Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 15de april 1999 houdende uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING van de 15de april 1999 houdende uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57), artikel 3, tweede lid,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-04-1999Nieuwe regeling

15-04-1999

P.B. 1999, no. 84

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 15de april 1999 houdende uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57)

Artikel 1

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder ondernemer een persoon op wie de Landsverordening Toelating en Uitzetting (P.B. 1966, no. 17) van toepassing is en die een vergunning tot tijdelijk verblijf aanvraagt ten einde te worden toegelaten tot de Nederlandse Antillen met de kennelijke bedoeling om zich daar anders dan in loondienst van derden te vestigen voor het oprichten dan wel beheren van een onderneming waarvan hij geacht kan worden de eigenaar of medeeigenaar te zijn, overeenkomstig de bepalingen welke in het Eilandgebied van vestiging uit hoofde van het vestigingsbeleid zijn vastgesteld.

Artikel 2

  • 1. Op het verzoek van een ondernemer strekkende tot toekenning van een vergunning tot tijdelijk verblijf in de Nederlandse Antillen, wordt aanstonds na indiening van het verzoek, met inachtneming van artikel 3, eerste lid, onderdelen 1,2 en 3, een vergunning tot tijdelijk verblijf voor de duur van zes maanden toegekend.

  • 2. De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts toegekend wanneer bij het verzoek wordt overgelegd:

    • a.

      een verklaring van een bank of kredietinstelling dan wel enige notariële akte of andere akte strekkende tot de oprichting of het beheren van een onderneming, waaruit blijkt dat de ondernemer in staat geacht moet worden om de voorgestane onderneming op te richten dan wel te beheren en

    • b.

      een geschrift van een justitiele of politiele instantie waaruit blijkt dat de ondernemer van onbesproken levensgedrag is.

Artikel 3

Na het verstrijken van de duur van de vergunning tot tijdelijk verblijf, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt deze omgezet in een vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf, overeenkomstig het verzoek van de ondernemer, tenzij artikel 9, eerste lid, van de Landsverordening Toelating en Uitzetting zich tegen het voortgezet verblijf verzet.

Artikel 4

Deze beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst en kan worden aangehaald als Toelatingsbeschikking Ondernemers.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking op de dag na die van zijn afkondiging in het Publicatieblad.