Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bernisse

Verordening Clientenparticipatie 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bernisse
Officiële naam regelingVerordening Clientenparticipatie 2012
CiteertitelCliëntenparticipatie 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 47 Wwb, Artikel 2 Lid 3 WSW, Artikel 42 IOAW, Artikel 42 IOAZ, Artikel 147 Lid 1 Gemeentewet en Artikel 7 Wet SUWI

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012Vervanging

22-11-2011

Weekblad De Bernisser

Onbekend

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • A.

    belangenorganisatie: een maatschappelijke organisatie die belangen behartigt van cliënten van de gemeente Bernisse;

  • B.

    cliënten: alle personen binnen de gemeente Bernisse zoals genoemd in artikel 7, eerste lid van de Wwb, personen die een Ioaw- of Ioaz-uitkering ontvangen en personen zoals genoemd in artikel 1 Wsw;

  • C.

    cliëntenparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Bernisse de belanghebbenden betrekken in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de wet;

  • D.

    cliëntenraad: de cliëntenraad als bedoeld in artikel 47 van de Wwb en artikel 2 lid 3 van de Wsw (cliëntenraad SoZaWe Bernisse, Brielle en Spijkenisse) en als bedoeld in artikel 7 van de Wet SUWI (cliëntenraad WZP);

  • E.

    raad: de (opiniërende) raad van de gemeente Bernisse;

  • F.

    de afdelingen: de afdelingen Werk, Meedoen en Inkomen (WMI), Budgetondersteuning, Inburgering en Sociale recherche (BIS), Inwonersbeleid en Processen (IBP) en Maatschappelijke Ondersteuning (MO) van de sector Inwoners van de gemeente Spijkenisse;

  • G.

    de directeur: de directeur van de sector Inwoners van de gemeente Spijkenisse;

  • H.

    de gemeente: de gemeente Bernisse;

  • I.

    de wet: de Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening, Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet Inkomstenvoorziening Oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen;

  • J.

    ervaringsdeskundige: een uit het cliëntenbestand voortkomend cliëntenraadslid, dat vanwege zijn ervaring als cliënt zitting heeft in de cliëntenraad.

  • K.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernisse;

  • L.

    intermediair: vertegenwoordiger van een belangenorganisatie in de cliëntenraad, die door het bestuur van de betreffende organisaties als zodanig is aangewezen;

  • M.

    portefeuillehouder: wethouder van de gemeente Bernisse die Sociale Zaken en Werkgelegenheid in diens portefeuille heeft;

  • N.

    secretaris: administratieve ondersteuning vanuit de gemeente Spijkenisse, die geen lid is van de cliëntenraad;

  • O.

    SoZaWe: Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • P.

    WZP: Werk- en Zorgplein Spijkenisse.

Artikel 2. Algemeen

  • 1.

    De gemeente Bernisse heeft samen met de gemeenten Spijkenisse en Brielle één cliëntenraad.

  • 2.

    In de onderhavige verordening ‘Cliëntenparticipatie 2012’ wordt de wijze waarop de personen of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten vastgelegd.

Hoofdstuk 2: Cliëntenraad

Artikel 3. Samenstelling cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad telt tenminste 8 en ten hoogste 13 leden. Voor de samenstelling van de cliëntenraad wordt verwezen naar het reglement van de cliëntenraad.

  • 2.

    De cliëntenraad bestaat uit intermediairs èn ervaringsdeskundigen, die zo veel mogelijk een afspiegeling vormen van de cliënten.

  • 3.

    De cliëntenraad wordt geleid door een onafhankelijk (technisch) voorzitter, die cliënt is, noch lid is, noch werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de gemeente of het UWV Werkbedrijf.

  • 4.

    De cliëntenraad wordt ondersteund door een secretaris, die geen lid is van de cliëntenraad.

Artikel 4. Benoeming van de cliëntenraadsleden

  • 1.

    Leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college, na goedkeuring van de colleges van de gemeente Spijkenisse en de gemeente Brielle, op voordracht van de cliëntenraad.

  • 2.

