Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 7de december 2004, ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, onder a en b, artikel 3, tweede en vierde lid, artikel 9, eerste en tweede lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING van de 7de december 2004, ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, onder a en b, artikel 3, tweede en vierde lid, artikel 9, eerste en tweede lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57)
CiteertitelToelatingsbeschikking
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57),artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, onder a en b, artikel 3, tweede en vierde lid, artikel 9, eerste en tweede lid;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2007art. 2

22-08-2007

P.B. 2007, no. 65

onbekend
01-01-2005Nieuwe regeling

07-12-2004

P.B. 2004, no. 92

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 7de december 2004, ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, onder a en b, artikel 3, tweede en vierde lid, artikel 9, eerste en tweede lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57)

HOOFDSTUK 1 Uitwerking toelatingsvoorwaarden

Artikel 1
  • 1. Alleen geldige documenten voor grensoverschrijding worden toegelaten als reisdocument, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, onder a, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57).

  • 2. Documenten voor grensoverschrijding zijn:

    • a.

      paspoorten,

    • b.

      door organen van de Verenigde Naties of aan de Verenigde Naties gelieerde specialistische organisaties afgegeven vrijgeleides;

    • c.

      reisdocumenten door de United Nations High Commissioner for Refugees afgegeven krachtens het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 (Trb. 1951, nr. 131);

    • d.

      reisdocumenten, als bedoeld in artikel 28 van het Verdrag betreffende de status van staatlozen van 28 september 1954 (Trb. 1954, nr. 2);

    • e.

      door de Verenigde Staten van Amerika uitgegeven:

      • -

        geboorteakten of beëdigde verklaringen van geboorte (Affidavit of birth),

      • -

        bewijzen van naturalisatie tot Amerikaans staatsburger,

      • -

        bewijzen die recht geven op terugkeer naar de Verenigde Staten van Amerika,

      • -

        ‘non-quota’-visa, en

      • -

        Alien Registration Cards.

    • f.

      door Canada uitgegeven:

      • -

        geboorteakten,

      • -

        bewijzen van Canadees staatsburgerschap (Certificate of Proof of Canadian Citizenship),

      • -

        bewijzen van naturalisatie tot Canadees staatsburger (Certificate of Proof of Naturalization), en

      • -

        identiteitskaarten (Certificate of Identity).

    • g.

      aan bemanningsleden van vliegtuigen afgegeven ‘Crew Member Licencies’ of ‘Crew Member Certificates’ zoals bedoeld in bijlage 9 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 december 1944; en

    • h.

      het bijzonder reisdocument voor zeelieden of het identiteitsbewijs voor zeelieden afgegeven krachtens het Verdrag van Genève van 13 mei 1958.

Artikel 2

Van de voorwaarde genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, onder b, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57) wordt ontheffing verleend aan de voor de Nederlandse Antillen visumplichtige vreemdelingen die:

  • a.

    in Aruba hun vaste woonplaats hebben en in het bezit zijn van een door Aruba afgegeven verblijfsvergunning van langer dan zes maanden;

  • b.

    in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel voor de Verenigde Staten, Canada of één van de landen die partij zijn bij het Verdrag van Schengen;

  • c.

    Vervallen.

  • d.

    gezagvoerder, bemanningslid of transitpassagier zijn van een schip of luchtvaartuig dat gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 48 uur in de Nederlandse Antillen is aangemeerd respectievelijk daar is geland, mits zij geen gevaar opleveren voor de openbare orde of de veiligheid van de Nederlandse Antillen of de veiligheid van het Koninkrijk; of

  • e.

    passagier zijn op een cruiseschip dat op zijn reis door het Caraïbisch gebied de Nederlandse Antillen aandoet en daar gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 48 uur is aangemeerd, mits zij geen gevaar opleveren voor de openbare orde of veiligheid van de Nederlandse Antillen of de veiligheid van het Koninkrijk.

Artikel 3

Als landen, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van het Toelatingsbesluit worden aangewezen de landen die niet voorkomen op de bijlage bij artikel 1 van het Landsbesluit van de 11de oktober 2004, no. 23 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, sub b, van het Toelatingsbesluit (P.B. 2004, no. 78).

HOOFDSTUK 2 Vaststelling waarborgsommen

Artikel 4

De waarborgsom, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57) bedraagt voor de toelating tot één der Benedenwindse eilanden (Bonaire en Curaçao):

 Onderdanen van/ rechtspersonen gevestigd in:Bedrag in Antilliaanse guldens
1.Landen in Afrika, Azië en China5.500,--
2.Australië en Nieuw-Zeeland7.500,--
3.Arabië4.250,--
     
 NOORD-AMERIKA  
4.Canada en Mexico2.000,--
5.De Verenigde Staten van Amerika1.000,--
     
 EUROPA  
6.Nederland1.500,--
7.België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg en het Verenigde Koninkrijk3.000,--
8.Azoren, Kanarische Eilanden, Italië, Kaapverdische Eilanden, Madeira, Portugal, Spanje en Zwitserland3.000,--
9.Overige Europese landen3.000,--
     
