gedaan:

  • ·

    Er is ambtelijk een inventarisatie gemaakt van: kengetallen, landelijk en provinciaal beleid en gemeentelijke beleidskaders

  • ·

    Het voorgaande beleid “Jeugd deugd(t)” is geëvalueerd. De raadsleden hebben diverse werkbezoeken afgelegd binnen en buiten de gemeente om huidige ontwikkelingen en aandachtspunten in beeld te krijgen (bijlage 2).

Deze inventarisatiefase is afgesloten met een bijeenkomst van de raad waarin de genoemde input is samengevoegd. Op basis hiervan zijn door de raad prioriteiten benoemd voor het op te stellen jeugdbeleid.

Na de inventarisatie heeft de raad jongeren naar hun mening gevraagd over belangrijke thema´s van het jeugdbeleid. Een samenvatting hiervan is weergegeven in de bijlage. Ook is er tijdens een raadsconferentie met partners en professionals die betrokken zijn bij kinderen en jongeren, van gedachten gewisseld over de belangrijkste aandachtspunten voor het jeugdbeleid. De inventarisatie en de gesprekken met jongeren en (professionele)partners vormen de basis voor het voorliggende beleidsplan.

In hoofdstuk 2 geven we de kaders, doelen en prioriteiten voor het jeugdbeleid weer. We hebben er voor gekozen het jeugdbeleid in te delen in 3 thema´s: meedoen en ontmoeten, leren en ontwikkelen en zorg voor lichaam en geest. In hoofdstuk 3, 4 en 5 gaan we specifieker in op die thema´s. De acties die hier benoemd worden zijn verder uitgewerkt in het actieplan in bijlage 2.

In hoofdstuk 6 wordt de bekostiging van de uitvoering van het jeugdbeleid weergegeven.

Hoofdstuk 2 Kader, doelstelling, prioriteiten

2.1 Inleiding

Met het grootste deel van de kinderen en jongeren in onze gemeente gaat het goed. Er wonen veel zelfstandige en betrokken jongeren die mee willen denken over wat in de gemeente belangrijk is en ook actief (willen) zijn in het realiseren ervan.

Er is ook een groep die kwetsbaar is en het niet helemaal op eigen kracht kan. Op basis van de kengetallen kan geconcludeerd worden dat het in Slochteren gaat om relatief kleine aantallen risicokinderen en een relatief beperkte schooluitval. Op basis van landelijke trends en de gesprekken met partners en professionals moeten we er rekening mee houden dat er meer speelt dan kengetallen aan kunnen geven. Ook in Slochteren komen de maatschappelijke problemen in toenemende mate voor. Een groeiende groep jongeren krijgt te maken met psychosociale of emotionele problemen en/of schooluitval. Voor die groep en hun ouders moet binnen de gemeente een vangnet zijn.

2.2 Kader

2.2.1 Inleiding

Het jeugdbeleid staat niet op zichzelf. Naast en in samenhang met de prioriteiten van de raad en de input van jongeren en professionals zijn er veel wettelijke (verplichte) taken die we als gemeente moeten uit voeren. Ook spelen er ontwikkelingen die kaderstellend zijn. Daarnaast zijn er de kaders van reeds vastgesteld gemeentelijk beleid, zoals de toekomstvisie. Hieronder wordt hierop kort ingegaan. In de bijlage is hierover een nadere toelichting opgenomen.

2.2.2 Uitkomsten voortraject raad
  • ·

    Inventarisatie

  • ·

    Speerpunten :

  • o

    voorschoolse fase: in de leeftijd van 0-4 wordt er al een belangrijke basis gelegd door te investeren in een goede ontwikkeling en signalering. In deze fase kan uitval later mogelijk worden voorkomen.

  • o

    sterker inzetten op de doelgroep 12+ : mede doordat het grootste deel van de jongeren niet binnen de gemeente naar school gaat, hebben we hier minder zicht op. Anderzijds vindt de raad dit wel een belangrijke doelgroep en doen zich ook een aantal problemen voor in de sfeer van uitval en overlast. Reden om hier nadrukkelijker op in te zetten.

  • o

    het versterken van de preventieve aanpak: voorkomen is beter dan genezen. Insteek is om al aan de voorkant problemen te voorkomen.

  • o

    Ketensamenwerking: de raad wil de samenwerking tussen de partners in de jeugdketen versterken.

  • ·

    Uitkomsten meningvorming met jongeren en partners

2.2.3 Wettelijke taken, landelijke ontwikkelingen

De gemeente voert diverse activiteiten uit voor de doelgroep kinderen en jongeren. Een groot deel hiervan zijn wettelijke taken vanuit onder meer de Wet Primair Onderwijs en Wet Voortgezet Onderwijs, Leerplichtwet, Wet op de Jeugdzorg, Wet op de Kinderopvang en de Wet Collectieve Preventie. Voor een uitgebreider overzicht verwijzen we naar bijlage 3.

De belangrijkste taken die wettelijk bij de gemeente liggen zijn:

  • ·

    Onderwijshuisvesting

  • ·

    Handhaven van de leerplicht

  • ·

    Aanbieden van leerlingenvervoer

  • ·

    Handhaven kinderopvang

  • ·

    Uitvoering (doen) geven aan de 5 gemeentelijke functies van preventief jeugdbeleid

  • ·

    Uitvoering (doen) geven aan jeugdgezondheidszorg

Daarnaast spelen er een aantal relevante ontwikkelingen die van invloed zijn op het jeugdbeleid:

  • ·

    De invoering van een Centrum Jeugd en Gezin, dit zal verankerd worden in de Wet op de Jeugdzorg

  • ·

    De Wet maatschappelijke ondersteuning en ontwikkelingen binnen de Wmo en AWBZ.

  • ·

    Het provinciebrede bestuursakkoord Jeugd voor een verbetering in de aansluiting tussen lokaal jeugdbeleid en jeugdzorg.

  • ·

    Invoering van de verwijsindex jeugd.

  • ·

    Harmonisatie van wet- en regelgeving van kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie (doel voorkomen taalachterstanden)

  • ·

    Ontwikkelingen Passend onderwijs en Zorg in en om de School

2.2.4 Gemeentelijk beleid

De toekomstvisie is kaderstellend voor het gemeentelijk beleid en dus ook voor het jeugdbeleid. Hieronder wordt kort de voor dit plan meest relevante hoofdlijn weergegeven.

Toekomstvisie het land van Slochteren 2020“Ruimte voor kwaliteit en ontmoeting”

Verantwoordelijkheid. De eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners en de gemeenschap vormt de basis. De verantwoordelijkheid voor het eigen welbevinden, maar ook voor het welbevinden van anderen, van de gemeenschap en de verantwoordelijkheid om kansen te benutten.

Meedoen. In Slochteren kan iedereen meedoen aan het maatschappelijk leven. Meedoen wordt mogelijk gemaakt door ontmoeting.

Duidelijkheid. Meer zelfredzaamheid en zeggenschap en minder betutteling. Op basis van wederzijds vertrouwen. Voor vertrouwen geven is lef nodig. Voor vertrouwen krijgen duidelijkheid en rechtvaardigheid.

We zijn hierbij samen verantwoordelijk want we doen het samen.

“De gemeentelijke organisatie is naar buiten gericht en brengt evenwicht aan in de uitvoering van de wettelijke taken en bestuurlijk gekozen opdrachten. De gemeente blijft actief voor de inwoners die het niet op eigen kracht redden (=vangnet), maar neemt geen taken op zich die ook (of beter) door inwoners, maatschappelijk middenveld of instellingen verricht kunnen worden. Zelfredzaamheid gaat voor overheidshulp”.

Het Wmo beleidsplan “Meedoen door ontmoeten en verbinden” vormt ook een kader. Doel van het Wmo beleidsplan: “In de gemeente Slochteren kunnen alle inwoners (jong en oud) volwaardig meedoen in de lokale samenleving. De inwoners zijn daarbij zelf verantwoordelijk om, al dan niet met behulp van een sociaal netwerk (dat ontstaat door ontmoeting) in de eigen ondersteuningsbehoefte te voorzien. Anderzijds zijn inwoners ook verantwoordelijk om ondersteuning te bieden aan buurtgenoten. ”De gemeente treedt op als vangnet voor mensen die de benodigde ondersteuning niet zelf kunnen realiseren”.

2.2.5 Conclusie kader

Met de vorige nota `Jeugd deug(t)d` is veel in gang gezet. De insteek die toen gekozen is, is ook nu in grote lijnen nog actueel (bijlage). Het roer hoeft dan ook niet totaal omgegooid te worden. Wel is het jeugdbeleid in het licht van de geschetste ontwikkelingen en kaderstellend beleid, herijkt en zijn de accenten verlegd.

Er wordt bijvoorbeeld meer nadruk gelegd op de doelgroep twaalf jaar en ouder en op het versterken van de ketensamenwerking. Ook participatie en communicatie krijgt nadrukkelijker de aandacht.

In het algemeen kan gezegd worden dat door een groeiende aandacht voor jeugd en gezin en door een groeiende problematiek een adequate aanpak gevraagd wordt. Dit vraagt in eerste instantie om een adequate aanpak van ouders/opvoeders, van peuterspeelzalen, kinderopvang en scholen, de jeugdgezondheidszorg en alle andere partners in de jeugdketen. Doelen die in dit beleidsplan geformuleerd zijn kunnen we alleen bereiken mét kinderen en jongeren, hun ouders, andere partners in de gemeente en professionele organisaties in de hele jeugdketen. De gemeente houdt hierop de regie en zal daar waar nodig voorwaarden scheppen voor een goede ketensamenwerking.

2.3 Maatschappelijk effecten en doelstelling

Met het jeugdbeleid willen we een bijdrage leveren aan de volgende maatschappelijke effecten:

  • ·

    Jongeren krijgen de ruimte zich te ontwikkelen en elkaar te ontmoeten

  • ·

    Kinderen en jongeren zijn zelfstandig en doen actief mee

  • ·

    Jongeren zijn in het bezit van een startkwalificatie

  • ·

    Er is minder overlast van hangjongeren

  • ·

    Een sluitende jeugdketen

  • ·

    Een goede gezondheidssituatie van jongeren

De maatschappelijke effecten kunnen we alleen samen met de jeugd, ouders en partners bereiken, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid.

Om deze effecten te bereiken hebben we de volgende algemene doelstelling:

Welzijn, betrokkenheid, (onderwijs)kansen en gezondheid van kinderen en jongeren bevorderen en voorkomen.

De wijze waarop we die doelstelling willen bereiken is uitgewerkt in 3 thema’s, te weten: Meedoen en ontmoeten, Leren en ontwikkelen en zorg voor lichaam en geest.

2.4 Prioriteiten

Overkoepelend formuleren we nog een aantal prioriteiten die voor het gehele jeugdbeleidsplan en dus alle 3 thema’s gelden. Daarom worden ze vooraf in dit algemene hoofdstuk benoemd en zal die insteek in de nadere uitwerking in de hoofdstukken zijn beslag vinden.

De prioriteiten zijn gebaseerd op de door de raad gestelde prioriteiten, het algemene kader (de gemeentevisie en het Wmo beleidsplan), en gesprekken met jongeren en professionals.

2.4.1Meedoen

Kinderen en jongeren in Slochteren moeten mee kunnen doen. Dit meedoen kent twee kanten.

De ene kant is dat ze meedoen aan de samenleving en zich betrokken voelen bij de eigen omgeving. De slogan “de maatschappij dat ben jij” geeft dit beeld goed weer.

Die betrokkenheid moet wederzijds zijn. Als samenleving en gemeente willen we ook betrokken zijn bij de kinderen en jongeren. Door elkaar te blijven ontmoeten wordt meedoen bevorderd (hoofdstuk 3).

De andere kant is dan meedoen ook betekent dat we willen voorkomen dat kinderen uitvallen door problemen op school (voortijdig schoolverlaten) en/of sociaal emotionele problematiek. Als ze uitvallen moet dit tijdig worden gesignaleerd en moet er adequaat worden gereageerd. Voor deze kinderen is er een vangnet (hoofdstuk 4 en 5).

2.4.2Eigen verantwoordelijkheid

Van ouders en jongeren verwachten we een actieve houding: ze zijn zelf in eerste instantie verantwoordelijk om meedoen mogelijk te maken. Die eigen verantwoordelijkheid van kinderen en jongeren is al naar gelang de leeftijd anders. In de leeftijd van 0-12 ligt die verantwoordelijkheid bij de ouders. Daarna krijgen jongeren in toenemende mate zelf een verantwoordelijkheid.

De gemeente is actief voor de kinderen (en hun ouders) die het niet op eigen kracht redden (=vangnet), maar neemt geen taken op zich die ook (of beter) door inwoners, maatschappelijk middenveld of instellingen verricht kunnen worden. Zelfredzaamheid gaat voor overheidshulp.

Voor een aantal taken heeft de gemeente een wettelijke verantwoordelijkheid. Gedacht kan worden aan handhaving van de leerplicht, onderwijshuisvesting, toezicht houden op de kinderopvang en het subsidiëren van de jeugdgezondheidszorg.