    De zittingsduur van de leden bedraagt een termijn van vier jaar. Leden zijn maximaal twee keer herbenoembaar.

Artikel 5. Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van leden eindigt:

    • a.

      indien het betreffende lid aangeeft geen deel meer uit te willen maken van de cliëntenraad;

    • b.

      aan het einde van de zittingsperiode indien besloten wordt het betreffende lid niet te herbenoemen of de ervaringsdeskundige niet meer tot de cliënten behoort.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een intermediair eindigt:

    • a.

      indien het bestuur van de belangenorganisatie schriftelijk aangeeft niet langer vertegenwoordigd te willen zijn in de cliëntenraad;

    • b.

      aan het einde van de zittingsperiode, indien het bestuur van de belangenorganisatie besluit een andere kandidaat voor te dragen;

    • c.

      wanneer hij niet langer werkzaam is bij of onder verband van de belangenorganisatie;

    • d.

      wanneer het bestuur van de belangenorganisatie schriftelijk aangeeft dermate ontevreden te zijn over zijn functioneren, dat correcte vertegenwoordiging in de cliëntenraad onmogelijk is geworden.

  • 3.

    Beëindiging van het lidmaatschap van de cliëntenraad op grond van onderdeel d van het derde lid vindt niet plaats voordat het lid van de cliëntenraad is gehoord.

Artikel 6. De voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de cliëntenraad wordt benoemd door het college op voordracht van de cliëntenraad.

  • 2.

    De voorzitter wordt voor een termijn van vier jaar benoemd. Na het beëindigen van de zittingsduur kan deze door de cliëntenraad gevraagd worden nogmaals een termijn als voorzitter te fungeren. De maximale achtereenvolgende zittingsduur bedraagt drie termijnen.

Artikel 7. Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Cliëntenparticipatie strekt zich uit over door de gemeente te beïnvloeden beleidsonderdelen en uitvoering van de wet, inclusief aanverwante regelgeving en de dienstverlening hieromtrent.

  • 2.

    De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd een niet-bindend advies te geven aan de portefeuillehouder, directeur, het college en de raad over in het eerste lid genoemde zaken.

  • 3.

    De cliëntenraad behartigt de belangen van de cliënten als geheel en/of van bepaalde subgroepen daarbinnen.

  • 4.

    De cliëntenraad is niet bevoegd:

    • a.

      uitspraken te doen over individuele cliënten (klachten, bezwaarschriften e.d.) tenzij het onderwerpen betreft met een algemeen karakter;

    • b.

      uitspraken te doen over medewerkers van de afdelingen, tenzij het zaken betreft met een algemeen karakter;

    • c.

      te adviseren over onderdelen van beleidsterreinen die door andere overheden of instanties dan de gemeente worden ingevuld en/of uitgevoerd;

    • d.

      te adviseren over de verplichte uitvoering door de gemeentelijke organen van wettelijke voorschriften, voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid is gelaten.

Artikel 8. Informatievoorziening

De directeur draagt er zorg voor dat de cliëntenraad tijdig wordt voorzien van alle informatie die voor een goed functioneren van de cliëntenraad noodzakelijk is.

Artikel 9. Overleg tussen portefeuillehouder en cliëntenraad

  • 1.

    Tenminste 3 maal per jaar vindt overleg plaats tussen de voorzitter van de cliëntenraad, de portefeuillehouder en het hoofd van één van de afdelingen.

  • 2.

    Op verzoek van één van de in het eerste lid genoemde personen, kunnen anderen aan dit overleg deelnemen, tenzij een van de cliëntenraadsleden hier bezwaar tegen heeft.

Artikel 10. Faciliteiten

  • 1.

    De gemeente Spijkenisse stelt de volgende faciliteiten ter beschikking aan de cliëntenraad:

    • a.

      een vergaderruimte (op verzoek);

    • b.

      de mogelijkheid gebruik te maken van kopieervoorzieningen, telefoon e.d. van de afdelingen en van de mogelijkheid post te verzenden;

    • c.

      ondersteuning van de afdeling Communicatie en Representatie bij de publiciteit rondom (activiteiten van) de cliëntenraad;

    • d.

      een in de gemeentebegroting opgenomen budget ten behoeve van de cliëntenraad.

