Overheidsorganisatie | Gemeente Zijpe |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012 |
Citeertitel | Verordening leges 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen |
Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2011 | 31-12-2012 | Onbekend | 25-10-2011 Schager Weekblad/Zijper Nieuws, d.d. 23-11-2011 | voorstel college d.d. 20-09-2011 |
De raad van de gemeente Zijpe; Nr. 11.009112
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2011;
gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 ,
eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012.
Deze verordening verstaat onder:
“dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
“week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
“maand”: het tijdvak dat loopt van de nedag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
“jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
“kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
“commercieel evenement/activiteit”: een evenement/activiteit dat/die:
een individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft: of
bedrijfsmatig van aard is; of
mede door commerciële bedrijven wordt ontplooid
“niet-commercieel evenement/activiteit:”: een evenement/activiteit dat/die:
een beoogde doelstelling heeft van sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve of culturele aard; en
geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft: en
niet bedrijfsmatig van aard is; en
niet mede door commerciële bedrijven wordt ontplooid
Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Leges worden niet geheven voor:
diensten waarvan de kosten krachtens een exploitatieplan zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
het in behandeling nemen van een aanvraag van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het toekennen van een uitkering, bijdrage ofwel subsidie;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een op de Algemene plaatselijke verordening Zijpe gebaseerde vergunning voor een niet-commercieel evenement/activiteit;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als gedoeld in artikel 6:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
van zuiver redactionele aard zijn;
een tariefsverlaging betreffen;
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
1 De “Verordening leges 2011” van 2 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4 Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening leges 2012”
Schagerbrug, 25 oktober 2011,
Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2012 | 2011 | 2012 | |
Indeling tarieventabel | |||
Titel 1 | Algemene dienstverdeling | ||
Hoofdstuk 1 | Burgerlijke stand | ||
Hoofdstuk 2 | Reisdocumenten | ||
Hoofdstuk 3 | Rijbewijzen | ||
Hoofdstuk 4 | Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens | ||
Hoofdstuk 5 | Verstrekkingen uit het Kiezersregister | ||
Hoofdstuk 6 | Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens | ||
Hoofdstuk 7 | Bestuursstukken (vervallen) | ||
Hoofdstuk 8 | Vastgoedinformatie | ||
Hoofdstuk 9 | Overige publiekszaken | ||
Hoofdstuk 10 | Gemeente archief | ||
Hoofdstuk 11 | Vervallen | ||
Hoofdstuk 12 | Leegstandwet | ||
Hoofdstuk 13 | Gemeentegarantie | ||
Hoofdstuk 14 | Marktstandplaatsen | ||
Hoofdstuk 15 | Winkeltijdenwet | ||
Hoofdstuk 16 | Kansspelen | ||
Hoofdstuk 17 | Kinderopvang | ||
Hoofdstuk 18 | Telecommunicatie | ||
Hoofdstuk 19 | Verkeer en vervoer | ||
Hoofdstuk 20 | Diversen |
Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | ||
Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijvingen | ||
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag | ||
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | ||
Hoofdstuk 4 | Vermindering | ||
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | ||
Hoofdstuk 6 | Intrekking omgevingsvergunning | ||
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | ||
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | ||
Hoofdstuk 9 | Sloopmelding | ||
Hoofdstuk 10 | In deze titel niet benoemde beschikking | ||
Hoofdstuk 11 | Reguliere bouwvergunningen vallend onder de overgangsbepaling genoemd in artikel 1:3 van de Invoeringswet Wabo |
Titel 3 | Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn | ||
Hoofdstuk 1 | Horeca | ||
Hoofdstuk 2 | Organiseren evenementen en markten en overige APV vergunningen | ||
Hoofdstuk 3 | Prostitutiebedrijven | ||
Hoofdstuk 4 | Splitsingsvergunning woonruimte | ||
Hoofdstuk 5 | Leefmilieuverordening n.v.t | ||
Hoofdstuk 6 | Brandbeveiligingsverordening | ||
Hoofdstuk 7 | In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
Titel 1 | Algemene dienstverdeling | 2011 | 2012 |
Hoofdstuk 1 | Burgelijke stand | ||
1.1.1 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een | ||
partnerschap op: | |||
1.1.1.1 | maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag, met uitzondering van maandag tussen 9.00 en 10.00 uur | € 351,60 | € 356,85 |
1.1.1.2 | zaterdag | € 527,40 | € 535,30 |
1.1.1.3 | zon- en feestdagen | € 703,20 | € 713,75 |
1.1.2 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een | ||
partnerschap in een andere door het gemeentebestuur aangewezen locatie op: | |||
1.1.2.1 | maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag | € 443,30 | € 449,95 |
1.1.2.2 | zaterdag | € 664,45 | € 674,40 |
1.1.2.3 | zon- en feestdagen | € 886,60 | € 899,90 |
1.1.3 | De tarieven genoemd onder 1.1.1.1 t/m 1.1.2.3 zijn overeenkomstig van toepassing ter- | ||
zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij | |||
gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte. | |||
1.1.3.1 | Het tarief bedraagt voor het verrichten van lokethandelingen ten behoeve van het | ||
omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk | € 21,90 | € 22,25 | |
