Overheidsorganisatie | Gemeente Vlist |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Vlist - 2011 |
Citeertitel | Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Vlist - 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2012 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 20-12-2011 De IJsselbode, 10 januari 2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Vlist;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 18 oktober 2011;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het gewenst is in aanvulling op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen nadere eisen te stellen aan de inrichting van peuterspeelzalen;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Vlist - 2011
In deze verordening wordt verstaan onder peuterspeelzaal hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
1. In een peuterspeelzaal is voor ieder kind, bij voorkeur 4,5 m2, doch minimaal 3,5 m2 bruto-oppervlakte aan groepsspeelruimte beschikbaar.
2. Elke ruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
1. De peuterspeelzaal beschikt over een veilig toegankelijke buitenspeelruimte.
2. De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen:
voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar;
een oppervlakte van bij voorkeur 7 m2, doch minimaal 3 m2 bruto-oppervlakte speelruimte per aanwezig kind;
ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
1. Burgemeester en wethouders zien toe op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels.
1. De toezichthouder onderzoekt na een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de instandhouding redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.
2. Onverminderd het eerste lid onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of de exploitatie van een peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.
3. Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving van de bij deze verordening gestelde voorschriften.
1. De toezichthouder legt zijn oordeel naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal vast in een inspectierapport.
2. Indien de toezichthouder oordeelt dat door de houder de bij of krachtens artikel 2 en 3 gegeven voorschriften niet zijn of zullen worden nageleefd, vermeldt hij dat in het rapport.
3. Alvorens het rapport vast te stellen, stelt de toezichthouder de houder in de gelegenheid van het ontwerprapport kennis te nemen en daarover zijn zienswijze kenbaar te maken. De toezichthouder vermeldt de zienswijze van de houder in een bijlage bij het rapport.
4. De toezichthouder zendt het inspectierapport onverwijld aan de houder, die een afschrift daarvan zo spoedig mogelijk ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
5. De toezichthouder maakt het inspectierapport uiterlijk drie weken na de vaststelling daarvan openbaar.
6. De toezichthouder stelt burgemeester en wethouders in kennis van de vaststelling van het rapport.
Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen in een peuterspeelzaal leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Binnen twaalf maanden na inwerkingtreding van deze verordening voldoet de houder van een peuterspeelzaal aan de voorschriften uit deze verordening.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.
2. Gelijktijdig wordt de verordening peuterspeelzalen 2008 ingetrokken.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Vlist - 2011.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Vlist op 20 december 2011
de griffier, de voorzitter,
P.A.M. Goedvolk A.Z. Evenhuis-Meppelink