Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Skarsterlân

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Skarsterlân
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012
CiteertitelVerordening precariobelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening precariobelasting 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-11-201101-01-2013nieuwe regeling

03-11-2011

Skarsterlân Nijs, 09-11-2011

raadsbesluit 92/2011

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Skarsterlân;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 92/2011;gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder: a dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur;b week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;c maand: een kalendermaand;d seizoen: de periode van 1 april tot 1 november van een jaar;e jaar: een kalenderjaar. 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeente-grond.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 De precariobelasting wordt geheven van degene aan wie een vergunning voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is verleend.

  • 2 In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven:a ter zake van het hebben van voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;b ter zake van het hebben van voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;c ter zake van het hebben van voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;d indien voor het gebruik van de gemeentegrond een belasting verschuldigd is krachtens de "Verordening op de heffing en invordering van marktgelden in de gemeente Skarsterlân". 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 10 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

  • 2 Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3 De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4 Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand- als seizoentarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een terzake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijds-eenheid.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1 Indien de precariobelasting naar jaartarieven wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen is het belastingtijdvak een maand, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1 De precariobelasting wordt geheven bij wijze van aanslag.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de precariobelasting ook worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting

  • 1 De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belasting-plicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4 Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen

Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven. Artikel 9, vierde lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1 De aanslagen of de gevorderde bedragen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet of van de schriftelijke kennisgeving is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening precariobelasting 2012.

     

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare vergadering van 3 november 2011.

De raad voornoemd,

 

voorzitter griffier