Voor wat betreft de jeugdketen in het algemeen heeft de gemeente wettelijk de rol van regisseur. Zij coördineert en stuurt het beleidsproces, schept condities voor een goede ketensamenwerking, verbindt en activeert partners op verschillende niveaus en maakt productafspraken. Daarmee is de gemeente verantwoordelijk voor een sluitende keten op lokaal niveau en voor de coördinatie van de zorg op beleidsniveau. De gemeente heeft geen directe verantwoordelijkheden als het gaat om de prestaties van de keten, die dragen de professionals en ketenpartners. Het is niet de gemeente die uitvoert, maar het zijn de partners in de keten die dit doen. Daar waar afstemming nodig is of uitvoering stokt, onderneemt de gemeente actie.

2.4.3Doelgroep 12 +

Er zal extra inzet worden gepleegd op de groep van 12 jaar en ouder. Enerzijds omdat we deze groep belangrijk vinden: Jongeren van 12 jaar en ouder worden steeds zelfstandiger en gaan de omgeving verkennen. Zij moeten hiervoor de ruimte krijgen. Ook willen ze serieus genomen worden en kunnen we ze in toenemende mate betrokken bij de maatschappij. Anderzijds omdat zich een aantal problemen voordoen, zoals voortijdig schoolverlaten, overlast en criminaliteit en verslavingsproblematiek die extra aandacht behoeven. (Aan deze problematiek zal overigens ook op de basisschoolleeftijd al aandacht moeten worden besteed.)

Daarbij komt dat het grootste deel van de kinderen vanaf twaalf jaar niet meer binnen de gemeente naar school gaat. Er moet daardoor meer inzet worden gepleegd op adequate ketensamenwerking om goede signalering en doorverwijzing mogelijk te maken.

2.4.4Preventie: jeugd in beeld

We richten ons in het jeugdbeleid niet alleen op problemen en symptoombestrijding maar juist ook op het vergroten van kansen en beperken van risico´s. We willen dan ook niet wachten tot er problemen ontstaan maar inspelen op situaties waarin kinderen en jongeren extra risico lopen.

Daar waar zich knelpunten kunnen voordoen willen we tijdig kunnen signaleren. Dit kan alleen door een goede samenwerking tussen partners die zich met kinderen en jongeren bezig houden.

2.5 Uitwerking prioriteiten per thema

Wij hebben er voor gekozen het integraal jeugdbeleid in 3 thema’s uit te werken te weten:

  • 1.

    Meedoen en ontmoeten (hoofdstuk 3)

  • 2.

    Leren en ontwikkelen (hoofdstuk 4)

  • 3.

    Zorg voor lichaam en geest (hoofdstuk 5)

De in dit hoofdstuk genoemde (overkoepelende) prioriteiten komen steeds weer terug binnen deze thema’s.

Per thema zijn acties weergegeven. Dit zijn acties voor de gemeente maar hieraan gekoppeld worden ook acties van andere partners verwacht. Hierover blijven we met partners in gesprek . Hiervoor hebben we verschillende overlegvormen, zoals de zorgnetwerken en de commissie Lokaal Onderwijsbeleid.

In het actieplan in bijlage 2 zijn de acties verder uitgewerkt.

Hoofdstuk 3 Meedoen en ontmoeten

Bij dit thema gaat het over welzijn van jongeren in de gemeente. Wat is er nodig om elkaar te ontmoeten en welke informatievoorziening is wenselijk? Hoe kunnen jongeren betrokken worden bij de maatschappij en hoe blijft de gemeente betrokken bij de jongeren. Wat kunnen jongeren en inwoners zelf doen?

3.1 Jeugdparticipatie

De gemeente Slochteren gaat uit van een positieve benadering van kinderen en jongeren. Jongeren hebben hun eigen cultuur en wensen voor de vrijetijdsbesteding. Niet alle jongeren hebben behoefte zich actief op te stellen. Ze moeten ook gewoon jong kunnen zijn, gewoon wat kunnen rondhangen en elkaar ontmoeten zonder dat dit als negatief zou moeten worden bestempeld. Ze willen serieus genomen worden en niet worden betutteld. Vanuit die insteek is het ook mogelijk in gesprek te blijven met jongeren en ze te betrekken.

In de Toekomstvisie 2020 en beleidsnota integraal jeugdbeleid wordt de nadruk gelegd op eigen verantwoordelijkheid en maatschappelijke betrokkenheid, dit begint bij kinderen en jongeren. Tijdens het interactieve traject om te komen tot dit beleidsplan bleek dat jongeren er veel waarde aan hechten om betrokken te worden bij de gemeente.

Doel: De (maatschappelijke) betrokkenheid van en bij jeugdigen vergroten

Wanneer kinderen en jongeren serieus worden genomen - ze echt meedoen - en aangesproken worden op hun kwaliteiten en verantwoordelijkheden, gaat hier een positieve werking vanuit. Jeugdigen zullen daardoor meer betrokken zijn bij het wel en wee van hun leefomgeving en zich hierdoor ook meer verantwoordelijk voelen. Door met elkaar in gesprek te blijven - elkaar te ontmoeten - ontstaat er meer begrip en wederzijds vertrouwen waardoor, ook in geval van knelpunten (bijvoorbeeld overlast) sneller gezamenlijk tot een oplossing gekomen kan worden.

Eigen initiatief van jongeren om zich in te zetten voor anderen willen we stimuleren. Actieve jongeren kunnen zo iets betekenen voor leeftijdgenoten.

Maatschappelijke stages zijn een middel om maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. Wij willen stimuleren dat die stages lokaal worden ingevuld en vervullen hierin een makelaarsrol. Ook kunnen maatschappelijke stages ingezet worden als instrument voor werkloze jongeren.

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    We hebben een kindergemeenteraad waar kinderen kunnen meedenken over gemeentelijk beleid.

  • ·

    We hebben een leefbaarheidsfonds voor activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid.

  • ·

    We hebben een Wmo stimuleringsbudget om initiatieven die bijdragen aan het meedoen van kwetsbare inwoners te stimuleren.

Aanvullende acties:

  • ·

    Opzetten van een jeugdraad/jeugdparlement

  • ·

    Aandacht besteden vereenvoudigen aanvragen van, en informatievoorziening over de bovenstaande fondsen, zodat jongeren, ouders, jeugdhonken er gebruik van gaan maken (zie ook informatievoorziening).

  • ·

    Uitvoering geven aan de makelaarsfunctie voor maatschappelijke stages van de jeugd als onderdeel van vrijwilligersondersteuning. Daarbij zal waar mogelijk een koppeling gezocht worden met de doelgroep werkloze jongeren.

3.2 Informatievoorziening

Jongeren hebben aangegeven dat ze graag beter geïnformeerd willen worden over wat er in de gemeente te doen is aan bijvoorbeeld sport of andere activiteiten. De huidige informatievoorziening voor jongeren is nog beperkt. Het Bokkeblad en de website van de gemeente zijn hiervoor als geschikte media benoemd. Daarnaast zal in 2009 de ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) van start gaan. Dit “Centrum” kent voor jongeren én ouders verschillende ingangen waarvan internet een belangrijke is. We willen de wens van jongeren om geïnformeerd te worden dan ook koppelen aan een te ontwikkelen toegang CJG.

Doel: Betere informatievoorziening voor (en door) jongeren en hun ouders en opvoeders

We willen jongeren op een voor hen aansprekende wijze informeren over diverse zaken die voor jongeren van belang zijn. Hierbij kan gedacht worden aan activiteiten en sportmogelijkheden maar ook aan informatie over scholen, leerplichtzaken en maatschappelijke stages. Ook ouders en opvoeders moeten hier, voor hen relevante, informatie kunnen vinden.

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    We hebben een gemeentelijke website en informatiepagina.

  • ·

    We informeren jeugd en ouders wanneer er nieuwe ontwikkelingen of voorzieningen zijn via een mailing, de website of het Bokkeblad.

Aanvullende acties:

  • ·

    Verbeteren van de eigen informatievoorziening richting ouders en jongeren in combinatie met de ontwikkeling van een Centrum voor jeugd en Gezin

  • ·

    Het opzetten van een website door en voor jongeren faciliteren (waar mogelijk in combinatie met het bovenstaande actiepunt).

3.3 Ontspanning, vrije tijd en woonomgeving

In de gemeente zijn diverse voorzieningen voor kinderen en jongeren. Dit zijn onder meer: (brede)scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, naschoolse opvang, speelvoorzieningen, sporthallen en sportvelden, jeugdhonken/dorpshuizen, jeugdwerker en (gesubsidieerde) jeugdactiviteiten.

Over het al dan niet voldoende aanbod van voorzieningen en ontmoetingsplekken verschilt de mening van jongeren. Sommigen vinden het saai in de gemeente en geven aan dat er weinig te doen is en weinig mogelijkheid is om elkaar te ontmoeten. Anderen vinden dat dit wel meevalt, je kunt elkaar overal ontmoeten. Bijna iedereen geeft aan sport een belangrijke manier van vrijetijdsbesteding te vinden en een mogelijkheid om contacten op te doen. Kinderen kunnen meedoen, elkaar ontmoeten, leren winnen en verliezen. Sporten is gezond, voorkomt overgewicht en bevordert een gezonde leefstijl.

Doel: Kinderen en jongeren stimuleren deel te nemen aan sociaal culturele activiteiten en sportactiviteiten.

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    Sportstimulering: Om sporten te bevorderen voeren we activiteiten uit in het kader van de BOS-impuls (Buurt-Onderwijs en Sport). Gedacht kan worden aan het ondersteunen van sportverenigingen en het organiseren van sportstimuleringsactiviteiten in de dorpen. Daarnaast hebben we extra ingezet op vakonderwijs op de basisscholen.

  • ·

    Welzijnswerk: Er is een jeugdwerker die zich inzet voor het welzijn van kinderen en jongeren. Er zijn subsidies voor de invulling van de kinderspeelweken, de scouting en jeugdactiviteiten en we hebben overleg met de jeugdhonken.

  • ·

    Cultuur: De culturele commissie organiseert diverse activiteiten voor jeugd.

  • ·

    Voorzieningen:De gemeente investeert al jaren in voorzieningen en activiteiten voor jongeren en probeert in te spelen op de wensen en behoeften van jongeren.

  • ·

    Subsidiëren van activiteiten van inwoners, waaronder jongeren.

Om voorzieningen in stand te houden zijn we ook aangewezen op de inzet van vrijwilligers. We verwachten van kinderen, jongeren en ouders dat ze zichzelf actief opstellen voor het in stand houden van voorzieningen en het organiseren van activiteiten. We hebben als gemeente diverse stimuleringsbudgetten om activiteiten te organiseren. Gedacht kan worden aan het leefbaarheidsfonds en het Wmo stimuleringsbudget.

Dus daar waar eigen initiatieven zijn willen we hierin meedenken en daar waar mogelijk ondersteunen, maar niet alles kan. Om activiteiten en voorzieningen in stand te houden, is voldoende draagvlak noodzakelijk. Dit kan door een financiële bijdrage (contributie) te leveren of door het doen van vrijwilligerswerk. Bij het opzetten van activiteiten en het onderhouden en beheren van voorzieningen rekenen we op jongeren, de gemeenschap, het verenigingsleven, maar ook op ondernemers en andere organisaties. In de nota speelvoorzieningen hebben we hierover ook beleid geformuleerd.

Om de participatiemogelijkheden voor kinderen van minima te vergroten hebben we binnen het stimuleringsfonds sinds 2008 meer mogelijkheden gecreëerd voor het verkrijgen van een vergoeding voor deelname aan verschillende sociaal culturele activiteiten. Ook zijn er vergoedingen voor de aanschaf van een computer voor schoolgaande kinderen, huiswerkbegeleiding, overblijven en oppas.

Aanvullende acties:

  • ·

    Het BOS project loopt nog tot 2010. Na deze periode zal een evaluatie worden opgesteld en zal het vervolg worden bepaald. We zetten in op een vervolg, waarbij de jeugd van 12 jaar en ouder ook meegenomen moet worden.

  • ·

    We kennen jeugdwelzijnswerk een belangrijke preventieve functie toe. We willen de bestaande inzet op welzijnswerk dan ook een vervolg geven. Gezien de nadruk op preventie en ontmoeten willen we de huidige subsidie voor jeugdactiviteiten een extra impuls geven. Zo worden in verschillende dorpen jaarlijks vakantiespeelweken georganiseerd, waar veel kinderen aan deelnemen. Ook de scouting is binnen de gemeente een actieve groep waar veel kinderen en jongeren actief zijn en die zich ook inzet voor het organiseren van andere activiteiten in de gemeente. De bestaande subsidie is na de bezuinigingen in 2005 beperkt. We gaan deze subsidie jeugdactiviteiten, kindervakantiespeelweken en scouting ophogen.