1.1.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot trouwen op locatie naar | ||
keuze | € 152,85 | € 155,15 | |
1.1.5 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een |
partnerschap op een in 1.1.4 bedoelde locatie op: | |||
1.1.5.1 | maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag | € 235,50 | € 239,05 |
1.1.5.2 | zaterdag | € 296,65 | € 301,10 |
1.1.5.3 | zon- en feestdagen | € 317,00 | € 321,75 |
1.1.6 | Het tarief bedraagt voor op verzoek beschikbaar stellen van een gemeenteambte- | ||
naar om als getuige op te treden bij het voltrekken van een huwelijk of de registra- | € 21,90 | € 22,25 | |
van een partnerschap | |||
1.1.7 | Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: | ||
1.1.7.1 | een normaal trouwboekje en/of partnerschapsboekje of duplicaat hiervan | € 11,95 | € 12,15 |
1.1.7.2 | een luxe trouwboekje en/of partnerschapsboekje of een duplicaat hiervan | € 18,00 | € 18,25 |
1.1.7.3 | een lederen trouwboekje en/of partnerschapsboekje of een duplicaat hiervan | € 26,05 | vervallen |
1.1.8 | Het tarief bedraagt voor het kalligraferen van: | ||
1.1.8.1 | het ambtelijk deel trouwboekje | € 12,30 | € 12,50 |
1.1.8.2 | het ambtelijk deel + kerkelijk deeltrouwboekje | € 17,30 | € 17,55 |
1.1.8.3 | het bijschrijving geboorte kind in trouwboekje | € 4,95 | € 5,00 |
1.1.9 | Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de | ||
Burgerlijke Stand, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 21,90 | € 22,25 | |
1.1.10 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van | ||
een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerelijke stand (Stb. 1879 | |||
72) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het vigerende Legesbesluit akten burgerlijke | |||
stand. | |||
1.1.11 | Het tarief voor een eenmalige benoeming van een buitengewoon ambtenaar burgelijke stand bedraagt | € 22,25 |
Hoofdstuk 2 | Reisdocumenten | ||
1.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
1.2.1.1 | tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen | ||
of een reisdocument voor vreemdelingen | € 52,10 | € 48,70 | |
1.2.1.2 | tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevatten- | ||
de dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort) | € 58,20 | € 48,70 | |
1.2.1.3 | tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond | ||
van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld | |||
(faciliteitenpaspoort) | € 52,10 | € 58,55 | |
1.2.1.4 | tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 | ||
direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument | € 9,20 | € 9,35 | |
1.2.1.5 | tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingssticker in een reeds uitge- | ||
geven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 | € 21,50 | € 21,80 | |
1.2.1.6 | tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met 13 jaar | € 9,20 | € 30,00 |
1.2.1.7 | tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van 14 jaar en ouder | € 43,85 | € 40,05 |
1.2.2 | De tarieven genoemd in de onderdelen1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 alsmede 1.2.1.6 en 1.2.1.7 | ||
worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van | € 45,00 | € 45,90 | |
1.2.3 | Het tarief als genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een | ||
nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van | |||
één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument be- | |||
rekend. | |||
1.2.4 | Het tarief als genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd | ||
met een bedrag per bijschrijvingssticker van | € 21,40 | € 21,80 | |
1.2.5 | Het tarief als genoemd in 1.2.1.1, 1.2.1.2, 1.2.1.3, 1.2.1.6 en 1.2.1.7 wordt verhoogd met | ||
als het betreffende document niet kan worden overlegd (vermissing). | € 15,30 | € 15,60 |
Hoofdstuk 3 | Rijbewijzen | ||
1.3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag | ||
tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs | € 36,00 | € 36,55 | |
1.3.2 | Het tarief genoemd onder 1.3.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met | € 33,50 | € 34,00 |
1.3.3 | Het tarief bedraagt voor het na vermissing afgeven of vernieuwen van een rijbewijs | € 51,30 | € 52,10 |
1.3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verstrekken van een eigenverklaring ten behoeve van het rijbewijs | |||
het bedrag vermeldt op het aanvraagformulier van het CBR |
Hoofdstuk 4 | Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens | ||
1.4.1 | Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan | ||
één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basis- | |||
administratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. | |||
1.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken | € 6,30 | € 6,40 |
van gegevens, per verstekking | |||
1.4.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrek- | ||
ken van een persoonslijst overeenkomstig het bepaalde in artikel 79, lid 3, wet GBA | € 21,90 | € 22,25 | |
1.4.4 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke | ||
basisadministratie, voor elk daaraan besteed kwartier | € 21,90 | € 22,25 |
Hoofdstuk 5 | Verstrekkingen uit het Kiezersregister | ||
1.5.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer | |||
bedoeld in artikel D4 van de Kieswet | € 6,30 | € 6,40 | |
Hoofdstuk 6 | Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (niet opgenomen) | ||
2011 | 2012 | ||
Hoofdstuk 7 | Bestuursstukken ( vervallen per 01-01-2011) |
Hoofdstuk 8 | Vastgoedinformatie | ||
1.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
1.8.1.1 | tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk | ||
1.8.1.1.1 | in formaat A4 of kleiner, per bladzijde | € 1,30 | € 1,30 |
1.8.1.1.2 | in formaat A3 | € 2,70 | € 2,75 |