  • 2.

    Het in het eerste lid onder d genoemde budget wordt onder andere gebruikt voor:

    • a.

      aan cliëntenparticipatie verbonden directe kosten;

    • b.

      een maandelijkse algemene onkostenvergoeding van € 25 per cliëntenraadslid, voor zover het lid voor de werkzaamheden binnen de cliëntenraad geen salaris of andere onkostenvergoeding ontvangt;

    • c.

      een onkostenvergoeding van € 25 per maand voor een vervangend lid bij vervanging in de maandelijkse vergadering;

    • d.

      een maandelijkse onkostenvergoeding voor de voorzitter van de cliëntenraad, waarvan de hoogte is vastgesteld op € 50 per maand;

    • e.

      kosten van scholing, training en opleiding;

    • f.

      facilitaire kosten zoals briefpapier en voorlichtingsmateriaal;

    • g.

      specifieke onkosten van cliëntenraadsleden die betrekking hebben op activiteiten in verband met het werk voor de cliëntenraad.

  • 3.

    Uitgaven uit het in het eerste lid onder e genoemde budget worden geautoriseerd door de directeur. Autorisatie vindt plaats, tenzij uitgaven:

    • a.

      zich niet verdragen met gemeentelijk beleid;

    • b.

      naar verwachting leiden tot overschrijding van het budget;

    • c.

      onverenigbaar zijn met de normen van redelijkheid en billijkheid die gelden binnen de gemeente Spijkenisse.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 11. Reglement

De cliëntenraad stelt een reglement vast waarin in ieder geval de besluitvormingsprocedure van de betreffende cliëntenraad en de orde tijdens vergaderingen wordt geregeld.

Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 13. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2012.

  • 2.

    De verordening cliëntenparticipatie ISD-Voorne-Putten-Rozenburg en Wsw Bernisse, Brielle, Rozenburg 2009 wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de onderhavige verordening ingetrokken.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘verordening cliëntenparticipatie 2012’.

Toelichting algemeen

De Wwb schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat een verordening dient te worden vastgesteld door de raad. Eenzelfde bepaling is opgenomen in artikel 42 van de Ioaw, artikel 42 van de Ioaz en artikel 2 van de Wsw. Middels artikel 7 SUWI wordt aan het UWV en het college opdracht gegeven gezamenlijk cliëntenparticipatie vorm te geven. Ingevolge artikel 12 van de Wmo dient het college adviezen voor te leggen aan gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Ingevolge die bepalingen is de ‘Verordening cliëntenparticipatie 2012’ tot stand gekomen.

Met goede cliëntenparticipatie is de cliënt gediend, doordat deze als geen ander weet wat de uitwerking is van beleid en uitvoering van de gemeentelijke sociale zekerheid. De meest vergaande vorm van cliëntenparticipatie is een cliëntenraad, waarin (ook) cliënten zelf zitting hebben. Een cliëntenraad hoeft echter niet de enige vorm van participatie te zijn. Diverse vormen van cliëntenparticipatie kunnen naast elkaar en in aanvulling op elkaar bestaan. Wel is gekozen in deze verordening de nadruk te leggen op participatie via een cliëntenraad.

Deze verordening dient meerdere doelen. Ten eerste geldt het uitgangspunt van de regelingen dat cliënten en/of hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van de wet. Ten tweede kan cliëntenparticipatie, vormgegeven in een cliëntenraad, gebruikt worden als middel om te komen tot kwaliteitsverbetering van uitvoering en beleid. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij is dat de cliëntenraad ruimte krijgt voor het uitdragen van een eigen identiteit. In deze verordening is een balans gezocht tussen het belang van de gemeente Bernisse in zinvolle cliëntenparticipatie en het belang van de cliëntenraad tot zelfstandige belangenbehartiging en het creëren van een eigen identiteit.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1:

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wwb, Wsw en/of bestaande regelgeving.