  • ·

    De jeugdwerker speelt een belangrijke preventieve rol. Er moet blijvend ingezet worden op naamsbekendheid en goede contacten met jongeren. Om voldoende ruimte te hebben en houden om dit te kunnen doen, moet het budget voor de jeugdwerker iets worden verruimd.

  • ·

    We zullen inzetten op het stimuleren jeugdhonken in het opzetten van activiteiten voor de doelgroep 16-

  • ·

    We zullen waar mogelijk inspelen op initiatieven tot het realiseren van voorzieningen.

3.4 Overlast en criminaliteit

De gemeente kent verschillende plekken waar jongeren elkaar ontmoeten. We vinden het belangrijk dat jongeren de mogelijkheid hebben om met elkaar in contact te komen. “Hangen moet kunnen” en hoort bij de leeftijd en ontwikkelingsfase van deze leeftijdsgroep. Voor sommige inwoners wordt een groep jongeren echter als bedreigend ervaren. Uit de veiligheidsmonitor 2007 blijkt dat mensen aanzienlijk meer last hebben van een gevoel van onveiligheid rond plaatsen waar jongeren elkaar ontmoeten. Door het realiseren van ontmoetingsmogelijkheden tussen onder meer ouderen en jongeren, kan onderling begrip worden vergroot. Op overlast als vandalisme en drugsgebruik moet uiteraard adequaat worden gereageerd door “lik op stuk beleid”. Het aantal jongeren dat als verdachte in aanraking is geweest met de politie is in 2007 ten opzichte van 2006 gestegen met 12 (38 naar 51). Het aantal hangplekken en de mate van overlast is wisselend maar over de jaren niet erg gegroeid.

Doel: Samen met partners overlast door jongeren en criminaliteit onder jongeren voorkomen en adequaat ingrijpen waar dit nodig is.

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    Als het gaat om voorkomen en bestrijden wordt er tussen ketenpartners veel overleg met en over jongeren gepleegd. Wij voeren hierop de regie en grijpen in waar dit nodig is. Er is intensieve afstemming tussen relevante betrokkenen zoals jeugdagent, jeugdweker, de woningstichting, de beleidsmedewerker openbare orde en de netwerken (OGGZ en netwerk 12-).

  • ·

    De jeugdwerker heeft veel contact met jongeren en krijgt een steeds beter beeld van wat er leeft.

  • ·

    We voeren sinds 2008 een informatiecampagne uit met de titel “Leren is je recht”, waarbij de leerplichtambtenaar en de jeugdagent groep 8 van de basisscholen bezoeken.

  • ·

    In de gemeente zijn er mogelijkheden voor opvoedingsondersteuning vanuit de Jeugdgezondheidszorg en onderwijsbegeleiding, om ouders die hier behoefte aan hebben handvaten te geven in bijvoorbeeld het stellen van grenzen.

  • ·

    Ook zijn er voor basisschoolkinderen sociale vaardigheidstrainingen, om onder meer onaangepast gedrag te verminderen/voorkomen.

Aanvullende acties:

  • ·

    We gaan het overleg tussen de verschillende uitvoerende partijen in de jeugdketen formaliseren in een zorgnetwerk netwerk 0-23 jaar.

  • ·

    We gaan samen met partners/inwoners vaker bijeenkomsten organiseren met jongeren om te weten wat er speelt en samen tot oplossingen te komen voor overlast problematiek. Gedacht kan worden aan bijeenkomsten ten behoeve van wederzijdse begrip tussen ouderen en jeugd. We willen jongeren hierin een actieve rol geven.

  • ·

    Doorstart breed integraal jeugdhonkenoverleg tussen gemeente, jeugdwerker en politie ten behoeve van pro-actieve benadering van overlast en alcohol en drugsgebruik.

  • ·

    Preventieproject Halt uitvoeren en inzetten op “lik op stuk aanpak” vanuit Halt

  • ·

    Er zal ingezet worden op informatievoorziening over omgaan met geld voor jongeren, zoals is opgenomen in het actieplan minimabeleid.

  • ·

    We zetten in op preventieactiviteiten ter voorkoming van verslaving aan roken alcohol en drugs (zie gezondheid, hoofdstuk 5)

  • ·

    Structureel inbedden preventieve campagne “Leren is je recht” waarbij de jeugdagent samen met de leerplichtambtenaar alle scholen bezoekt.(hoofdstuk 4)

Hoofdstuk 4 Leren en ontwikkelen

Bij dit thema gaat het over onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen.

4.1 Inleiding

In lijn met de eerder genoemde prioriteiten gaan we uit van de eigen verantwoordelijkheid van de ouders en jongeren . Daaraan ondersteunend zijn de organisaties. Op het terrein leren en ontwikkelen hebben we te maken met (zelfstandige) professionele instellingen en sterke schoolbesturen die de verantwoordelijkheid nemen voor de inhoudelijke en organisatorische invulling van het onderwijs en de opvang.

Onze gemeentelijke verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie dan ook bij het goed uitvoeren van de wettelijke taken. Deze zijn:

  • ·

    Onderwijshuisvesting

  • ·

    Leerplicht, schoolverzuim (RMC)

  • ·

    Organiseren van leerlingenvervoer

  • ·

    Toezicht houden op en het faciliteren van de kinderopvang

  • ·

    Peuterspeelzaalwerk

  • ·

    Jeugdgezondheidszorg

We streven er naar dit adequaat en conform wet en regelgeving uit te voeren. Waarbij er, waar dit mogelijk is steeds zorgvuldig wordt gekeken naar de lokale situatie: Wat is noodzakelijk en wat is haalbaar?

4.2 Lokale educatieve agenda

Doel: opzetten van een, door alle partners gedragen, lokale educatieve agenda

Vanaf 1 augustus 2006 is de Wet onderwijsachterstandenbeleid van kracht. Veel beleidsonderwerpen zijn bij scholen neergelegd en van een aantal beleidsonderwerpen is wettelijk bepaald dat gemeenten en schoolbesturen hierover jaarlijks overleg voeren op gelijkwaardige basis. Mede door deze wetgeving worden de verantwoordelijkheden steeds meer bij de schoolbesturen gelegd. Budgetten die voorheen naar de gemeente gingen, zoals middelen voor onderwijsbegeleiding, gaan nu rechtstreeks naar de schoolbesturen. Onze gemeente ontvangt geen middelen voor achterstandenbeleid.

Onze insteek is de samenwerking plaats te laten vinden aan de hand van een gezamenlijk op te zetten “Lokale Educatieve Agenda”. De bedoeling van deze Educatieve Agenda is dat we samen met de betrokken partners (schoolbesturen, peuterspeelzalen en kinderopvanginstellingen) een lijst van onderwerpen bespreken die op deze agenda gezet gaat worden. Daarbij worden ook afspraken gemaakt over de uitvoering en verantwoording van deze thema's. Hieronder is een voorbeeld weergegeven van de opzet van een dergelijke agenda. De thema’s in categorie 2 vormen de gezamenlijke onderwerpen.

Voorbeeld opzet LEA

 

Categorie 1

Categorie 2

Categorie 3

Eindverant- woordelijke

Scholen

In overleg tussen partners

Gemeente

Uitvoering

Scholen (o.m)

Gemeenten en scholen (o.m)

Gemeente

Beleidsthema's

·Onderwijsprestaties

·Taalbeleid

·Ouderbetrokkenheid

·Informatievoorziening aan ouders en leerlingen

·Doorstroom PO – VO

·Wachtlijsten speciaal onderwijs

·Toegankelijkheid

·Veiligheid in de school

·Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (voorschoolse fase )

·Zorg en vroegsignalering

·Doorgaande ontwikkeling

·Onderwijsbegeleiding

·taalstimulering

·Voortijdig schoolverlaten

·Aanvulling vanuit partners

·Preventie en veiligheid in en rond de school

·Huisvesting

·Leerplicht / schoolverzuim

·RMC

·Leerlingenvervoer

·Veiligheid rond de school

·Brede school

·Spreiding jeugd-voorzieningen

·Preventief lokaal jeugdbeleid, 5 functies

Deze thema’s hebben betrekking op de doorgaande ontwikkelingslijn vanaf de voorschoolse fase tot ongeveer 23 jaar en is in te delen in: Voor- en vroegschoolse educatie, primair onderwijs en voortgezet onderwijs.

Wat wordt er al gedaan?

·We hebben een Commissie Lokaal Onderwijsbeleid waarin we met schoolbesturen minimaal 4 keer per jaar overleg voeren over Lokale onderwijsaangelegenheden.

Aanvullende acties:

·Minimaal 2 keer per jaar verbreden van het bestaande overleg zowel in deelnemers (toevoegen kinderopvang en peuterspeelzalen) als in thema’s zoals hierboven weergeven

Wij gaan in het volgende deel kort in op de gezamenlijke thema’s en huisvesting. We beschrijven vanuit de gemeentelijke kant kort wat we al doen en waar wat ons betreft op ingezet moet worden. In overleg met de partners geven we hier verder vorm en invulling aan.

De thema’s zorg en vroegsignalering hebben betrekking op zorg. Deze beschrijven we in hoofdstuk 5. Belangrijk hierbij is met name de aansluiting tussen het preventieve jeugdbeleid van de gemeente en de ontwikkelingen rond passend onderwijs op de scholen.

4.3Huisvesting

Doel: Uitvoeren onderwijshuisvesting uit vanuit het principe van lokaal maatwerk

Voor wat betreft onderwijshuisvesting hebben we gekozen voor de aanpak van lokaal maatwerk. Hierbij stellen we schoolbesturen in staat om de gebouwen aan te passen als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen. Alle schoolgebouwen zijn in samenspraak met het schoolbestuur en de directeur / locatieleider gescand en is een plan gevormd om deze aan te passen.

Wat wordt er al gedaan ?

. Uitvoering geven aan verordening huisvesting onderwijs gemeente Slochteren.

. Er zijn afspraken gemaakt over de uitvoering lokaal maatwerk (voorbereiding).

Aanvullende acties:

·Uitvoeren lokaal maatwerk vanaf 2009 tot 2012

4.4Voorschoolse fase

Hierbij gaat het om de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk.

Het huidige kabinet heeft als belangrijk uitgangspunt het bestrijden van onderwijsachterstanden. Dit wil men bereiken door de voor- en vroegschoolse educatie te verbeteren en uit te breiden. Er zal een harmonisatie plaats vinden van de regelgeving van het geheel van voorzieningen voor kinderen van 0-4 jaar. Met ingang van 2010 zal er een wet gelden die ervoor moet zorgen dat de kwaliteit van peuterspeelzalen meer aansluit op die van kinderopvangcentra. Op dit moment kunnen we de consequenties van dit beleid nog niet overzien.

Wel is duidelijk dat:

  • -

    er de komende jaren waarschijnlijk een groei zal zijn van kinderen die aan de kinderopvang deelnemen, wat mogelijk consequenties heeft voor het peuterspeelzaalwerk.

  • -

    het waarschijnlijk is dat de kwaliteitseisen zoals deze aan de kinderopvang worden gesteld in de toekomst ook aan peuterspeelzaalwerk worden gesteld.

  • -

    door ontwikkelingen als taalstimulering, het groeiende belang van tijdig signaleren van achterstanden en adequaat ingrijpen er steeds meer van peuterleidsters en leidsters in de kinderopvang wordt gevraagd. Dit vraagt om inzet op deskundigheidsbevordering en extra tijd.

Doel: kwalitatief goede kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Wat wordt er al gedaanl?

  • ·

    Wij zien er op toe dat er kwalitatief goede kinderopvang wordt geboden. Dit betekent een veilige, gezonde en stimulerende omgeving zodat kinderen optimale ontwikkelingskansen krijgen.

  • ·

    We subsidiëren peuterspeelzaalwerk als laagdrempelige voorziening waar kinderen veilig kunnen spelen. We stellen hieraan kwaliteitseisen.

Aanvullende acties:

  • ·

    We gaan invulling geven aan ontwikkelingen rond de harmonisatie, waarin de eerder genoemde aandachtspunten worden meegenomen. Begin 2009 wordt er een plan van aanpak opgesteld waarin dit verder wordt uitgewerkt aan hand van de VNG harmonisatiemodellen. In ieder geval zal aan bod komen:

    • -

      Regierol gemeente;

    • -

      Toegankelijkheid peuterspeelzalen en kinderopvang;

    • -

      Toezicht kwaliteit peuterspeelzalen en kinderopvang (ontwikkelen handhavingsbeleid);

    • -

      Overleg ketenpartners realisatie doelstellingen Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE): o.a. doorlopende leerlijn;

    • -

      Ouderbetrokkenheid en communicatie.

  • ·

    We in blijven zetten op de consultatiemogelijkheid vanuit onderwijsbegeleiding.

4.5Doorlopende leerlijn

Een preventieve aanpak is door de raad benoemd als prioriteit: “Voorkomen is beter dan genezen”. In gesprekken met professionals is dit meerdere malen genoemd als aandachtspunt. Om te voorkomen dat kinderen tussen wal en schip terechtkomen, met name bij de overstap naar een andere school willen we de doorgaande ontwikkeling bevorderen. In het onderwijsachterstandenbeleid is het creëren van een doorlopende leerlijn van voorschoolse educatie naar het basisonderwijs als verplicht thema voor de Lokale Educatieve Agenda benoemd. Ouders en scholen zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor een goede begeleiding hierin.