1.8.1.2 | tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, | ||
voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel | |||
1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk | € 0,25 | € 0,25 | |
met een minimum van | € 2,70 | € 2,75 | |
1.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van | ||
een afschrift van of uittreksel uit: | |||
1.8.2.1 | de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisiregistratie gebouwen, (BAG), | ||
bedoel in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen. | € 21,90 | € 22,25 | |
1.8.2.2 | de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet | € 21,90 | € 22,25 |
1.8.2.3 | de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 | ||
1.8.2.4 | het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de | ||
Monumentenwet 1988 | € 21,90 | € 22,25 |
1.8.2.5 | het gemeentelijk beperkingsregister of de gemeentelijke beperkingsregistratie, bedoeld | ||
in artikel 5, eerste lid , van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot | |||
het vertrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, | |||
onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen. | € 21,90 | € 22,25 | |
1.8.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: | ||
1.8.3.1 | het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres | € 0,25 | € 0,25 |
met een minimum van | € 1,25 | € 1,30 | |
1.8.3.2 | het relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie | € 0,25 | € 0,25 |
met een minimum van | € 1,25 | € 1,30 | |
1.8.3.3 | het adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat | € 0,25 | € 0,25 |
met een minimum van | € 1,25 | € 1,30 |
Hoofdstuk 9 | Overige publiekszaken | ||
1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
1.9.1 | voor het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag, het bedrag dat de gemeente moet afdragen aan | ||
het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag. | |||
1.9.2 | voor het verkrijgen van een attestatie de vita (wettelijk tarief) | € 6,30 | € 11,80 |
1.9.3 | voor het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening | € 6,30 | € 6,40 |
1.9.4 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het waarmerken van een diploma of getuigschrift | € 6,30 | € 6,40 |
Hoofdstuk 10 | Gemeente archief | ||
1.10.1 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief | ||
berustende stukken ongeacht het resultaat voor ieder daaraan besteed kwartier | € 21,90 | € 22,35 | |
1.10.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verkrijgen van: | |||
1.10.2.1 | een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief, berustend stuk, per pagina | € 1,25 | € 1,30 |
1.10.2.2 | een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina | € 2,50 | € 2,60 |
Hoofdstuk 11 | Huisvestingswet n.v.t. | ||
Hoofdstuk 12 | Leegstandswet | ||
1.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
1.12.1 | tot het verkrijgen vaneen vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet | € 100,90 | € 102,40 |
1.12.2 | tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet | € 50,45 | € 51,20 |
Hoofdstuk 13 | Gemeentegarantie n.v.t | ||
Hoofdstuk 14 | Marktstandplaatsen (voor weekmarkten e.d.) n.v.t | ||
Hoofdstuk 15 | Winkeltijdenwet | ||
1.15 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
1.15.1 | voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet | ||
of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet | € 21,90 | € 22,35 | |
1.15.2 | tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing | ||
over te dragen aan een ander | € 21,90 | € 22,35 | |
1.15.3 | tot het intrekken of wijzigen van een in 1.15.1 bedoelde ontheffing | € 21,90 | € 22,35 |
Hoofdstuk 16 | Kansspelen | ||
1.16 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op | |||
de kansspelen: | |||
1.16.1 | voor een periode van twaalf maanden voor één kansspeelautomaat | € 56,50 | € 56,50 |
1.16.2 | voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspeelautomaten: voor de | ||
eerste kansspeelautomaal € 56,50 en voor iedere volgende kansspeelautomaat | € 34,00 | € 34,00 | |
1.16.3 | voor een periode > 12 maanden en < 4 jaar voor één kansspeelautomaat: € 56,50 x | ||
(looptijd in maanden / 12) | |||
1.16.4 | voor een periode > 12 maanden en < 4 jaar voor twee of meer kansspeelautomaten: | ||
{ € 22,50 + aantal speelautomaten x € 34,00)} x (looptijd in maanden / 12) | |||
1.16.5 | voor één kansspeelautomaat, welke vergunning geldt voor > 4 jaar of onbepaalde tijd | € 226,50 | € 226,50 |
1.16.6 | voor een periode van 4 jaar of voor onbepaalde tijd voor twee of meer kansspeelautomaten: | ||
€ 90,50 + (aantal kansspeelautomaten x € 136,00) |
Hoofdstuk 17 | Kinderopvang | ||
1.17 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | ||
1.17.1 | een uittreksel uit het register bedoeld in artikel 46 van de Wet kinderopvang, per uittreksel | € 6,30 | € 6,40 |
1.17.2 | inlichtingen over gegevens die zijn opgenomen in het register bedoeld in artikel 46 van de Wet | ||
kinderopvang, per verstrekking | € 6,30 | € 6,40 |
Hoofdstuk 18 | Telecommunicatie | ||
1.18.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het | ||
verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden | |||
als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet | € 188,30 | € 191,10 | |
1.18.1.1 | Het tarief als genoemd in 1.18.1 wordt indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, | € 5,00 | € 5,10 |
alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, | |||
per strekkende meter sleuf verhoogd met | € 5,00 | € 5,10 | |
1.18.1.2 | Het tarief als genoemd in 1.18.1 wordt indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, | ||
voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter | |||
sleuf verhoogd met | € 1,20 | € 1,20 | |