Onder B: Cliënten die behoren tot de categorie als bedoeld in artikel 7, lid 1 Wwb is een brede doelgroep. Het betreft de groep die voor voorzieningen in aanmerking komt (mensen met een bijstandsuitkering voor levensonderhoud, mensen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en niet-uitkeringsgerechtigden) en de groep die voor het minimabeleid, waaronder bijzondere bijstand, in aanmerking komt (artikel 7, lid 1 sub b Wwb). Daarbij is in de definitie opgenomen mensen die een Ioaw- of Ioaz-uitkering ontvangen. Ook zelfstandigen die een beroep doen op ondersteuning via de bijstand (Bijstandsbesluit Zelfstandigen - Bbz) worden gerekend tot de cliënten.

Onder G: Met de directeur wordt bedoeld de persoon die de sector Inwoners als geheel aanstuurt en die hiërarchisch staat boven de afdelingshoofden van de afdelingen.

Onder J: Een ervaringsdeskundige heeft op het moment van selectie en benoeming een uitkering voor levensonderhoud op grond van de Wwb, Ioaw of Ioaz, dan wel behoort tot de doelgroep van de Wsw als bedoeld in artikel 1 Wsw. De rol binnen de cliëntenraad is de ervaring als cliënt in zijn algemeenheid en als cliënt van SoZaWe Spijkenisse in het bijzonder, kenbaar te maken. Een ervaringsdeskundige gebruikt de eigen ervaring voor algemene advisering. Ervaringsdeskundigen mogen hun positie binnen de cliëntenraad niet gebruiken om individuele belangen te behartigen.

Artikel 2:

Geen toelichting.

Artikel 3:

Eerste lid

Getracht moet worden het maximale aantal cliëntenraadsleden zoveel mogelijk te handhaven. De verhouding tussen de intermediairs en ervaringsdeskundigen mag alleen worden verstoord, indien het maximale aantal niet langer kan worden gehandhaafd, bijvoorbeeld door vertrek van een van de leden. Wanneer een intermediair vertrekt, moet die plek opgevuld worden door een nieuwe intermediair. Voor ervaringsdeskundigen geldt hetzelfde. Wanneer een plek niet kan worden opgevuld, dient deze tijdelijk vacant te blijven. Na een door de cliëntenraad te bepalen periode kan dan opnieuw worden getracht de leeggevallen plek in te vullen.

Tweede lid

Een afspiegeling van de cliënten vindt op hoofdlijnen plaats. Hierbij wordt zo mogelijk rekening gehouden met de globale verdeling man-vrouw, leeftijdscategorie, ervaringsdeskundigheid (uitkeringssoort/dienstverband) en soort belangenbehartiging. Getracht moet worden tenminste een alleenstaande ouder met een kind onder de 12 jaar te benoemen. De belangen van arbeidsgehandicapten kunnen worden vertegenwoordigd door een ervaringsdeskundige of een belangenorganisatie.

Artikel 4:

Dit artikel behandelt de benoeming van cliëntenraadsleden. Waar wordt gesproken over leden worden ervaringsdeskundigen en intermediairs bedoeld.

Artikel 5:

Dit artikel behandelt de beëindiging van het lidmaatschap van cliëntenraadsleden.

Eerste lid

Waar wordt gesproken over leden worden ervaringsdeskundigen en intermediairs bedoeld.

Derde lid

Het horen vindt plaats door een vertegenwoordiger van het college in aanwezigheid van de voorzitter van de cliëntenraad. De vertegenwoordiger van het college maakt een afweging tussen de belangen van de cliëntenraad als geheel en de belangen van het lid. Daarin wordt meegewogen in hoeverre de cliëntenraad, al dan niet bij aftreden van het lid, in staat is of blijft haar taken uit te voeren. De afweging vormt onderdeel van het collegebesluit.

Artikel 6:

Geen toelichting.

Artikel 7:

Eerste lid

Voor de uitvoering van beleid geldt dat de cliëntenparticipatie zich mede uitstrekt tot aanverwante regelgeving, waartoe ook regelingen omtrent zelfstandigen die een vorm van bijstand ontvangen behoren. Verder behoren hiertoe Algemene Maatregelen van Bestuur die zijn uitgevaardigd als uitwerking van de WWB, Ioaw of Ioaz, en dergelijke. Tot slot strekt de cliëntenparticipatie zich uit tot de dienstverlening van de afdelingen met betrekking tot het uitvoeren van bovengenoemde wet- en regelgeving.