Doel: randvoorwaarden scheppen om een doorlopende leerlijn mogelijk te maken.

Om een doorgaande ontwikkeling te bevorderen en uitval te voorkomen is een goede overdracht naar een volgende school noodzakelijk. Partners zijn hiervoor verantwoordelijk, de gemeente heeft hierin een regierol.

Wat wordt er al gedaan?

Door het ontwikkelen van brede scholen (Harkstede, Meerstad), waarbij de voorschoolse voorziening en het primair onderwijs in één gebouw zitten, is er veel meer contact tussen de leidsters en leerkrachten en vindt er op natuurlijke wijze overdracht plaats.

·Er is een start gemaakt met het realiseren van afspraken over het werken met een overdrachtsformulier peuterspeelzalen en basisonderwijs. Dit moet in de praktijk nog ingevoerd worden.

Aanvullende acties:

  • ·

    Inbedden overdrachtsafspraken en formulier voorschoolse fase naar de basisschool (wordt meegenomen plan van aanpak harmonisatie VVE).

  • ·

    Afspraken over overdracht van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs.

  • ·

    Vervolg geven aan de brede school ontwikkeling (zie hieronder).

4.6Brede school ontwikkeling

Doel: Ontwikkelen van brede scholen waarbij een goede samenwerking tussen partners in de brede school tot stand komt.

In de gemeente Slochteren hebben we momenteel 1 brede school. Als er sprake is van nieuwbouw of uitbreiding van voorzieningen wordt daar waar mogelijk het concept van de brede school toegepast. Het kabinet investeert ook in de verdere kwaliteitsverhoging van het onderwijs. Dit wil zij onder meer realiseren door het uitbreiden van het aantal brede scholen.

Wat wordt er al gedaanl?

De brede school De Borgstee in Harkstede kent de volgende doelstellingen:

  • ·

    Vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen van 0 tot 12 jaar (doorgaande onderwijs en opvoedingslijn).

  • ·

    Vergroten van de ouderparticipatie.

  • ·

    Integrale samenwerking tussen instellingen verbeteren. Hierbij is ook aandacht voor de combinaties naschoolse opvang en sport. In Harkstede zijn al initiatieven hiertoe. Waar mogelijk zal dit ook breder in de gemeente ingezet worden. Het huis voor de Sport wordt hier bij betrokken.

  • ·

    Verbeteren van de sociale cohesie en leefbaarheid van de buurt.

Jaarlijks wordt er gezamenlijk met partners een activiteitenplan opgesteld om invulling te geven aan de doelstellingen. Voor de uitvoering is geen vast budget beschikbaar, wat de continuïteit in gevaar brengt.

Aanvullende acties :

  • ·

    Verdere ontwikkeling van de brede school door verder vorm te geven aan de coördinatiefunctie binnen de brede school.

  • ·

    Permanente dekking voor coördinatiefunctie en activiteitenbudget.

4.7 Onderwijsbegeleiding

Doel: Inzetten onderwijsbegeleiding als brugfunctie tussen zorg op scholen (passend onderwijs) en preventief jeugdbeleid van de gemeente

Wat betreft onderwijsbegeleiding kent de gemeente een bijzondere positie. Wij hebben zelf de onderwijsbegeleiding in huis en de schoolbesturen kopen deze ondersteuning vooralsnog bij ons in. Hiervoor ontvangen de schoolbesturen een rijksbijdrage. Landelijk is de tendens dat gemeenten steeds minder bemoeienis hebben met de inkoop en uitvoering van onderwijsbegeleiding. Scholen krijgen zelf de rijksbijdrage en kopen dit bij een onderwijsbegeleidingsdienst naar keuze in.

Met het op afstand zetten van het schoolbestuur (1 januari 2008) heeft er een discussie plaats gevonden rond het afstoten/op afstand zetten van de onderwijsbegeleiding. Er is voor gekozen de onderwijsbegeleiding in huis te houden. Dit neemt niet weg dat de huidige werkwijze in overleg met de scholen steeds kritisch moet worden gevolgd. Wij zijn hierbij verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede onderwijsbegeleiding.

Dit heeft voordelen zoals: laagdrempeligheid, korte lijnen, een versterking van samenwerking in de keten. Daarnaast maakt de huidige werkwijze (eigen onderwijsbegeleiding) het mogelijk te komen tot een goede afstemming tussen gemeentelijk zorgbeleid en zorgbeleid op de scholen. Ouders weten de onderwijsbegeleiding te vinden en daarmee indirect de toegang tot het CJG. Ook weten scholen het zorgteam beter te vinden via de onderwijsbegeleiding. Dit versterkt de ketensamenwerking.

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    De schoolbesturen van de christelijke en openbare scholen kopen onderwijsbegeleiding in bij de gemeente.

  • ·

    De gemeente evalueert de kwaliteit van het aanbod en de inkoop.

  • ·

    De medewerkers van onderwijsbegeleiding organiseren het overleg met het zorgadviesteam waaraan diverse partijen (jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke werk, jeugdwerker, leerplichtambtenaar) deelnemen.

  • ·

    De medewerkers onderwijsbegeleiding bemensen samen met de jeugdgezondheidszorg het opvoedsteunpunt.

Aanvullende acties:

  • ·

    We geven een vervolg aan de huidige insteek en bewaken kwaliteit van het aanbod.

  • ·

    Naast de inzet op scholen maakt de gemeente gebruik van de deskundigheid van de medewerkers voor het uitvoeren van taken met betrekking tot de 5 gemeentelijke taken van preventief jeugdbeleid, waaronder het vormgeven van zorgadviesteams (zie hoofdstuk 5) en het ontwikkelen van een Centrum voor jeugd en gezin (CJG).

  • ·

    De onderwijsbegeleiding vormt een goede brug tussen de zorgtaak op scholen en het te ontwikkelen gemeentelijk CJG. In overleg met scholen moet bepaald worden hoe deze brugfunctie nog adequater te benutten.

4.8 Taalstimulering

Uit cijfers van de jeugdgezondheidszorg bleek dat in 2007 8% van de kinderen van 3 jaar een taalachterstand heeft. Dit ligt iets boven het landelijk gemiddelde.

Cijfers in het aanvalsplan laaggeletterdheid geven aan dat gemiddeld één op de 10 mensen (landelijk) laaggeletterd is. Dit betekent dat zij moeite hebben met lezen en schrijven, of helemaal niet in staat zijn om te kunnen lezen en schrijven. De verwachting is dat een dergelijk percentage ook op Slochteren van toepassing is.

Doel: Samen met partners inzetten op taalstimulering

Om de onderwijskansen van kinderen te vergroten vinden we met name een goede taalontwikkeling belangrijk. Achterstand moet dan ook zoveel mogelijk worden voorkomen. Taalstimulering heeft het meeste effect als het in de voor- en vroegschoolse fase gebeurt. Indien we inzetten op voor- en vroegschoolse educatie zullen we de nadruk leggen op taalstimulering. Het kabinet streeft er naar dat in 2011 alle kinderen met een risico op een taalachterstand in het Nederlands deelnemen aan een VVE-programma.

Op basis van een nadere analyse wordt bekeken om wat voor soort taalachterstanden het gaat. Daarnaast moet in goed overleg met voorschoolse voorzieningen en scholen worden nagegaan welke stimulering hierbij wenselijk is en welk programma hier het meest geschikt voor is. Insteek is om in 2008 ter voorbereiding hierop in te zetten op deskundigheidsbevordering.

Wat wordt er al gedaan ?

  • ·

    We subsidiëren een leesbevorderingsproject in het voortgezet onderwijs

  • ·

    Er is een aanvalsplan laaggeletterdheid

Aanvullende acties:

  • ·

    In overleg met partners de taalproblematiek analyseren en een keuze maken voor een taalstimuleringsprogramma waarbij de mogelijkheden vanuit de bibliotheek nadrukkelijk worden meegenomen. Voorbereidend hierop insteken op deskundigheidsbevordering in 2009.

  • ·

    Een en ander uitvoeren in samenhang met het traject harmonisering kinderopvang.

4.9 Voortijdig schoolverlaten: sluitende aanpak

De werkloosheid in de groep 23-40 jarigen ligt iets hoger dan het landelijke gemiddelde, 32 % tegenover 29% landelijk). We willen voorkomen dat dit percentage hoger wordt. Arbeid is een vorm van participatie. Zonder werk hebben jongeren geen of een laag inkomen, wat kan leiden tot sociaal isolement. Voortijdig schoolverlaten en daardoor niet behalen van een startkwalificatie moet dan ook voorkomen worden. Slochteren kent volgens de huidige rapportages ongeveer 40 voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie maar waarschijnlijk zijn dit er meer. Landelijk is het aantal voortijdig schoolverlaters gemiddeld 4%. Voor Slochteren zouden dit er dan ongeveer 160 zijn. Dit percentage is de laatste jaren gedaald doordat landelijk stevig is ingezet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Landelijke doelstelling was een jaarlijkse daling van 10%. Dit streven is volgens de laatste RMC rapportages in onze RMC regio (Midden Groningen) nog niet gehaald, maar we zijn op de goede weg. We zullen blijven inzetten op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten.

Doel: “Alle jongeren zijn in het bezit van een startkwalificatie” (toekomstvisie 2020)

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    Door het uitvoeren van de leerplicht en RMC functie trachten we uitval zo snel mogelijk te signaleren en jongeren terug te leiden naar school.

  • ·

    Er kunnen vanuit het traject schoolfirst verschillende (intensieve) trajecten ingezet worden om jongeren hierbij te begeleiden zoals schoolkeuzetrajecten en het traject Spoorzoeken.

  • ·

    Preventief wordt ingezet op het bewust maken van het belang van het hebben van een opleiding. Er is een aanbod van trajectbegeleiding om jongeren terug naar school te laten gaan dan wel te helpen bij een juiste beroepskeuze.

  • ·

    Met het vaststellen van minimabeleid zijn er meer mogelijkheden voor minima met schoolgaande kinderen, zoals financiële tegemoetkoming bij huiswerkbegeleiding en de aanschaf van (school)materiaal voor kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan.

We streven dan ook naar een nog sluitender aanpak van voortijdig schoolverlaten. Hierbij hebben jongeren allereerst hun eigen verantwoordelijkheid. Door de campagne ”Leren is je recht” wordt aandacht besteed aan die eigen verantwoordelijkheid. Ook scholen hebben een belangrijke taak in het voorkomen van uitval. Zij krijgen hiervoor van het rijk prestatiemiddelen. Wij vinden dan ook dat de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij de scholen ligt. Om de uitval die er wel is tijdig in beeld te krijgen voeren we (onder meer) het project “Schoolfirst” uit. Hiermee willen we het bestand voortijdige schoolverlaters zo volledig mogelijk in beeld krijgen en de voortgang en doorstroom nauwkeurig bewaken. Door de invoering van het participatiebudget kunnen we in de komende jaren steeds beter aansluiten bij de behoefte van de klant en dus ook jongeren zonder werk of startkwalificatie.

Het melden van voortijdig schoolverlaten verloopt nog niet altijd even goed. Hier zullen we blijvend aandacht aan besteden.

Aanvullende acties:

  • ·

    Structurele inbedding campagne “Leren is je recht” waarbij de leerplichtambtenaar samen met de jeugdagent groep 8 van alle basisscholen bezoekt en een voorlichting verzorgt over het belang van goede scholing.

  • ·

    Actieve benadering vanuit de leerplicht waaronder deelname in de Zorgadvies Teams (ZAT’s).

  • ·

    Overleg met scholen over preventie en melden van verzuim en voortijdig schoolverlaten.

  • ·

    Versterken van trajectbegeleiding aan jongeren.

  • ·

    Uitvoeren kort Screeningsonderzoek VMBO-MBO. Hiermee wordt gecheckt of alle leerlingen die de school verlaten al ingeschreven staan op een volgende opleiding.

  • ·

    We zullen de mogelijkheden tot samenwerking met Stichting Leergeld Hoogezand-Sappemeer onderzoeken. Deze Stichting biedt naast de bestaande financiële regeling van de gemeente aanvullende ondersteuning voor minima met schoolgaande kinderen.

  • ·

    Structurele inbedding Schoolfirst (aanpak voortijdig schoolverlaten): om uitval tijdig te signaleren en adequaat in te kunnen grijpen.

  • ·

    Invulling geven aan het gemeentelijke participatiebeleid.

Hoofdstuk 5 Zorg voor lichaam en geest

In dit hoofdstuk gaat het over het stimuleren van een gezonde leefstijl (preventief). Daarnaast geven we aan hoe we willen stimuleren en faciliteren dat kinderen die uitvallen op het gebied van lichamelijke, sociaal emotionele en geestelijke ontwikkeling tijdig in beeld komen en hoe hierop adequaat te reageren.