1.18.1.3 | wordt indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen | ||
gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met | € 119,85 | € 121,65 | |
1.18.1.4 | Het tarief als genoemd in 1.18.1 indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling | ||
van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met | € 119,85 | € 121,65 | |
1.18.1.5 | Het tarief als genoemd in 1.18.1 indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de | ||
kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding | |||
aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester | |||
en wethouders is opgesteld. | |||
1.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in 1.18.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling | ||
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is | |||
gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 19 | Verkeer en vervoer | ||
19.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
19.1.1 | tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement | ||
verkeersregels en verkeerstekens 1990 | € 53,80 | € 54,60 | |
19.1.2 | tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen | ||
€ 53,80 | € 54,60 |
Hoofdstuk 20 | Diversen | ||
1.20.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | € 21,90 | € 22,25 |
1.20.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | ||
1.20.2.1 | gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze | ||
deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina | € 6,30 | € 6,40 | |
1.20.2.2 | afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders | ||
in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, | |||
indien deze als zwart-wit kopie op A4-formaat worden verstrekt: | |||
* 0-5 pagina's | |||
* 6-25 pagina's: € 0,40 per pagina | |||
* 26-50 pagina's: € 0,30 per pagina met een minimum van € 10,00 | |||
* meer dan 50 pagina's: € 0,20 per pagina met een minimum van € 15,00 | |||
indien deze als zwart-wit kopie op A3-formaat worden verstrekt: |
* 0-5 pagina's | |||
* 6-25 pagina's: € 0,80 per pagina | |||
* 26-50 pagina's: € 0,60 per pagina met een minimum van € 20,00 | |||
* meer dan 50 pagina's: € 0,40 per pagina met een minimum van € 30,00 | |||
indien deze als kleurenkopie op A4-formaat worden verstrekt: | |||
* 0-5 pagina's | |||
* 6-25 pagina's: € 0,50 per pagina | |||
* 26-50 pagina's: € 0,40 per pagina met een minimum van € 12,50 | |||
* meer dan 50 pagina's: € 0,30 per pagina met een minimum van € 20,00 | |||
indien deze als kleurenkopie op A3-formaat worden verstrekt: | |||
* 0-5 pagina's | |||
* 6-25 pagina's: € 1,00 per pagina | |||
* 26-50 pagina's: € 0,80 per pagina met een minimum van € 25,00 | |||
* meer dan 50 pagina's: € 0,60 per pagina met een minimum van € 40,00 |
1.20.2.3 | kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in 1.20.2.1 en 1.20.2.2 | ||
genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in | |||
deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, | |||
tekening of lichtdruk: | |||
1 - formaat A-4 of kleiner | € 1,20 | € 1,30 | |
2 - formaat A-3 | € 2,70 | € 2,70 | |
3 - ander formaat dan onder 1. of 2. genoemd, per dm2 | € 0,25 | € 0,25 | |
met een minimum van | € 2,70 | € 2,70 |
1.20.2.4 | een exemplaar van een beleidsnota, waarmee tevens bedoeld wordt een beeld- | ||
kwaliteitsplan, toekomstvisie, landschapsvisie en soorgelijke stukken: | |||
indien deze als zwart-wit kopie wordt verstrekt: | |||
* 1-25 pagina's | € 10,35 | € 10,50 | |
* 26-50 pagina's | € 15,55 | € 15,80 | |
* 51-100 pagina's | € 20,75 | € 21,05 | |
* 101-150 pagina's | € 23,35 | € 23,70 | |
* meer dan 150 pagina's: € 23,35 vermeerderd met € 0,10 voor elke pagina boven | |||
de eerste 150 pagina's | |||
indien deze als kleurenkopie wordt verstrekt: | |||
* 1-25 pagina's | € 12,95 | € 13,15 | |
* 26-50 pagina's | € 20,75 | € 21,05 | |
* 51-100 pagina's | € 31,10 | € 31,60 | |
* 101-150 pagina's | € 38,90 | € 39,50 | |
* meer dan 150 pagina's: € 38,90 vermeerderd met € 0,20 voor elke pagina boven | |||
de eerste 150 pagina's |
Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving | 2011 | 2012 |
Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijving | ||
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | ||
2.1.1.1 | aanlegkosten: | ||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop | |||
de aanvraag betrekking heeft; |
2.1.1.2 | bouwkosten: | ||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |||
2.1.1.3 | sloopkosten: | ||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | ||
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde | ||
betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |||
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die | ||
betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk | |||
voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |||
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg/beoordeling concept aanvraag | ||
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
2.2.1 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project | ||
in het kader van de Wabo vergunbaar is | € 305,75 | € 310,35 | |
2.2.2 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: | ||
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning | |||
voor het project zouden worden vastgesteld. | 50% | 50% |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | ||
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevings- | ||
vergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende | |||
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de | |||
aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag | |||
moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk | |||
en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of | |||
andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | ||
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit | ||
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: | € 126,15 | € 128,05 |
vermeerderd met: | 2,50% | 2,5375% | |
van de bouwkosten; | |||
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: | € 5.126,15 | € 5.203,05 |
vermeerderd met: | 2,25% | 2,2838% | |
van de bouwkosten boven de € 200.000; | |||
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: | € 11.876,15 | € 12.054,45 |
vermeerderd met: | 2,00% | 2,0302% | |
van de bouwkosten boven de € 500.000; | |||
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: | € 21.876,15 | € 22.205,45 |
vermeerderd met: | 1,75% | 1,7762% | |
van de bouwkosten boven de € 1.000.000; | |||
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: | € 38.376,15 | € 39.967,45 |
vermeerderd met: | 1,50% | 1,5302% | |
van de bouwkosten boven de € 2.000.000; | |||
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: | € 83.376,15 | € 85.873,45 |
vermeerderd met: | 1,25% | 1,2800% | |
van de bouwkosten boven de € 5.000.000 met een maximum van: | € 125.000,00 | € 126.875,00 |
Verhogingen in verband met toetsing aan welstandscriteria | |||
2.3.1.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor bouwvergunning moet worden | ||
verleend en hiervoor het advies welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het | |||
overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met: | |||
2.3.1.2.1 | a. Eerste behandeling | ||
1.a. - alleen gemandeerd commissielid: % over de bouwkosten | 10% | 0,10% | |
b. - volledige commissie: % van de bouwkosten | 0,14% | 0,15% | |
2. - Opslag voor administratiekosten | € 25,00 | € 30,00 | |
b. Herhalingsbehandelingen | |||
- Opslag op vergoeding zoals berekend voor de eerste behandeling | 40% | 40% | |
c. Kortingen op 2.3.1.2.1 a1a en 2.3.1.2.1 a1b | |||
- Korting in geval van vooroverleg WZNH supervisor | 50% | 50% | |
2.3.1.2.2 | Planbehandeling tegen vast tarief | ||
1. -reclame-objecten 1ste behandeling | € 60,00 | ||
2.- activiteit sloop 1ste behandeling | € 100,00 | ||
3. handhavingszaken/excessenregeling 1ste behandeling | € 100,00 | ||
4. herhalingsbehandelingen: opslag op vergoeding zoals berekend voor de eerste behandeling | 50% | 50% |
Verhoging verplicht advies agrarische commissie | |||
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens | ||
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische | |||
commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 570,00 | € 570,00 | |
Achteraf ingediende aanvraag | |||
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief als hiervoor bedoeld met 10% verhoogd, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | ||
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van | € 1.000,00 | € 1.000,00 | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als | |||
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 305,75 | € 310,35 | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in | |||
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in | |||
artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in | |||
onderdeel 2.3.1: | |||
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 305,75 | € 310,35 |
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met; | |||
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | ||
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met; | € 305,75 | € 310,35 | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | ||
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met; | € 7.567,50 | € 7.681,00 | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | ||
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met; | € 305,75 | € 310,35 | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | ||
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met; | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels | ||
die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, | |||
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | |||
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met; | € 305,75 | € 310,35 | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels | ||
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, | |||
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | |||
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met; | € 305,75 | € 310,35 | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | ||
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedragverhoogd met: | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als | |||
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit | |||
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 7.567,50 | € 7.681,00 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels | ||
die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, | |||
onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 305,75 | € 310,35 | |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels | ||
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, | |||
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.4.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verkrijgen van een (persoons- en objectgebonden) ontheffing van het geldende | |||
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder 10 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht | € 954,00 | € 968,30 | |
2.3.4.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het het verkrijgen van een | ||
(persoons- en objectgebonden) gedoogbeschikking voor het permanent bewonen van een | |||
recreatiewoning als bedoeld in de notitie "Beleidsregels omgevingsvergunning/gedoogbeschikking | |||
permanente bewoning recreatiewoningen". | € 954,00 | € 968,30 |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld | |||
