Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zijpe

Verordening op de heffing en invordering  precariobelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zijpe
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering  precariobelasting 2012
CiteertitelVerordening  precariobelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201131-12-2012Onbekend

25-10-2011

Schager Weekblad/Zijper Nieuws d.d. 23-11-2011

Collegevoorstel d.d. 20-9-2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting 2012

De raad van de gemeente Zijpe; Nr. 11.009112

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2011;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit:

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting 2012

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    halve dag: een periode van 6 uren, aanvangende te 07.00 uur of 13.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • c.

    week: periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • d.

    maand: een kalendermaand;

  • e.

    jaar: een kalenderjaar

  • f.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

  • g.

    niet-commercieel evenement/activiteit: een evenement/activiteit dat/die:

    • -

      een beoogde doelstelling heeft van sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve of culturele aard; en

    • -

      geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft: en

    • -

      niet bedrijfsmatig van aard is; en

    • -

      niet mede door commerciële bedrijven wordt ontplooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    voorwerpen of werken die door of vanwege het rijk, de provincie, de gemeente of door het waterschap noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, zijn aangebracht of geplaatst;

  • b.

    het gebruik of genot van de openbare gemeentegrond ten behoeve van bouwwerken, die voor rekening van de gemeente worden gebouwd, verbouwd of hersteld en door haar worden of zullen worden gebruikt;

  • c.

    het hebben van voorwerpen op gemeentegrond in relatie tot promotionele activiteiten ten behoeve van de gemeente Zijpe;

  • d.

    het gebruik of genot van de openbare gemeentegrond ten behoeve van

  • e.

    niet-commerciële evenementen/activiteiten.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is opgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.       

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderoverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belangtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag, gedagtekende nota of ander schriftuur.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en ontheffing naar tijdsgelang

  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,--.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 10,-- worden niet geheven.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1. De belasting is invorderbaar in één termijn, die vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, de nota of een andere gedagtekende kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting. 

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De ”Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011, vastgesteld bij raadsbesluit  van 2 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als  ”Verordening  precariobelasting 2012”.

Ondertekening

Schagerbrug, 25 oktober 2011,

Tarieventabel,  
behorende bij de "verordening precariobelasting 2008"bij de "Verordening precariobelasting 2012"  
  2012
1.Algemeen tarief 
 Voor het gebruik van gemeentegrond op enige andere wijze dan vermeld in deze 
 of andere verordening/tabel per m2 of gedeelte daarvan: 
 a per dag€ 0,75
 b per week€ 2,70
 c per maand€ 5,75
 d per jaar€ 33,40
2.Ten behoeve van terrassen 
 Voor het hebben van een terras per m2 
 a per jaar gebied A€ 16,70
 b per jaar gebied B€ 8,35
    
3.Ten behoeve van bouwwerken 
 Voor het hebben van een schutting of andere afpaling van een terrein per meter: 
 a per week€ 0,45
 b per maand€ 0,75
 c per jaar€ 4,55
 Voor het hebben van een loods, directiekeet, steiger of andere tijdelijk getimmerde per m2 
 a per week€ 0,75
 b per maand€ 2,70
 c per jaar€ 14,65
 Voor het hebben van stenen of andere materialen per m2 
 a per week€ 0,75
 b per maand€ 2,70
 c per jaar€ 14,65
4.Kramen en verkoopwagens 
 Voor het ingebruik nemen van een standplaats per m2 in beslag genomen ruimte 
 waartoe ook behorende overhangende luifels, toonbanken, opslag- en stallingsruimte per jaar€ 16,70
 Voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van het plaatsen van een marktkraam, verkoopwagen e.d. in het kader van een (rommel)markt, braderie of andere soortgelijke markt, per individuele markplek€ 4,45
5.Circussen 
 Voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van het houden van circussen 
 waartoe o.a. behoren tenten, wagens/materialen e.d. per m2 
 a per dag€ 0,03
    
6.Reclameobjecten 
 Voor het hebben van reclame-borden, naamborden en dergelijke, bevestigd aan gevels of luifels hangende boven openbare gemeentegrond, per bord per jaar€ 25,60
 Voor het hebben van reclame-borden e.d anders dan bevestigd aan een gebouw, per stuk per jaar€ 47,60
 Voor het hebben van een vlag met reclame dan wel een vlaggenstok t.b.v. een vlag met reclame, per vlag c.q vlaggenstok per jaar€ 25,60
 Voor het hebben van reclame "lichtbakken" welke direct dan wel indirect aan de gevel zijn bevestigd is per reclame lichtbak per jaar€ 25,60
 Voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van het plaatsen van tijdelijke reclameobjecten zoals reclameborden, spandoeken e.d. per reclameobject€ 3,20
7.Bezinepompen en automaten 
 Voor het hebben van aftappunten voor motorbrandstof per aftappunt per jaar€ 110,00
 Voor het hebben van een automaat voor de verkoop van waren per jaar€ 11,70
8.Luifels, erkers enz. 
 Voor het hebben van een luifel, erkers, uitbouw, overbouwing en dergelijke per 
 stuk per jaar€ 18,65
    
9.Tijdelijk gebruik gefiscaliseerde parkeerplaats 
 Voor het in gebruik nemen van een gefiscaliseerde parkeerplaats per uur per plaats€ 1,50
    
10. (Feest)tenten/podia 
 voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van het plaatsen van een (feest)tent of podium, per m2: 
 a: per dag€ 0,75
 b: per week:€ 2,70
 c; per maand: € 5,75
    
 Gebied A: de kustdorpen, Petten, Sint Maartenszee, Callantsoog en Groote Keeten 
 Gebied B: de overige dorpen 
   
Vastgesteld in de raadsvergadering van 25 oktober 2011                                           De Griffier