5.1 Gezondheid

De gezondheid van kinderen en jongeren is een aandachtspunt in het jeugdbeleid, vanwege het preventieve aspect. Een ongezonde leefstijl en overgewicht kunnen gevolgen hebben voor de mate waarin jongeren kunnen meedoen aan school en het sociale verkeer.

Doel: Stimuleren van een gezonde leefstijl

14% van de kinderen in Slochteren is te zwaar, provinciebreed is dit 11%. De helft van de kinderen beweegt te weinig en krijgt te weinig fruit en groente. Door jongeren wordt overigens aangegeven dat er veel wordt gesport en dat ze sport belangrijk te vinden.

Uit het sociaal rapport van de provincie Groningen blijkt dat in Groningen door de jeugd iets meer wordt gerookt dan gemiddeld in Nederland. Het gebruik van alcohol onder jongeren in de provincie Groningen ligt op het landelijk gemiddelde. De Nederlandse jeugd heeft bijna het hoogste alcoholgebruik binnen de Europese Unie. Het alcoholgebruik van jongeren neemt sterk toe met de leeftijd. Driekwart van de 16-jarige jongens drinkt bijvoorbeeld minstens één keer per maand vijf glazen. In Groningen gebruiken relatief veel jongeren regelmatig cannabis. Experimenteel gebruik van cannabis is gestegen sinds 2000 (sociaal rapport provincie Groningen).

Gezien het voorgaande ligt het accent op het voorkomen en terugdringen van overgewicht en op de preventieve aanpak van roken, alcohol en drugs.

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    We bekostigen de GGD voor de uitvoering van reguliere taken op het gebied van de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) en sociaal verpleegkundige op de scholen. Zij verzorgen ook informatie over gezond gedrag.

  • ·

    We geven uitvoering aan BOS- project waarin aandacht is voor onder meer sportstimulering (sportpas) en een gezonde leefstijl. (zie hoofdstuk 3).

Aanvullende acties:

  • ·

    Stimuleren uitvoering gezondheidsprogramma’s op basisscholen en voortgezet onderwijs (zoals projecten van de GGD)

  • ·

    Subsidiëren van preventieactiviteiten op het gebied van alcoholgebruik, roken en drugs voor zowel bewustwording van ouders in hun voorbeeldrol als jongeren.

  • ·

    Uitvoering geven aan het actieplan gezondheidsbeleid, welke in 2009 wordt opgesteld.

  • ·

    Er zal specifiek aanacht zijn voor jonge mantelzorgers. Gedacht wordt aan het verzorgen van informatie over mantelzorg op scholen en leerkrachten om aandacht vestigen op de doelgroep en deze beter in beeld te krijgen. Lentis biedt hierin ondersteunigsprogramma’s die we binnen de bestaande subsidieafspraken meer zullen inzetten.

5.2 Zorg en hulpverlening

5.2.1 Wat wordt er al gedaan en gaan we nog doen: van algemeen en specifiek

In de voorgaande hoofdstukken/paragrafen is vooral de nadruk gelegd op preventieve activiteiten om uitval te voorkomen in zowel de onderwijssfeer als welzijn buiten het onderwijs. In deze paragraaf gaat het met name over wat te doen als er zich problemen voordoen bij het opgroeien en/of opvoeden van jeugdigen. We zetten dan ook in eerste instantie in op zelfredzaamheid, ”zelfredzaamheid gaat voor overheidshulp” (Toekomstvisie Slochteren 2020).

Toch is er ook in Slochteren sprake van een groeiende groep kinderen die een beroep moet doen op voorliggende voorzieningen of de jeugdzorg. Voor deze groep moet er een vangnet zijn.

In het Wmo beleidsplan hebben we hiervoor al een doelstelling geformuleerd voor de jeugdzorg.

Doel: komen tot een sluitend netwerk rondom de jeugd. “Door vroegtijdig knelpunten te signaleren en eerder in te grijpen waar nodig kan een negatieve spiraal worden omgebogen” (Beleidsplan Wmo 2008-2011).

Aan kinderen en jongeren die hulp nodig hebben, moet dit zo vroeg mogelijk worden geboden, in de meest lichte vorm en zo dicht mogelijk bij huis. De gemeente is verantwoordelijk voor een laagdrempelig hulpaanbod, dat voorkomen moet worden dat kinderen bij de jeugdzorg terecht komen. In het geval er wel zwaardere zorg noodzakelijk is, moet er snelle doorgeleiding plaatsvinden naar bureau jeugdzorg.

Wat wordt er al gedaan (algemeen)?

  • ·

    Samen met andere gemeenten in onze provincie en de provincie Groningen hebben we een bestuursakkoord jeugd afgesloten. Doel van dit akkoord is om “snel inzicht te krijgen in de vraag welke jongeren welke problemen hebben, hen direct en dicht bij huis hulp te bieden, en als dat nodig is snel door te verwijzen naar de juiste zorgverlener” (Bestuursakkoord jeugd 2008-2012).

  • ·

    Het akkoord moet een bijdrage leveren in een betere afstemming tussen het lokale jeugdbeleid en de jeugdzorg en de samenwerking met bureau jeugdzorg verbeteren.

  • ·

    Onderdeel van dit akkoord is het realiseren van een regionale verwijsindex “zorg voor Jeugd”.

  • ·

    Het akkoord vormt een kader waarbinnen de realisatie van een Centrum Jeugd en Gezin plaats vindt, met name voor de backoffice. De invulling van de laagdrempelige toegang (frontoffice) vindt plaats op lokaal niveau.

Aanvullende acties (algemeen)?

We willen een sluitend netwerk realiseren door uitvoering te geven aan de 5 functies van preventief jeugdbeleid.

Aan deze functies wordt voor een groot deel al uitvoering gegeven. Dat wat al goed gaat willen we zo houden, daar waar het beter kan zullen we dat oppakken.

De 5 functies van preventief jeugdbeleid zijn:

  • 1.

    informatie verstrekken aan ouders, kinderen en jeugdigen over opvoeden en opgroeien;

  • 2.

    signaleren van problemen door instellingen als jeugdgezondheidszorg en onderwijs;

  • 3.

    toegang tot het (gemeentelijk) hulpaanbod, beoordelen en toeleiden naar voorzieningen aan de hand van een 'sociale kaart' voor ouders, kinderen, jeugdigen en verwijzers;

  • 4.

    pedagogische hulp (advisering en lichte hulpverlening), zoals maatschappelijk werk en coachen van jongeren;

  • 5.

    coördineren van zorg in het gezin op lokaal niveau.

In het volgende deel wordt meer specifiek aangegeven wat we per functie willen, wat we al doen en waar we aandacht aan willen besteden.

1 Informatie verstrekken

Doel: Realiseren van (een)herkenbaar en laagdrempelig(e) informatiepunt(en) voor ouders en jongeren

Wat wordt er al gedaan?

Er wordt op diverse plaatsen informatie geboden over opgroeien en opvoeden. De gemeente kent een opvoedsteunpunt 12- met spreekuren in de grote kernen en een emailservice. Hier wordt nog beperkt gebruik van gemaakt, terwijl is aangegeven dat er wel behoefte aan is. Herkenbaarheid en laagdrempeligheid zijn van groot belang.

Aanvullende acties:

·We willen dan ook inzetten op het realiseren van een herkenbare, laagdrempelige plek(en) waar de jeugd tot 23 jaar, hun ouders/opvoeders/betrokkenen terecht kunnen met hun vragen en problemen als onderdeel van de frontoffice voor het centrum jeugd en gezin. Hierbij sluiten we zoveel mogelijk aan op bestaande voorzieningen. Heldere en eenduidige informatievoorziening is hierbij essentieel.

2 Signaleren

Doel : Tijdig opvangen van signalen

Wat wordt er al gedaan?

Op verschillende “vindplaatsen”, peuterspeelzalen, onderwijs, jeugdgezondheidszorg en jeugdwerker, worden signalen opgevangen. Professionals worden geacht de capaciteit te hebben signalen van problemen of uitval op te vangen.

Aanvullende acties:

  • ·

    Er moet (blijvend) aandacht zijn voor het adequaat signaleren van problemen door het voorliggende veld.

  • ·

    Eventuele deskundigheidsbevordering op dit gebied is in eerste instantie een taak van de professionele organisaties in de keten zelf. Wij zullen hen daar waar nodig op aanspreken.

3 Toeleiden naar het hulpaanbod

Doel: We willen dat signalen tijdig op de juiste plaats komen en adequaat opgepakt worden

In veel gevallen worden signalen tijdig doorgegeven. Scholen hebben hun eigen zorgstructuren om adequaat met uitval om te gaan. Als bij problemen de jeugdgezondheidszorg of andere hulpverleners nodig zijn, weten zij dit via verschillende kanalen wel te vinden. Meer helderheid in de vorm van een vast aanspreekpunt en/of meldpunt is wel gewenst. Voor peuterspeelzalen en kinderopvang geldt dit in nog sterkere mate. Men vindt het soms lastig om te bepalen waar en wanneer een signaal te melden. Ook moet er aandacht zijn voor een terugkoppeling van de acties na de melding.

Aanvullende acties:

  • ·

    Als er signalen opgevangen worden van problemen/uitval moeten signaleerders wel weten waar men terecht kan met dit signaal (frontoffice CJG). Hier willen we invulling aan geven door samen met alle andere Groninger gemeenten de verwijsindex “Zorg voor jeugd” in te voeren.

  • ·

    Uitvoeren afspraken provinciebreed bestuursakkoord Jeugd

  • ·

    In verband met de stijging van het percentage huislijk geweld is dit een specifiek aandachtspunt, dit wordt provinciebreed opgepakt binnen de afspraken in het bestuursakkoord Jeugd.

4 Hulpaanbod

Doel: realiseren van een hulpaanbod dat voldoende aansluit bij de hulpvraag

Wat wordt er al gedaan?

  • ·

    Er is trajectbegeleiding voor voortijdig schoolverlaters vanuit het project Schoolfirst.

  • ·

    Voor ontwrichte gezinnen is kinderopvang op sociaal medische indicatie mogelijk.

  • ·

    Maatschappelijk werk kan ingezet worden voor begeleiding van ouders bij de opvoeding. Ook een organisatie als Humanitas kan ondersteuning bieden.

  • ·

    Vanuit de jeugdgezondheidszorg en onderwijsbegeleiding wordt de mogelijkheid geboden van het voeren van een aantal ondersteuningsgesprekken.

Wat nog onvoldoende is ingevuld is de meer intensieve ondersteuningstrajecten voor multiproblemgezinnen. Voor dit soort gezinnen zijn een aantal gesprekken niet voldoende. In de inventarisatie in het kader van licht pedagogische hulpverlening, is ook aangegeven dat hierop nog sterker moet worden ingezet.

Aanvullende acties:

  • ·

    Flexibel inzetten ondersteuningaanbod vanuit de gemeentelijke onderwijsbegeleidingflexibel: kortdurende advies/hulpgesprekken voor ouders en kinderen, cursus sociale vaardigheiden, training Beter Omgaan met Angst (BOA) en een oudercursus Opvoeden Zo!

  • ·

    Video home training JGZ.

  • ·

    Versterken hulp bij schoolproblemen in het voortgezet onderwijs en schooluitval via trajectbegeleiding op maat (interne inbedding schoolfirst)

  • ·

    Financiële ruimte creëren voor inkoop van “hulp op maat” bij crisissituaties.

Door de bezuinigingen in de AWBZ komt de ondersteunende begeleiding te vervallen en is de verwachting dat er ook voor jeugd een groter beroep gedaan gaat worden op voorliggende voorzieningen. Een eerste inventarisatie leert dat het vooralsnog gaat om kleine aantallen (maximaal 5). De ondersteuning van deze groep kan voor een deel gevonden worden in de voorzieningen die vallen onder de pedagogische hulpverlening. Voor de acute gevallen zou er een traject ingezet moeten kunnen worden.

5 Coördineren van de zorg op lokaal niveau

Onder zorgcoördinatie wordt verstaan het regelen van de afstemming en samenwerking van alle hulp en zorg aan een gezin/cliënt. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het overzicht op het proces van hulpverlening: de wijze waarop de ketensamenwerking is georganiseerd. Deze taak ligt bij de gemeente en hiermee wordt de gemeentelijke rol als regievoerder versterkt.

Doel: “ Eén gezin één plan één verantwoordelijke”

Essentieel voor een goede ketensamenwerking is de coördinatie van de zorg in een gezin. Het realiseren van “één gezin één plan één verantwoordelijke” vergt de nodige afstemming.

Wat wordt er al gedaan?

·Er is een zorgadviesteam 12- waarin casussen besproken worden en zo afstemming en samenwerking plaatsvindt tussen de jeugdgezondheidszorg 0-4 en 4-18, maatschappelijk werk, onderwijsbegeleiding en waar nodig de leerplicht, politie of jeugdwerker.

Aanvullende acties:

  • ·

    Verbreden Zorg Advies Team naar de leeftijd 12+ .