in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
voor objecten met een gebruiksoppervlakte kleiner of gelijk aan 500m2 | € 400,50 | € 406,51 | |
voor objecten met een gebruiksoppervlakte groter dan 500m2 | € 530,75 | € 538,70 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | ||
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit | ||
met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, | |||
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo | |||
met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 | |||
Gemeente Zijpe aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening | |||
of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is | |||
vereist, bedraagt het tarief: | |||
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 126,10 | € 128,00 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor | ||
het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 126,10 | € 128,00 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van | ||
een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, | |||
onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of | |||
de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Zijpe aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld | |||
in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale | |||
verordening of de gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 126,10 | € 128,00 | |
2.3.6.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit | ||
met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, | |||
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo | |||
en sprake is van bouwactiviteit zoals bedoeld in artikel 2.3.1 wordt het tarief genoemd in | |||
2.3.6.1.1, 2.3.6.1.2 en 2.3.6.2 verminderd met 50% |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | ||
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van | ||
een bouwwerk bedraagt het tarief: | |||
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit | ||
is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van | |||
een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, | |||
eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € 203,80 | € 206,85 | |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning | ||
of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | € 203,80 | € 206,85 | |
2.3.7.2 | Asbesthoudende materialen | ||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die | |||
onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een | |||
asbesthoudend product aanwezig is: | € 203,80 | 206,85 |
Aanleggen of veranderen weg | |||
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een | ||
weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een | |||
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening | |||
een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef | |||
onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.9 | Niet in gebruik | ||
2.3.10 | Kappen | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen | |||
van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.4.2 | |||
van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in | |||
artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 126,15 | € 128,00 |
2.3.11 | Niet in gebruik | ||
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | ||
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen | ||
in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, | |||
de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, | |||
eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 305,75 | 310,35 | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van | ||
projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door | |||
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld | |||
in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 305,75 | 310,35 |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op | |||
grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 305,75 | 310,35 | |
2.3.14 | Andere activiteiten | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een | |||
andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld | |||
en die activiteit of handeling: | |||
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 305,75 | 310,35 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel | ||
voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd | |||
zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd | |||
zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 305,75 | € 310,35 | |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het | ||
in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning of een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting | |||
die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld | |||
in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag | |||
na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, | |||
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | ||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld | |||
in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot | ||
de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor | |||
de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |||
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de | ||
tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de | |||
activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | ||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien | |||
krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport | |||
wordt beoordeeld: | |||
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.17 | Advies | ||
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, | ||
indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie | |||
advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag | |||
om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen | |||
van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, b | |||
lijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |||
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling | ||
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis | |||
is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | ||
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, | ||
indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een | |||
verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, | |||
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |||
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 305,75 | € 310,35 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | ||
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een | |||
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting | |||
die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |||
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in | ||
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de | |||
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
2.3.19 | Projectuivoeringsbesluit Crisis- en herstelwet | ||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verodening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid , van de Crisis- en herstelwet. |
Hoofdstuk 4 | Vermindering | ||
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om | ||
vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de | |||
eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de | |||
beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor | |||
het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | |||
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, | ||
bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband | |||
met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. | |||
De vermindering bedraagt: | |||
2.4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | ||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | 2% | 2% | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | ||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | 3% | 3% | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | ||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | 5% | 5% |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | ||
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | ||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |||
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 26 weken na het in behandeling nemen ervan | ||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | 50% | 50% | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | ||
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 50% | 50% | |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | ||
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit | ||
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, | |||
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | 50% | 50% | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de | ||
beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |||
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | ||
niet in gebruik | |||
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | ||
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
Hoofdstuk 6 | Intrekking omgevingsvergunning | ||
Dit hoofdstuk is niet ingebruik. De gevolgen van intrekking van een omgevingsvergunning | |||
zijn geregeld in hoofdstuk 5 | |||
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | ||
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een | ||
omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe | |||
wijziging in het project: | € 305,75 | € 310,35 | |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingsplan wijzigingen zonder activiteiten | ||
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een | ||
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € 4.036,00 | € 7.681,01 | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een | ||
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € 4.036,00 | € 4.096,55 | |
Hoofdstuk 9 | Sloopmelding | ||
2.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in | ||
artikel 8.2.1 van de Bouwverordening | € 101,90 | vervallen | |
Hoofdstuk 10 | In deze titel niet benoemde beschikking | ||
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel | € 305,75 | € 310,35 |
niet benoemde beschikking: | |||
Hoofdstuk 11 | Reguliere bouwvergunningen vallend onder de overgangsbepaling genoemd in artikel 1:3 van de Invorderingswet Wabo | ||
2.11.1 | Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in | ||
artikel 1, eerste lid, onderdeel o, van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |||
a. | van 0 tot 2.470,00 | € 143,90 | € 146,05 |
b. | van 2.470,00 tot 3.400,00 | € 211,10 | € 214,25 |
c. | van 3.400,00 tot 4.537,00 | € 279,35 | € 283,05 |
d. | van 4.537,00 tot 9.885,00 | € 413,85 | € 420,05 |
e. | van 9.885,00 tot 15.885,00 | € 544,10 | € 552,25 |
f. | van 15.885,00 tot 22.690,00 | € 819,15 | € 831,45 |
g. | van 22.690,00 tot 29.500,00 | € 1.087,60 | € 1.103,90 |
h. | van 29.500,00 tot 36.305,00 | € 1.355,95 | € 1.376,30 |
i. | van 36.305,00 tot 45.380,00 | € 1.634,15 | € 1.658,65 |
j. | van 45.380,00 tot 56.725,00 | € 1.896,70 | € 1.925,15 |
k. | van 56.725,00 tot 68.075,00 | € 2.157,15 | € 2.189,50 |
l. | van 68.075,00 tot 79.420,00 | € 2.417,15 | € 2.453,40 |
m. | van 79.420,00 tot 90.760,00 | € 2.677,95 | € 2.718,10 |
n. | van 90.760,00 tot 113.450,00 | € 2.940,10 | € 2.984,20 |
o. | van 113.450,00 tot 136.140,00 | € 3.320,70 | € 3.370,51 |
p. | van 136.140,00 tot 158.825,00 | € 3.701,20 | € 3.756,70 |
q. | van 158.825,00 tot 181.515,00 | € 4.081,70 | € 4.142,95 |
