Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Erfgoedverordening gemeente Vlist 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingErfgoedverordening gemeente Vlist 2011
CiteertitelErfgoedverordening gemeente Vlist 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Monumentenwet 1988
  2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201101-01-2017Nieuwe regeling

29-11-2011

De IJsselbode, 13 december 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Erfgoedverordening gemeente Vlist 2011

De raad van de gemeente Vlist;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Collegevergadering 16 augustus 2011;

gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

besluit:

onder intrekking van de Monumentenverordening 2008 gemeente Vlist, vast te stellen:

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VLIST 2011

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • b.

    monumentencommissie: de op basis van art.15, ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening en het monumentenbeleid;

  • c.

    gemeentelijke archeologische verwachtingskaart: topografische kaart van het gemeentelijke grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische verwachtingsgebieden zijn aangegeven;

  • d.

    landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden: landelijke kaart met een schaal van 1:50.000, die op basis van geomorfologische gegevens, de kans weergeeft op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen, waarbij onderscheid wordt gemaakt in hoge, middelhoge, lage en zeer lage trefkans;

  • e.

    provinciale Archeologische Monumentenkaart: topografische kaart van (delen van) het provinciale grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische gebieden zijn aangegeven;

  • f.

    archeologisch verwachtingsgebied: gebied, aangegeven op de archeologische beleidskaart, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn;

  • g.

    archeologische beleidskaart: kaart waarop de archeologische waardevolle terreinen en onderzoeksgebieden aangegeven staan, alsmede het vrijstellingsbeleid voor de archeologische onderzoeksplicht.

  • h.

    zeer hoge archeologische verwachting: zeer grote kans op archeologische vondsten of informatie;

  • i.

    hoge archeologische verwachting: grote kans op archeologische vondsten of informatie;

  • j.

    middelhoge verwachting: middelhoge kans op archeologische vondsten of informatie;

  • k.

    lage archeologische verwachting: kleine kans op archeologische vondsten of informatie;

  • l.

    plan van aanpak: plan dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals omschreven in het programma van eisen denkt te gaan beantwoorden;

  • m.

    programma van eisen: programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek;

  • n.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • o.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlist;

  • p.

    vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • q.

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Hoofdstuk 2. Beschermde monumenten (rijksmonumenten)

Artikel 2. Vergunning voor beschermd monument (rijksmonument)

  • 1. Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd monument aan de monumentencommissie.

  • 2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen zes weken na de datum van verzending van het afschrift.

Hoofdstuk 3. Instandhouding van archeologische terreinen

Artikel 3. Instandhoudingbepaling

  • 1. Het is verboden om in een archeologisch verwachtingsgebied, bedoeld in artikel 1, onder f, de bodem dieper dan 30 cm beneden maaiveld en plangebied groter dan 30m2 te verstoren.

  • 2. Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien;

    • a.

      het een verstoring betreft van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de gemeentelijke Archeologische beleidskaart en waarbij die verstoring plaatsvindt:

      • ·

        in een gebied met een te verwachten archeologische waarde categorie 6 en het te verstoren gebied kleiner is dan 10.000 m2 en bodemingreep dieper dan 2,5 m -Mv of;

      • ·

        in een gebied met een te verwachten archeologische waarde categorie 5 en het te verstoren gebied kleiner is dan 5.000 m2en bodemingreep dieper dan 1,5 m -Mv of;

      • ·

        in een gebied met een te verwachten archeologische waarde categorie 4 en het te verstoren gebied kleiner is dan 1000 m2 en bodemingreep dieper dan 6 m -Mv, of;

      • ·

        in een gebied met een te verwachten archeologische waarde categorie 3 en het te verstoren gebied kleiner is dan 1000 m2 en bodemingreep dieper dan 30 cm -Mv.

      • ·

        in een gebied met een te verwachten archeologische waarde categorie 2 en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2en bodemingreep dieper dan 30 cm -Mv

      • ·

        in een gebied met een te verwachten archeologische waarde categorie 1 en het te verstoren gebied kleiner is dan 30 m2 en bodemingreep dieper dan 30cm –Mv.

    • b.

      in het geldend bestemmingsplan bepalingen zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg.

    • c.

      sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.12 eerste en tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hierin voorschriften zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg;

    • d.

      het college nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op gemeentelijke archeologische waardenkaart of de gemeentelijke beleidskaart;

    • e.

      een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:

      • ·

        het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd; of

      • ·

        de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad; of

      • ·

        in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 4. Opgravingen en begeleiding

  • 1. Indien binnen het grondgebied van de gemeente Vlist onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 sub h Monumentenwet 1988, dient, onverminderd de overige bepalingen van deze wet:

    • a.

      het college een programma van eisen vast te stellen als bedoeld in artikel 1 onder m, waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van het onderzoek.

    • b.

      de verstoorder, voorafgaande aan het onderzoek, een plan van aanpak als bedoeld in artikel 1 onder l van deze verordening ter goedkeuring aan het bevoegd gezag te overleggen.

  • 2. In de nadere regels neemt het college bepalingen op met betrekking tot het toezicht op de feitelijke uitvoering van het plan van aanpak. Tijdens het onderzoek dienen aanwijzingen van het college in acht te worden genomen.

  • 3. Om te kunnen beoordelen of het plan van aanpak aan het programma van eisen en eventuele nadere regels voldoet, vraagt het bevoegd gezag advies aan een deskundige, zoals omschreven in de Wet op de Archeologische monumentenzorg.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 5. Tegemoetkoming in schade

  • 1. Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:

    • a.

      de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder d;

    • b.

      een aanwijzing als bedoeld in artikel 4, tweede lid, tweede volzin.

Artikel 6 Strafbepaling

Degene, die handelt in strijd met het derde lid van artikel 3 met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, onder e, van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 7. Intrekken oude regeling

De Monumentenverordening 2008 gemeente Vlist vastgesteld op 30 september 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 8. Overgangsrecht

Aanvragen om vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 7 ingetrokken verordening.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Voor zover deze verordening betrekking heeft op beschermde rijksmonumenten, treedt zij in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Monumentenwet 1988.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Erfgoedverordening Gemeente Vlist 2011

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2011.

De griffier, De voorzitter,

Mw. P.A.M. Goedvolk Mw. A.Z. Evenhuis-Meppelink