  • ·

    Vormgeven van de coördinatie van zorg in samenwerking met Hoogezand-Sappemeer.

  • ·

    In het bestuursakkoord, dat onder meer moet bijdragen tot een verbeterde toeleiding van kinderen naar Bureau Jeugdzorg, is afgesproken dat Bureau Jeugdzorg haar toegang decentraal gaat organiseren in de lokale netwerken (backoffice van het CJG). Zij kan dit niet bij 25 gemeenten maar doet dit in 8 regio’s. De gemeente Slochteren is ingedeeld bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Daarnaast hebben we momenteel al een gezamenlijk OGGZ netwerk. Het ligt voor de hand dat Slochteren samen met Hoogezand-Sappemeer het zorgadviesteam jeugd vorm gaat geven. Met als voorwaarde dat dit niet ten koste gaat van de snelheid van handelen en korte lijnen zoals we die nu kennen. Het onderstaande schema geeft de huidige situatie weer, de onderdelen met stippellijnen de opties voor de toekomst.

  • ·

    Het maken van afspraken maken over casemanagement.

  • ·

    Afspraken maken en vastleggen over uniforme werkwijze.

5.2.2Hoe gaan we hieraan uitvoering geven: ontwikkeling CJG

De bovengenoemde acties worden meegenomen in een stappenplan “Invoering Centrum Jeugd en Gezin”.

Als deze functies adequaat worden ingevuld en daarbij wordt ingezet op een goede afstemming tussen deze onderdelen, is het Centrum voor Jeugd en Gezin grotendeels gerealiseerd.

Dit Centrum moet ons inziens dan ook meer gezien worden als een sluitende keten dan als een fysieke plek. Er zal uiteraard een plaats komen waar ouders en opvoeders met hun vragen terecht kunnen (informatie en adviesfunctie). Dit kunnen meerdere laagdrempelige plekken zijn zoals de bestaande opvoedsteunpunten en/of het loket Welzijn en Zorg. Hieronder is aangegeven waar de frontoffice en backoffice van het Centrum jeugd en Gezin te plaatsen zijn (bron: OCSW).

We gaan begin 2009 dan ook een stappenplan “Invoering CJG” opstellen voor de periode 2009 en de eerste helft van 2010 waarin meegenomen wordt:

  • ·

    Uitvoering van de bovengenoemde acties

  • ·

    de invoering van de verwijsindex Zorg voor jeugd

  • ·

    de invulling van de frontoffice en backoffice

Bij het invoeringstraject zullen we naast de intern betrokken medewerkers/diensten, de directe partners Jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg betrekken. Tijdens het proces betrekken we daarnaast ook andere partners, zoals onder meer peuterspeelzalen, onderwijs, politie, jeugdwerker en de leerplichtambtenaar. Vanuit de provincie wordt voor de invoering van de verwijsindex ondersteuning aangeboden in de vorm van een kwartiermaker. De invoering van met name de backoffice zal in nauwe samenwerking met Hoogezand-Sappemeer plaats vinden.

Hoofdstuk 6 Bekostiging en monitoring

6.1Kosten

In het actieplan zijn de acties weergegeven, hierbij zijn ook de kosten genoemd. Voor een deel zijn de kosten al gedekt of gaat het om inzet van uren. In het onderstaande schema zijn alleen de extra kosten weergegeven, die nog niet opgenomen zijn in de reguliere begroting.

Actie

Kosten 2009

2010

2011

2012

Meedoen en ontmoeten

       

Jeugdraad

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

Faciliteren website jongeren en CJG

€ 10.000

€ 4.000

€ 4.000

€ 4.000

Verhoging subsidieplafond jeugdactiviteiten

€ 1.750

€ 1.750

€ 1.750

€ 1.750

Uitbreiding inzet jeugdwerker

€ 10.000

€ 12.000

€ 15.000

€ 15.000

Subsidie Halt

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

         

Leren en ontwikkelen

       

VVE

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Brede schoolontwikkeling

€ 5.000

€ 8.000

€ 10.000

€ 10.000

         

Lichaam en geest

       

Voorlichtingscampagne VNN (breed)

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

Verwijsindex

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Video Home training JGZ

€ 3.000 *

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Uitbreiding hulpaanbod voorliggende voorzieningen divers

€ 10.000 **

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Doorontwikkelen CJG en coördinatie

€ 15.000

€ 23.000

€ 25.000

€ 25.000

         

Totaal

€ 81.750

€ 90.750

€ 97.750

97.750

6.2 Dekking

Dekking voor de kosten van de uitvoering van het jeugdbeleid wordt gevonden in de huidige begroting, de meerjarenbegroting en het Wmo deel van de brede doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin. Deze uitkering is voor een deel opgebouwd uit al bestaande budgetten voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. Daarnaast is er een zogenaamd Wmo deel aan toegevoegd. Dit deel is bedoeld voor de ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin (middelen enveloppe Jeugd en Gezin, de regeling gezins- en opvoedondersteuning en de middelen preventief jeugdbeleid).

6.3 Monitoring

De uitvoering van het actieplan van het jeugdbeleid wordt verantwoord via de burap, conform de planning van de reguliere budgetcyclus van de gemeente. Middels een jaarlijkse voortgangsrapportage zal de stand van zaken per actie worden weergegeven en waar mogelijk de resultaten die de betreffende actie heeft opgeleverd.

De maatschappelijke effecten worden gevolgd aan de hand van een aantal rapportages:

Wmo Monitor : meedoen en ontmoeten, zorg, taalachterstanden, deelname peuterspeelzalen

Verwijsindex : zorg

Rapportages Schoolfirst en RMC effectrapportages: voortijdig schoolverlaten.

Afkortingenlijst

AMK

Algemeen Meldpunt Kindermishandeling

AMW

Algemeen maatschappelijk werk

AWBZ

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

BOS

Buurt Onderwijs Sport

BJZ

Bureau Jeugdzorg

BVE

BeroepsVormende Educatie

CJG

Centrum voor Jeugd en Gezin

EKD

Elektronisch Kinddossier

CMO

Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling

GGD

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst

GGz

Geestelijke gezondheidszorg

JGz

Jeugd Gezondheidszorg

LEA

Lokale Educatieve Agenda

LPH

Licht pedagogische Hulpverlening

JW

Jeugdwerk

PO

Primair onderwijs (Basisonderwijs)

OGGz

Openbare Geestelijke Gezondheidszorg

RMC

Regionaal Meld en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten

SO

Speciaal onderwijs

smi

sociaal medische indicatie

SMW

School maatschappelijk werk

VO

Voortgezet onderwijs

WEB

Wet Educatie en Beroepsonderwijs

WSNS

Weer samen naar School

VVE

Voor- en Vroegschoolse Educatie

ZAT

Zorg Advies Team

ZvJ

Zorg voor jeugd (naam verwijsindex)

Bijlage 1

Meedoen en ontmoeten

Doel

Actie

planning

Met wie ?

Kosten

Betrokkenheid van jongeren bij de maatschappij vergroten

Opzetten Jeugdraad en activiteitenbudget

Voorbereiding en start in 2009

Raad, jongeren

€ 2.000

Organiseren van een goede aansluiting van vraag en aanbod voor vrijwillige stages.

Aansluiten bij het de te realiseren vrijwilligersondersteuning.

2009

Vrijwilligers

steunpunt en VO scholen

Wordt meegenomen

Uitvoering makelaarsfunctie voor maatschappelijke stages

2010

Voortgezet onderwijs

Onderdeel vrijwilligers

netwerk

Realiseren van een betere informatievoorziening voor de jeugd

Verbeteren informatievoorziening voor jongeren en ouders richting jongeren op de website i.s.m. CJG

Inclusief vereenvoudigen aanvragen van, en informatievoorziening over de beschikbare fondsen, zodat jongeren, ouders, jeugdhonken er gebruik van gaan maken (zie ook informatievoorziening).

2009

Afstemming jeugdwebsite

 

Faciliteren van het opzetten van een website voor en door jongeren

2010 gereed

Jongeren

€ 10.000 2009

daarna 4.000

Jongeren stimuleren mee te doen aan sociaal culturele en sportactiviteiten

Verhogen plafond subsidie overige jeugdactiviteiten

Vanaf 2009

n.v.t.

€ 1.750

BOS project uitvoeren tijdig evalueren en inzetten op een vervolg

Huidige loopt tot 2010

Huis voor de Sport, sportverenigingen, scholen

€ 9.000

Huidige preventieve inzet jeugdwerker borgen/uitbreiden

Tweede helft 2009

n.v.t.

€ 10.000 met uitloop naar 15.000 extra

Stimuleren activiteiten 16- in jeugdhonken.

Vanaf 2009

Jeugdwerker, jeugdhonken

 

Waar wenselijk en mogelijk inspelen op ontwikkelen voorzieningen

Doorlopend

Jongeren/ ouders, partners

P.m

via subsidie

aanvragen

Preventie overlast en criminaliteit

Opzetten netwerk 12+

Start januari 2009

Jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, politie, leerplicht

Interne uren

En uren coördinatie

Zie CJG

Subsidie Halt preventie antivandalisme t.b.v. voorlichting op scholen

Vanaf 2010

Halt, scholen

€ 3.000

“Lik op stuk beleid Halt” t.b.v. adequate aanpak vernielingen

Vanaf 2010

Politie, Halt

p.m.

Doorstart breed jeugdhonkenoverleg minimaal 2 keer per jaar

Jaarlijks met ingang van 2009

Jeugdhonken, politie, jeugdwerker

Zie hierboven

Op wederzijds begrip en oplossingsgerichte (brede) bijeenkomsten jeugdoverlast (preventief en curatief overleg met de jeugd)

Minimaal 2 keer per jaar

Jeugd, jeugdwerker, politie, inwoners

nvt

Alcoholpreventie

     

Voorlichting over omgaan met geld

Vanaf 2010

GKB, Noorderpoort

Pm. Onderdeel minimabeleid

Leren en ontwikkelen

Doel

Actie

planning

Met wie?

Kosten

Samenwerking partners versterken, helderheid in afspraken

In overleg met onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang komen tot een lokale educatieve agenda en afstemming bereiken over de punten op de agenda, minimaal 2 vindt hierover overleg plaats

Vanaf 2010

Schoolbesturen, kinderopvang, SKS

( peuterspeelzalen)

n.v.t.

Uitvoeren huisvesting

Uitvoeren huisvesting volgens principe zoals gesteld in nota lokaal maatwerk

Start uitvoering 2009

Schoolbesturen

 

Kwalitatief goede kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Invulling geven aan de ontwikkelingen rond harmonisatie kinderopvang volgens op te stellen plan van aanpak

Plan van aanpak gereed eerste helft 2009

Invoering 2010

Kinderopvang, peuterspeelzalen

p.m.

Uitvoeren consultatie onderwijsbegeleiding door bezoeken van peuterspeelzalen. Minimaal 2 keer per jaar

2009

Peuterleidsters, kinderopvang

€ 4.000

Randvoorwaarden creëren voor doorlopende leerlijn

Inbedden overdrachtsafspraken: elk kind wordt schriftelijk en mondeling overgedragen. Dit wordt meegenomen in plan van aanpak harmonisering.

Voorbereiding 2009

Peuterspeelzalen, kinderopvang

 

Maken van afspraken over overdracht kinderen van PO naar VO

2009

Primair onderwijs, voortgezet onderwijs

Inzet uren

We zetten in op het ontwikkelen van brede scholen

Verder ontwikkelen van de samenwerking tussen partners in de brede school door structurele inzet coördinatiefunctie.

Jaarlijks, start 2009

Partijen brede school De Borgstee

€ 10.000

Onderwijs-begeleiding

Bewaken kwaliteit van het aanbod en inkoop middels jaarlijkse evaluatie

 

Chr. en openbare Scholen PO en schoolbesturen

nvt

Inzetten OB als voorliggende voorziening jeugd(zorg)

Doorlopend

Start 2009

nvt

Nvt

Versterken brugfunctie tussen scholen (passend onderwijs) en gemeente

Start tweede helft 2009

LEA partners

nvt

VVE, Taalstimulering

Analyse stand van zaken taalachterstand

keuze geschikt programma

uitvoering geschikt programma

Deskundigheidsbevordering in 2009

Uitvoering in samenhang met harmonisatie Voorbereiding 2009

Uitvoering 2010

Overlegpartners LEA

€ 20.000 vanaf 2010

10.000 voorbereiding 2008

Alle jongeren zijn in het bezit van een startkwalificatie

Informatiecampagne Leren is je recht

Jaarlijks

 

€ 1.500

Overleg scholen over preventie en melden van verzuim

Doorlopend

Regionale overlegvormen

Uren

trajectbegeleiding

 

Diverse aanbieders trajectbegeleiding

€ 20.000

Kort Screeningsonderzoek vmbo-mbo

Jaarlijks start zomer 2009

Vmbo scholen

Interne uren gemeente en scholen

Structurele inbedding schoolfirst

Per kwartaal

 

€ 10.000

 

Mogelijkheden tot gezamenlijke inzet stichting leergeld met Hoogezand onderzoeken t.b.v. onderwijsdeelname kinderen minima

     

Zorg voor lichaam en geest

Doel

Actie

planning

Met wie?