r. | van 181.515,00 tot 204.210,00 | € 4.614,25 | € 4.683,45 |
s. | van 204.210,00 tot 226.900,00 | € 5.275,40 | € 5.354,55 |
t. | van 226.900,00 tot 908.000,00 € 5.354,55 vermeerderd met 0,80% van het bedrag | ||
waarmee die bouwsom € 226.900,00 te boven gaat. | |||
u. | van 908.000,00 tot 1.820.000,00 € 10.803,35 vermeerderd met 0,75% van het bedrag | ||
waarmee die bouwsom € 908.000,00 te boven gaat. | |||
v. | van 1.820.000,00 of meer € 17.643,35 vermeerderd met 0,70% van het bedrag | ||
waarmee die bouwsom € 1.820.000,00 te boven gaat | |||
2.11.2 | een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in | ||
artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |||
75% ( vijfenzeventig procent ) van tabel 5.2.3 |
2.11.3 | een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als | ||
bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: | |||
een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 5.2.4 bepaald en | |||
verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, | |||
met dien verstande dat in elk geval 25% ( vijfentwintig procent ) van tabel 5.2.3 | |||
verschuldigd is en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste | |||
fase betaalde leges plaatsvindt; | |||
2.11.4 | een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in | ||
artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |||
50% ( vijftig procent ) van tabel 5.2.3 |
Titel 3 | Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn | 2011 | 2012 |
Hoofdstuk 1 | Horeca | ||
3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horeca | |||
wet | € 153,30 | € 155,60 | |
3.1.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als | ||
bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet | € 65,70 | € 66,70 | |
3.1.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet. | € 21,90 | € 22,35 | |
3.1.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als | ||
gevolg van een wijziging in de personen van beheerder en/of leidinggevenden | € 43,80 | € 44,45 |
Hoofdstuk 2 | Organiseren evenementen of markten en overige APV vergunningen | ||
3.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid van de A.P.V Zijpe | |||
tot het plaatsen van een terras (terrasvergunning) | € 50,95 | € 51,70 | |
3.2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Alge- | |||
mene Plaatselijke Verordening Zijpe (evenementenvergunning) | € 21,90 | € 22,35 | |
3.2.2.1. | Het tarief als genoemd in artikel 3.2.2. wordt bij commerciële evenementen | ||
vermeerderd met een bedrag als hieronder staat aangegeven: | |||
3.2.2.2 | * indien ten behoeve van het evenement verkeersmaatregelen nodig zijn: | € 50,95 | € 51,70 |
* indien ten behoeve van het evenement een tijdelijke gebruiksvergunning is | |||
3.2.2.3 | vereist: | € 50,95 | € 51,70 |
indien sprake is van een grootschalig evenement, waarmee bedoeld wordt een |
3.2.2.4 | meerdaags evenement of een evenement met minimaal 500 deelnemers/bezoekers: | € 50,95 | € 51,70 |
3.2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van | ||
een ontheffing als bedoel in artikel 2.8.3 van de APV Zijpe (voertuigen op het strand) | |||
* indien de aanvrager de ontheffing nodig heeft in het kader van wetenschappelijke, | |||
bedrijfsmatige of beroepsmatige activiteiten | € 21,90 | € 22,35 | |
* in alle andere gevallen | € 50,95 | € 51,70 | |
3.2.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het op grond van artikel | ||
2.3.1.5 van de APV Zijpe vaststellen van afwijkende sluitingstijden (ontheffing sluitingsuur) | € 21,90 | € 22,35 | |
3.2.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het | ||
verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.2.3.2 van de APV Zijpe (standplaatsvergunning) | € 43,80 | € 44,45 |
3.2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van | ||
een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 of 5.2.5 van de APV Zijpe tot het organiseren van: | |||
3.2.6.1 | een commerciële rommelmarkt, kofferbakmarkt, fancyfair, braderie of andere soortgelijke markt | € 54,75 | € 55,55 |
3.2.6.2 | een serie markten als bedoeld in artikel 3.2.6.1, die identiek van aard zijn en binnen een | ||
periode van zes maanden op steeds dezelfde locatie worden gehouden: | |||
* 2-5 markten: € 50,00 per markt | |||
* 6-10 markten: € 40,00 per markt, met een minimum van € 250,00 | |||
* 11-15 markten: € 30,00 per markt, met een minimum van € 400,00 | |||
* 16 of meer markten: € 25,00 per markt met een minimum van € 450,00 |
Hoofdstuk 3 | Prostitutiebedrijven | ||
3.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | ||
3.3.1 | een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in 3.2.1, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in | ||
onderdeel 3.3.2: | |||
3.3.1.1 | voor een seksinrichting | € 153,20 | € 155,60 |
3.3.1.2 | voor een escortbedrijf | € 153,20 | € 155,60 |
3.3.2 | wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.4.2 van de Algemene plaatselijke | ||
verordening: | |||
3.3.2.1 | voor een seksinrichting | € 65,70 | € 66,70 |
3.3.2.2 | voor een escortbedrijf | € 65,70 | € 66,70 |
Hoofdstuk 4 | Splitsingsvergunning woonruimte | ||
3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet | € 21,90 | € 22,35 |
Hoofdstuk 5 | Leefmilieuverordening n.v.t | ||
Hoofdstuk 6 | Brandbeveiligingsverordening | ||
3.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in | € 50,95 | € 51,70 |
artikel 1, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening |
Hoofdstuk 7 | In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | ||
3.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet | ||
benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | € 21,90 | € 22,35 | |
Behoord bij raadsvoorstel d.d. 25 oktober 2011 De griffier |