Tweede lid

De cliëntenraad kan te allen tijde advies geven aan portefeuillehouder, directeur en/ of het college over in artikel 2, tweede lid genoemde zaken. Het betreft echter een niet-bindend advies, hetgeen betekent dat de portefeuillehouder, directeur en/ of het college het advies naast zich neer kan leggen.

Wanneer schriftelijk advies is gevraagd aan de cliëntenraad, wordt advies gegeven aan het adviesvragend orgaan. Indien het gevraagde advies een collegebesluit betreft dat wordt voorgelegd aan de raad, kan bij een afwijkend advies tevens gebruik worden gemaakt van het spreekrecht bij de betreffende raadvergadering.

Wanneer de cliëntenraad ongevraagd adviseert, hangt het af van het onderwerp of het advies is gericht aan de portefeuillehouder, directeur en/ of het college. Advisering die uitvoering of dienstverlening betreft wordt gedaan aan de directeur. Beleidsadvisering omtrent een collegevoorstel of –besluit wordt gedaan aan het college. Beleidsadvisering in een beleidsvoorbereidend stadium wordt gedaan aan de directeur.

Derde lid

Behartiging van de belangen van cliënten kan ook (doel)groepen daarbinnen betreffen. Als groep binnen de cliënten kan niet worden gezien een of enkele personen, waarbij het een specifieke situatie betreft.

Vierde lid

Een duidelijke grens aan de bevoegdheden van de cliëntenraad wordt gesteld om de scheiding tussen taken en rol van de gemeente en taken en rol van de cliëntenraad aan te brengen. De cliëntenraad behoort niet in de wettelijke of organisatorische taken van de gemeente te treden of in taken waarin de gemeente geen zelfstandige beleidsbevoegdheid heeft. Mochten bezwaarschriften of individuele klachten worden ontvangen door de cliëntenraad, worden deze doorgestuurd naar de afdelingen. De cliëntenraad is wel bevoegd de bezwaren of klachten te veralgemeniseren indien deze vaker voorkomen, en als algemene beperking binnen beleid, uitvoering of dienstverlening aan de orde te stellen.

Artikel 8:

Geen toelichting.

Artikel 9:

Tweede lid

Het uitbreiden van het aantal deelnemers aan het overleg tussen gemeente en cliëntenraad vindt plaats op incidentele basis, wanneer inhoudelijke of organisatorische redenen dit noodzakelijk maken.

Artikel 10:

Eerste lid

De faciliteiten die ter beschikking van de cliëntenraad worden gesteld, blijven onder verantwoordelijkheid vallen van de gemeente Spijkenisse. Het budget dat beschikbaar is voor de cliëntenraad staat onder beheer van de afdelingen. De cliëntenraad geeft aan voor welke uitgaven zij het budget wenst te gebruiken.

Derde lid

De directeur autoriseert de uitgaven, tenzij in strijd met in dit lid genoemde punten. Het uitgangspunt is dat de cliëntenraad voldoende financiële vrijheid wordt verleend om haar taken naar wens uit te kunnen voeren.

Artikel 11:

Dit artikel bepaalt de noodzaak van een reglement voor de cliëntenraad.

Artikel 12:

In onvoorziene omstandigheden, beslist het college. Beslissingen op basis van dit artikel vinden plaats na overleg met de cliëntenraad.

Artikel 13:

Tweede lid

Deze verordening treedt in de plaats van de verordening cliëntenparticipatie ISD-Voorne-Putten-Rozenburg en Wsw Bernisse, Brielle, Rozenburg 2009. De verordening wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de onderhavige verordening ingetrokken.

Artikel 14:

Geen toelichting.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bernisse d.d. 22-11-2011

De griffier, De voorzitter,

J.A. Fröling-Kok P.J. Bouvy-Koene