Kosten

Stimuleren gezond gedrag

Aanvulling sportactiviteiten 12+

Vanaf 2010

Huis voor de Sport, Jongeren,sportverenigingen

p.m via gebieds

Programma

Voorlichtings-campage op de bassisscholen en voor ouders

 

Uitvoerder/ scholen

€ 3.000

Uitvoering geven aan actieplan gezondheidsbeleid

Opgesteld in 2009

Uitvoering 2010

   

Uitvoering alcoholmatigings

beleid

Start 2009

Scholen, jeugdhonken jeugdwerker,..

Pm

Voorlichting en inventarisatie Jonge mantelzorgers

Start voorlichting 2009

Werkgroep mantelzorg

Pm onderdeel mantelzorgondersteuning

Sluitend netwerk rondom de jeugd:

Opstellen stappenplan invoering CJG

2009

   

Herkenbaar informatiepunt

Vervolg geven aan opvoedsteunpunt en i.s.h. daarmee realiseren frontoffice CJG waaronder website (zie infovoorziening jeugd)

 

Partners CJG

Onderdeel cjg ontw. breed

Tijdig opvangen van signalen

Invoeren verwijsindex

 

Partners CJG

€ 5.000

Toeleiden naar laagdrempelig adequaat hulpaanbod

Flexibel inzetten ondersteunings-aanbod onderwijs-begeleiding

Vanaf 2009

uitvoerders

Interne uren

Video home training JGZ

Vanaf 2009

uitvoerders

€ 3.000 2009 daarna € 5.000

Trajectbegeleiding 12+

Doorlopend

uitvoerders

Pm

Realiseren budget voor hulpaanbod op maat voor crisissituaties

2009

uitvoerders

€ 10.000

Coördineren zorg op lokaal niveau

“één gezin, één plan”

Realiseren CJG:

Zorgteam 0-23 i.s.m. Hoogezand- Sappemeer

Sluitende afspraken

Start zorgteam 0-23

In 2009 daarna verder uitbouwen

Partners CJG

€ 15.000 in 2009

€ 23.000 in 2010

en € 25.000 in 2011 en 2012

Schuin gedrukte onderdelen komen te vallen onder stappenplan invoering CJG

* BOS impuls loopt tot 2011. De verwachting is dat er door het rijk een vervolg aan gegeven wordt. In samenhang hiermee zal gekeken worden hoe we de sportstimulering voortzetten.

Bijlage 2

Kengetallen

Aantal jongeren

leeftijdscategorie

Aantal

0-4

884

4-12

1656

12-23

1655

Totaal

4195

►     In de gemeente zijn 6 peuterspeelzalen, 2 kinderopvangcentra, 14 basisscholen en één  dependance voor voortgezet onderwijs (vmbo).

►     In totaal zitten er 1530 kinderen op de  basisscholen in de gemeente. Op het openbaar basisonderwijs 1087 en 443 op het bijzonder onderwijs.

►     In mei 2007 bezochten 227 kinderen de zes peuterspeelzalen van de gemeente Slochteren (Dit is ongeveer de helft van de kinderen van 2 en 3 jaar.  Daarnaast  bezoeken van de groep 2-3 jarigen nog ongeveer 130 kinderen de kinderopvang.

►     Het relatieven aantal risicokinderen in de leeftijd van 0-4 jaar in Slochteren is 7% en ligt hiermee lager dan gemiddeld in de provincie (13%)  Een aantal hiervan behoort tot een zogenaamd multiproblemgezin (1%) provinciebreed is dit 4%. 

►     Ongeveer 7 % van de leerlingen uit het basisonderwijs heeft een zg. “gewichtsfactor”[1] toegekend gekregen, landelijk is dit 23%. 

►     3 % van de leerlingen in het primair onderwijs heeft een niet- Nederlandse etnische achtergrond landelijk is dit  percentage hoger.

►     Het aantal jeugdigen dat van de Toegang van bureau jeugdzorg een indicatiebesluit heeft gekregen is 9.

►     Ongeveer 2% van de kinderen in de basisschoolleeftijd volgt speciaal onderwijs, landelijk 3%.

►     De JGZ registreert het aantal kinderen van 3 jaar met een achterstand op de Groninger Mimimum Spraaknormen.  In 2005 was dit 8%.

►     14% van de kinderen in Slochteren is te zwaar. Provinciebreed is dit 11% De helft van de kinderen beweegt te weinig en  krijgt te weinig fruit en groente”.

►     Er zijn ongeveer 39 voortijdig schoolverlaters.

►     Jongeren uit Slochteren volgen relatief vaker Vmbo en Havo dan het landelijke gemiddelde. Het aantal Vwo leerlingen is gelijk aan het landelijke gemiddelde (Wmo monitor 2008).

►     Het relatief schoolverzuim (spijbelen /ongeoorloofd verzuimen) ligt op 0,2 %, provinciaal is dit 1,5%

►     In het landelijke rapport “Kinderen in tel” staat de gemeente in 2008 op plaats 281 van de totaal 450 In de 2 jaren daarvoor was dit lager, dus beter. Deze hogere “ranking” was het gevolg van een hogere score op huislijk geweld, percentueel meer verwijzing naar jeugdzorg en percentueel een lichte stijging in de jeugdwerkloosheid. 

[1]Een leerling krijgt een gewichtsfactor toegekend op basis van de opleiding van ouders dan wel etnische achtergrond. Een hogere gewichtsfactor betekent een hoger risico op achterstand.

Landelijk en provinciaal beleid

Rijksbeleid

Jeugd(zorg)

Met de komst van het nieuwe kabinet is er (nog) sterker ingezet op de jeugd. Er is een programma-ministerie jeugd en gezin gerealiseerd. Speerpunten uit de beleidsagenda van dit ministerie zijn:

  • “Gezinnen centraal”: gezinnen steunen in hun belangrijke taak in de opvoeding en samenleving

  • “Omslag naar preventie”: sterk inzetten op het voorkómen van problemen

  • “Vrijblijvendheid voorbij”: ongewenste situaties niet laten voortduren

Om dit te bereiken moet er vorm gegeven worden aan een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Hulpmiddelen hierbij zijn de verwijsindex, waarmee een einde moet worden gemaakt aan de vrijblijvendheid van de verantwoordelijkheden van partners in de jeugdketen. Daarnaast moeten relevante gegevens van kinderen en gezinnen middels een Electronisch Kind Dossier beter worden bijgehouden, en niet steeds opnieuw moeten worden opgevraagd bij bijvoorbeeld doorverwijzing.

Wet op de jeugdzorg

Hierin worden, naast het bestaande deel over de landelijke en provinciale verantwoordelijkheden op het gebied van jeugdzorg, nu ook de verantwoordelijkheden van de gemeente op het terrein van de lokale jeugdzorg omschreven. Kern hiervan is de inrichtingsplicht voor een CJG. Door dit te verankeren in de Wet op de jeugdzorg wordt een verbinding gelegd met de taken die de gemeente reeds zijn opgedragen in het kader van de Wet collectieve preventie (jeugdgezondheidszorg) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (jeugdzorg).

Wet maatschappelijke ondersteuning.

Met de invoering van de Wet op de Jeugdzorg (2005) en de Wmo (2007) hebben de gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen voor het lokale (preventieve) jeugdbeleid. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een preventieve aanpak van opgroei- en opvoedproblemen bij jeugdigen en hun ouders (prestatieveld 2 Wmo).

Concreet houdt dit in dat gemeenten de volgende taken of functies inhoud moeten geven:

  • 1

    informatie verstrekken aan ouders, kinderen en jeugdigen over opvoeden en opgroeien;

  • 2

    signaleren van problemen door instellingen als jeugdgezondheidszorg en onderwijs;

  • 3

    toegang tot het (gemeentelijk) hulpaanbod, beoordelen en toeleiden naar voorzieningen aan de hand van een 'sociale kaart' voor ouders, kinderen, jeugdigen en verwijzers;

  • 4

    pedagogische hulp (advisering en lichte hulpverlening), zoals maatschappelijk werk en coachen van jongeren;

  • 5

    coördineren van zorg in het gezin op lokaal niveau (gezinscoach).

Wet Primair Onderwijs, Wet op de Expertise Centra en Wet op het voortgezet onderwijs.

Wet Primair Onderwijs, Wet op de Expertise Centra en Wet op het voortgezet onderwijs

Hierin gaat het met name om het onderdeelonderwijsachterstandenbeleid.

Het onderwijsachterstandenbeleid wordt uitgewerkt in een Locale Educatieve Agenda waarin schoolbesturen en gemeente afspraken maken over thema´s als VVE, kinderopvang, zorg in en om de school passend onderwijs en voortijdig schoolverlaten en de kwalificatieplicht van 16/17 jarigen.

Ontwikkeling passend onderwijs

Passend onderwijs is de ontwikkeling die het voor elke leerling mogelijk gaat maken optimaal gebruik te maken van de onderwijsvoorzieningen en alle ondersteuning die daarbij geboden kan worden.

  • ·

    Er zal gezorgd moeten worden voor een sluitende aanpak. Met een  “sluitende aanpak” wordt bedoeld: Geen kind tussen wal en schip.

  • ·

    Voor elk kind een passende plek in het onderwijs.

  • ·

    Een dekkend net van samenwerkende besturen uit de sectoren PO/VO/WEC/BVE om dit te kunnen realiseren.

  • ·

    Samenwerking met organisaties voor maatschappelijke ondersteuning, gezondheidszorg en jeugdzorg. 

  • ·

    Betrokkenheid op basis van gelijkwaardigheid van alle betrokkenen (bestuur, management, personeel en ouders).

Zorg in en om de school

Doelstelling van het project Zorg in en om School (ZioS) is dat alle scholen voor primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs een Zorgadviesteam, kortweg ZAT, van hoge kwaliteit hebben. Jongeren krijgen daarmee een vangnet binnen hun eigen vertrouwde schoolomgeving. “Zorg in en om School” is een project dat in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt uitgevoerd door APS en LCOJ WSNS Plus en BvE-Raad. Zorg in en om School is een van de thema's van Operatie Jong.

Provinciaal beleid “Jong in Groningen”

De provincie stelt in 2008 het beleidskader jeugd 2009-2012 vast.

Hierin wordt de strategie van de voorgaande periode vastgehouden:

  • Versterken van de voorliggende voorzieningen

  • Realiseren van een goede aansluiting jeugdbeleid en jeugdzorg

  • Verstreken van bureau jeugdzorg als organisatie

  • Flexibiliseren van het zorgaanbod en het bieden van overbruggingshulp

  • Het bieden van een goede nazorg

  • Versterken van de informatievoorziening

Ambitie

“Jeugdigen die hulp nodig hebben, en dit niet kunnen krijgen van ouders of opvoeders, moeten te allen tijde hulpverlening krijgen. Dit moet leiden tot herstel van de zelfstandigheid van de jeugdige. De hulp moet zo vroeg mogelijk worden geboden, in de meest lichte vorm en zo dicht mogelijk bij huis. In het geval zwaardere zorg noodzakelijk is moeten jeugdigen zo snel mogelijk doorgeleid worden en zo snel mogelijk in zorg worden genomen“

De provincie wil de aansluiting jeugdzorg het lokale jeugdbeleid en het onderwijs verder uitbouwen door:

  • ·

    (ondersteunen van) realisatie Centra Jeugd en Gezin

  • ·

    Vormgeven decentrale toegang BJZ in lokale veld

  • ·

    Aanpak multiproblem-gezinnen en realisatie Eigen Kracht Conferenties in het voorliggend veld

  • ·

    Huidige aanpak van kindermishandeling voortzetten en in samenhang met de landelijke aanpak Kindermishandeling optimaliseren en verbreden.

Meest relevante ontwikkeling voor het uitvoeren van gemeentelijke taken is hierin het uitbouwen van de aansluiting jeugdzorg, het lokale jeugdbeleid en het onderwijs.

Insteek is dit te doen door sterk in te zetten op de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). In die centra moet de toegang tot bureau jeugdzorg decentraal (per regio) worden vormgegeven middels de inzet van zorgteams als backoffice van het CJG. De provincie zet kwartiermakers in die gemeenten hierin ondersteunen. Tegelijkertijd zal de verwijsindex worden ingevoerd, waarvoor de provincie een subsidie heeft ontvangen.

Gemeentelijk beleid

Toekomstvisie het land van Slochteren 2020 “Ruimte voor kwaliteit en ontmoeting”

Verantwoordelijkheid. De eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners en de gemeenschap vormt de basis. De verantwoordelijkheid voor het eigen welbevinden, maar ook voor het welbevinden van anderen, van de gemeenschap en de verantwoordelijkheid om kansen te benutten.

Meedoen. In Slochteren kan iedereen meedoen aan het maatschappelijk leven. Meedoen wordt mogelijk gemaakt door ontmoeting.