 MIDDEN-AMERIKA/ CARAIBISH GEBIED  
10.Amerikaanse eilanden, Britse eilanden en Frans-Westindische eilanden500,--
11.Brits Honduras1.100,--
12.Costa Rica en Cuba1.000,--
13.Dominicaanse Republiek400,--
14.Guatemala1.100,--
15.Haïti500,--
16.Honduras1.100,--
17.Jamaica550,--
18.Nicaragua1.100,--
19.Panama750,--
20.Puerto Rico550,--
21.San Salvador1.100,--
22.Trinidad500,--
     
 ZUID-AMERIKA  
23.Argentinië1.750,--
24.Bolivia1.500,--
25.Brazilië3.500,--
26.Chili1.750,--
27.Colombia550,--
28.Ecuador800,--
29.Frans-Guyana1.100,--
30.Guyana500,--
31.Paraguay1.750,--
32.Peru800,--
33.Uruguay1.100,--
34.Suriname750,--
35.Venezuela150,--
Artikel 5

De waarborgsom, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57) bedraagt voor de toelating tot Saba, Sint Eustatius en Sint-Maarten:

 Onderdanen van/ rechtspersonen gevestigd in:Bedrag in Antilliaanse guldens
1.Landen in Afrika, Azië en China5.500,--
2.Australië en Nieuw-Zeeland7.500,--
3.Arabie4.250,--
     
 NOORD-AMERIKA  
4.Canada en Mexico2.000,--
5.De Verenigde Staten van Amerika1.000,--
     
 EUROPA  
6.Nederland1.500,--
7.België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg en het Verenigde Koninkrijk3.000,--
8.Azoren, Kanarische Eilanden, Italië, Kaapverdische Eilanden, Madera, Portugal, Spanje en Zwitserland3.500,--
9.Overige Europese landen3.000,--
     
 MIDDEN-AMERIKA/ CARAIBISCH GEBIED  
10.Amerikaanse eilanden, Britse eilanden en Frans-Westindische eilanden500,--
11.Brits Honduras1.100,--
12.Costa Rica en Cuba1.000,--
13.Dominicaanse Republiek500,--
14.Guatemala1.100,--
15.Haïti500,--
16.Honduras1.100,--
17.Jamaica550,--
18.Nicaragua1.100,--
19.Panama750,--
20.Puerto Rico550,--
21.San Salvador1.100,--
22.Trinidad500,--
     
 ZUID-AMERIKA  
23.Argentinië1.750,--
24.Bolivia1.500,--
25.Brazilië3.500,--
26.Chili1.750,--
27.Colombia550,--
28.Ecuador800,--
29.Frans-Guyana1.100,--
30.Guyana1.100,--
31.Paraguay1.750,--
32.Peru800,--
33.Uruguay1.100,--
34.Suriname750,--
35.Venezuela150,--
Artikel 6

De in artikelen 4 en 5 vastgestelde bedragen zijn verschuldigd zolang men rechtmatig verblijf heeft op grond van de vergunning tot tijdelijk verblijf. Bij tariefverhoging geldt binnen twee maanden vanaf de datum van invoering daarvan een aanvullingsplicht tot het nieuwe bedrag van de waarborgsom.

Artikel 7

Ingetrokken worden:

  • a.

    de Ministeriële beschikking van de 9de oktober 1967 ter uitvoering van artikel 3 lid 4 van het Toelatingsbesluit (P.B. 1967, no. 174),

  • b.

    de Ministeriële beschikking van de 24ste maart 1969 tot verlening van ontheffing aan bepaalde personen van het in artikel 3 eerste lid onder 1° sub b van het Toelatingsbesluit omschreven vereiste dat men in het bezit dient te zijn van een geldig pokkenvaccinatie-bewijs of een geneeskundige verklaring ter vervanging hiervan, bij aanvrage tot tijdelijk verblijf in de Nederlandse Antillen (P.B. 1969, no. 31),

  • c.

    de Ministeriële beschikking van de 26ste mei 1971 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onder 1°, van het Toelatingsbesluit (P.B. 1971, no. 54);

  • d.

    de Ministeriele beschikking van de 9de maart 1982 ter uitvoering van artikel 9 van het Toelatingsbesluit (P.B. 1982, no. 56),

  • e.

    de Ministeriële beschikking van de 21ste december 1998 ter uitvoering van artikel 9 van het Toelatingsbesluit (P.B. 1999, no. 35), en

  • f.

    de Ministeriële beschikking van de 2de februari 2004 ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Toelatingsbesluit (P.B. 2004, no. 14);

  • g.

    de Ministeriële beschikking van de 26ste oktober 2004 met no. 6460/MJ ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, sub b van het Toelatingsbesluit.

Artikel 8

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 9

Deze beschikking wordt aangehaald als: Toelatingsbeschikking.

Artikel 10

Deze beschikking wordt opgenomen in het Publicatieblad.