Duidelijkheid. Meer zelfredzaamheid en zeggenschap en minder betutteling . Op basis van wederzijds vertrouwen. Voor vertrouwen geven is lef nodig. Voor vertrouwen krijgen duidelijkheid en rechtvaardigheid.

We zijn hierbij samen verantwoordelijk want we doen het samen.

“De gemeentelijke organisatie is naar buiten gericht en brengt evenwicht aan de uitvoering van de wettelijke taken en bestuurlijk gekozen opdrachten. De gemeente blijft extra actief voor de inwoners die het niet op eigen kracht redden (=vangnet), maar neemt geen taken op zich die ook (of beter) door inwoners, maatschappelijk middenveld of instellingen verricht kunnen worden. Zelfredzaamheid gaat voor overheidshulp”.

Wmo beleidsplan `Meedoen door ontmoeten en verbinden`

Ambitie

“In de gemeente Slochteren kunnen alle inwoners (jong en oud) volwaardig meedoen in de lokale samenleving. De inwoners zijn daarbij zelf verantwoordelijk om, al dan niet met behulp van een sociaal netwerk (dat ontstaat door ontmoeting,) in de eigen ondersteuningsbehoefte te voorzien. Anderzijds zijn inwoners ook verantwoordelijk om ondersteuning te bieden aan buurtgenoten.`

De gemeente treedt op als vangnet voor mensen die de benodigde ondersteuning niet zelf kunnen realiseren”

Voor prestatieveld 2 “Op preventie gerichte ondersteuning van de jeugd” hebben we de volgende doelstelling geformuleerd: “We willen komen tot een sluitend netwerk rondom de jeugd” Door vroegtijdig knelpunten te signaleren en eerder in te grijpen waar nodig is kan een negatieve spiraal omgebogen worden

En verder..

Naast deze notities zijn er nog een aantal andere ontwikkelingen relevant. Zonder uitputtend te willen zijn kan gedacht kan worden aan de brede schoolontwikkeling, het Schoolfirst project (sluitende aanpak voortijdig schoolverlaten), het te ontwikkelen participatiebeleid, cultuurbeleid enzovoort. Het voert te ver dit allemaal mee te nemen. In de uitwerking van het beleidsplan worden deze ontwikkelingen uiteraard wel meegenomen.

Evaluatie voorgaand jeugdbeleid “Jeugd deug(d)t

Centrale doelstelling hierin was: De kansen van jeugdigen bevorderen en uitval van jeugdigen zoveel mogelijk voorkomen.

Binnen dit beleidsplan is met name aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:

  • -

    Gezondheidszorg

  • -

    Jeugdzorg

  • -

    Jeugdwelzijnswerk en vrijetijdsbesteding

  • -

    Openbare orde en veiligheid

Deze doelstellingen/onderwerpen zullen ook de komende periode weer belangrijk zijn.

Aan het jeugdbeleidsplan was een uitvoeringsplan gekoppeld. Een groot deel van de acties zijn uitgevoerd, een aantal zijn, mede in verband met de bezuinigingen in 2005 gestopt.

Op basis van het nieuwe integrale jeugdbeleid zal bekeken moeten worden welke acties opnieuw opgepakt zouden moeten worden om hieraan uitvoering te geven.

Werkbezoeken raad

De raadsleden hebben in de oriënterende fase werkbezoeken gebracht aan verschillende organisaties die actief zijn op het gebied van kinderen en jongeren.

Bezocht zijn: de basisschoolbesturen, algemeen maatschappelijk werk, de GGD, de jeugdgezondheidszorg, jeugdsozen, een sportclub, de kinderopvang, peuterspeelzalen, onderwijsbegeleiding, de bibliotheek de culturele commissie en 2 andere gemeenten.

Belangrijkste aandachtspunten waren:

  • -

    Meer aandacht voor de voorschoolse fase: deskundigheidsbevordering, taalstimulering en overdracht vanuit de voorschoolse fase naar het basisonderwijs.

  • -

    Meer aandacht voor jeugd in het maatschappelijk werk.

  • -

    Versterken ketensamenwerking en netwerken, met in het bijzonder aandacht voor het betrekken van de kinderopvang hierbij.

  • -

    Inzetten op het verlagen van de drempel tussen gemeentebeleid en jongeren in de gemeente.

Samenvatting prioriteiten raad(januari 2008)

Naar aanleiding van de inventarisatie en werkbezoeken heeft de raad een aantal prioriteiten benoemd:

  • ·

    Meer aandacht voor de voorschoolse fase: deskundigheidsbevordering, taalstimulering en overdracht van de voorschoolse fase naar het basisonderwijs

  • ·

    Doelgroep 12+

    • o

      Sluitende en preventieve aanpak uitval. Dit betreft zowel uitval op het gebied van schoolverlaten als op het gebied van de (geestelijke) gezondheid/sociaal maatschappelijke problematiek.

    • o

      Preventieve aanpak roken, alcohol en drugs.

    • o

      Jongeren betrekken bij gemeentelijk beleid en aandacht voor voorzieningen voor jongeren.

    • o

      Voorkomen van overlast.

  • ·

    Ketensamenwerking ten behoeve van vroegsignalering en gemeentelijke regie hierbij.

Op deze thema´s zal de nadruk worden gelegd, uiteraard zullen ook de andere genoemde thema’s aan de orde komen.

Samenvatting uitkomsten discussie met jongeren

“Kruis de degens “18 september

De opmerkingen van jongeren over de thema’s van het jeugdbeleid zijn verwerkt. Dit verslag is hiervan een samenvatting.

School en werk

School wordt toch vooral als een verplichting gezien maar de meeste jongeren gaan wel graag naar school. Een kleine overzichtelijke school wordt gewaardeerd.

Er zijn verder betrekkelijk weinig opmerkingen over dit thema gemaakt.

Informatievoorziening

Jongeren zouden meer geïnformeerd willen worden over wat er in de gemeente te doen is aan activiteiten en voorzieningen voor jongeren. Waar kan ik welke sport beoefenen? Wat is er dit weekend te doen voor jongeren?, enzovoort.

Internet is hiervoor een goede vorm, gecombineerd met ‘t Bokkeblad.

Een aantal jongeren ziet voor zichzelf wel een rol weggelegd voor de invulling en/of het bijhouden hiervan.

Vrije tijd en ontmoeten

Een aantal vormen van vrijetijdsbesteding die genoemd werden zijn: sporten, elkaar opzoeken, thuis of op andere plek, tv kijken of computeren.

Over ontmoetingsplekken verschillen de meningen. Sommigen vinden dat er te weinig mogelijkheden zijn. Anderen vinden dat je elkaar overal kunt ontmoeten. Hier hoeft geen voorziening voor te zijn, een JOP (Jongeren OntmoetingsPlek) zien ze niet als oplossing. Een aantal jongeren geven aan dat ze het gevoel hebben dat je nergens meer mag hangen, soms doordat anderen dingen vernielen. Er komen soms ook jongeren uit Hoogezand of Appingedam die overlast veroorzaken of dingen vernielen.

Het jeugdhonk in Slochteren is genoemd als belangrijk aandachtspunt. Daarnaast wordt enkele malen de suggestie gedaan de jeugdhonken vaker te openen en vaker activiteiten te organiseren. Een pannakooi staat op nummer één van gewenste voorzieningen.

Gezondheid en Sport

Er wordt door veel jongeren gesport. Jongeren zien dit als dé manier om overgewicht tegen te gaan. Meer informatie over sportmogelijkheden wordt op prijs gesteld, of bijvoorbeeld een open sportinloop. Een lage contributie voor jongeren kan ook bijdragen aan meer sporten.

Jongeren zouden wel wat meer variatie in de aangeboden sporten willen hebben.

Door het nieuwe anti-rookbeleid kunnen het aantal vernielingen toenemen.

Drugsgebruik komt voor, bijvoorbeeld in jeugdsozen. Alcoholgebruik komt veel voor maar wordt niet als probleem gezien. Er wordt ook regelmatig geblowd, soms zelfs vanaf groep8.

Jongeren geven aan dat het goed is veel aandacht te besteden aan overgewicht

Wonen

Jongeren vinden wonen in een dorp best gezellig, je kent elkaar. De gemeente is een omgeving om misschien wel weer naar terug te komen: dit hangt af van werk, woningvoorraad, enzovoort. Soms vinden ze het een beetje saai door gebrek aan voorzieningen. Hiervoor zijn tal van suggesties genoemd.

Over het vervoer /bereikbaarheid zijn weinig negatieve opmerkingen gemaakt. Alleen een goede busverbinding met Hoogezand-Sappemeer wordt gemist. Vanuit Harkstede rijden volgens de jongeren te weinig bussen richting Groningen.

Vrienden en meedoen

Vrienden zijn belangrijk. De meeste jongeren hebben wel een of meerdere vrienden maar kennen ook kinderen die geen vrienden hebben. Jongeren geven aan veel contact te hebben via MSN en Hyves en telefoon.

Maatschappelijke stages zien veel jongeren wel zitten, ze zouden best vrijwilligerswerk willen doen.

Belangrijkste conclusie is in ieder geval dat het meedoen aan deze activiteit door jongeren erg werd gewaardeerd. Niet alleen omdat het leuk was, vooral ook omdat ze hun mening mogen geven en er naar ze wordt geluisterd!+

Samenvatting bijeenkomst professionals

16 oktober 2008

Leren en ontwikkelen

  • ·

    Belang van doorgaande ontwikkelingslijnen en VVE worden onderschreven. Hierbij moet er aandacht zijn voor het faciliteren hiervan (mensen, middelen).

  • ·

    Niet uitgaan van problemen maar ingrijpen voordat er een probleem is: preventieve, positieve benadering. Met name als het gaat om schoolverzuim, overlast gebruik van alcohol en drugs. De jeugdwerker kan hier een belangrijke rol vervullen.

  • ·

    Zet in op een goede communicatie. Blijf met elkaar in gesprek.

  • ·

    Het is van belang aandacht te besteden aan taalstimulering.

  • ·

    Sportverenigingen zouden meer betrokken kunnen worden bij naschoolse opvang.

  • ·

    Er zou meer preventieve aandacht besteed moeten worden aan schulden.

Lichaam en geest

Gezondheid

Belang voor alcoholmatigingsbeleid wordt onderschreven. Inzetten op goede regelgeving en dit ook handhaven. Preventie en voorlichting bij jeugd (vanaf groep 8) en ouders. Er moet meer nadruk worden gelegd op de voorbeeldrol van ouders hierin. Afspraken maken met verkooppunten waar alcohol wordt geschonken.

Van belang is structureel in te zetten op het bevorderen van een gezonde leefstijl algemeen. Met name de groep die van zichzelf niet zou gaan sporten. Er zijn een aantal suggesties gedaan voor de uitvoering sportpas, sportmarkt, peutergymnastiek).

Zorg en hulpverlening

Aandacht besteden aan goede signalering en hierbij ook huisartsen betrekken. Zorgadviesteams kunnen hier een belangrijke rol in spelen

De toegang van een CJG moet laagdrempelig zijn en vooruitgeschoven worden naar scholen en consultatiebureaus, waarbij er wel rekening gehouden moet dat scholen niet te veel belast worden. Meer naar jeugd toegaan om problemen te kunnen signaleren.

Meedoen en ontmoeten

In het kader van zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid jongeren actief betrekken in de gemeente. Jongeren stimuleren zelf iets op te pakken.

Geconstateerd is dat het lastig is te bepalen is wanneer er sprake is van overlast. Wat door de een wordt ervaren als overlast kan voor de andere gewoon een groep jongeren zijn die gezellig bij elkaar staat. Er is soms sprake van een generatiekloof. Van belang is ook aandacht te besteden aan tolerantie door met elkaar in gesprek te blijven. Vandalisme moet wel streng aangepakt worden. In eerste instantie in de preventieve sfeer.

Men vindt maatschappelijke stages nuttig. Er zou wel aandacht moeten worden besteed aan een goede matching tussen vraag en aanbod. Een goede aanpak levert winst op voor zowel aanbieders als jongeren.

De scouting zou meer aandacht moeten krijgen, er zijn nu wachtlijsten. De scouting Freylema is een hechte en actieve groep.

Van belang is aandacht te besteden aan informatievoorziening via de gemeentelijke website. Bij voorkeur door jongeren zelf. Dit zou wel goed begeleid moeten worden.

Ketensamenwerking

Een goede invulling van een CJG moet de ketensamenwerking versterken. Aandacht besteden aan:

  • ·

    Verbeteren tijdig signaleren en deskundigheidsbevordering met betrekking tot signalering.

  • ·

    Meer duidelijkheid in waar signaleerders met hun signaal naar toe moeten

  • ·

    naar vindplaatsen toe gaan

  • ·

    Toegang tot een CJG laagdrempelig en herkenbaar

  • ·

    Aandacht voor communicatie hierover.

  • ·

    Meer duidelijkheid in de zorgstructuur één zorgnetwerk 0-23 met onafhankelijk coördinator en ZAT’s voor de scholen

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 april 2009.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.