Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Muiden

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting gemeente Muiden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Muiden
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting gemeente Muiden 2011
CiteertitelVerordening parkeerbelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 225 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200005-03-2012Onbekend

16-12-2010

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Muiden;

gezien de vastgestelde programmabegroting 2011;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting gemeente Muiden 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b houder:

degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motor-rijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

c parkeerapparatuur:

parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamel-parkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelasting" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen bij afzonderlijk besluit te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

2 Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

a degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

b zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2 heeft plaatsgevonden:

de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

1 indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

2 indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3

    De belasting bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van diegene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing, termijn van betaling en restitutie

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip dat de vergunning verleend wordt.

3.Indien de belastingplicht, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, in de loop van het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, eindigt, bestaat er geen aanspraak op ontheffing

4.Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 8 Aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt bij openbaar te maken afzonderlijk raadsbesluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn gelijk aan het wettelijk vastgestelde maximum tarief.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1.De “Verordening parkeerbelasting 2011", vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011 voor ‘tarieven bij parkeerapparatuur’ en 1 juni 2011 voor ‘tarieven voor parkeervergunningen’.

De raadsbesluiten ex artikel 2 van de in het eerste lid genoemde verordening d.d. 16 januari 1997; 20 november 1997; 9 juli 1998; 14 januari 1999, alsmede de besluiten van het college van burgemeester en wethouders ex artikel 4 van de in het eerste lid genoemde verordening, worden geacht raadsbesluiten en een collegebesluit in de zin van deze verordening te zijn.

3.Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening parkeerbelasting 2011".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 16 december 2010,

de raad voornoemd,

M.L. de Pater – van der Meer

voorzitter

J.J. van Gemeren

griffier a.i.

Tarieventabel

als bedoeld in artikel 4 van de Verordening Parkeerbelasting 2011

1. Tarieven bij parkeerapparatuur

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de “Verordening parkeerbelasting 2011”, bedraagt in de gebieden zoals die zijn aangewezen op grond van artikel 8 van de verordening:

 GebiedBedragPer tijds-eenheid van Tarief per uurTarief Dagkaart
1Parkeerterrein Vestingplein€ 0,206 minuten€ 2,00€ 18,00
2Parkeerterrein Kazernestraat/Ton Kootsingel€ 0,206 minuten€ 2,00€ 18,00
3Ton Kootsingel€ 0,206 minuten€ 2,00€ 18,00
4Parkeerterrein Zeestraat / Schoolstraat€ 0,206 minuten€ 2,00€ 18,00
5Parkeerterrein Weesperweg€ 0,206 minuten€ 2,00€ 18,00
6Herengracht-westzijde tussen de sluisbrug en Herengracht 100€ 0,206 minuten€ 2,00€ 18,00
7Ravelijnsplein€ 0,206 minuten€ 2,00€ 18,00
8Mariahoeveweg-normaal tarief€ 0,106 minuten€ 1,00 € 5,00
9Mariahoeveweg-touringcartarief--- € 12,00

2. Tarieven voor parkeervergunningen

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, sub b van de “Verordening parkeerbelasting 2011” bedraagt:

1. Voor een vergunning 1 als bedoeld in artikel 3, lid 2, sub a, van de “Parkeerverordening 2011”:

€ 30,- voor de eerste vergunning 1 op het betreffende adres.

€ 120,- voor de tweede vergunning 1 op het betreffende adres.

€ 120,- voor de derde, vierde en vijfde vergunning 1 op P2 of P3.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de eerste vergunning 1.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de tweede vergunning 1

voor de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.

2. Voor een vergunning 2 als bedoeld in artikel 3, lid 2, sub b van de “Parkeerverordening 2011”:

€ 30,- voor de eerste vergunning 2 op het betreffende adres

€ 120,- voor de tweede vergunning 2 op het betreffende adres

€ 120,- voor de derde, vierde en vijfde vergunning 2 op P2 of P3.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de eerste vergunning 2.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de tweede vergunning 2.

voor de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.

3. Voor een vergunning 3 als bedoeld in artikel 3, lid 2, sub c, van de “Parkeerverordening 2011”:

€ 120,- voor de eerste vergunning 3 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling

€ 240,- voor de tweede vergunning 3 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling

€ 120,- voor de derde, vierde en vijfde vergunning 3 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling op P2 of P3.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de eerste vergunning 3.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de tweede vergunning 3.

voor de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.

4. Voor een vergunning 4 als bedoeld in artikel 3, lid 2, sub d, van de “Parkeerverordening 2011”:

€ 120,- voor de eerste vergunning 4 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling

€ 240,- voor de tweede vergunning 4 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling

€ 120,- voor de derde, vierde en vijfde vergunning 4 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling op P2 of P3.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de eerste vergunning 4.

€ 20,- voor het toevoegen van een extra kenteken aan de tweede vergunning 4.

voor de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.

5. Voor een vergunning 5 als bedoeld in artikel 3, lid 2, sub e, van de “Parkeerverordening 2011”:

€ 0,- voor de eerste vergunning 5 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling

€ 60,- voor de tweede en volgende vergunning 5 van het betreffende bedrijf of de betreffende instelling

voor de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.

6. Voor een vergunning 6 als bedoeld in artikel 3, lid 2, sub f, van de “Parkeerverordening 2011”:

€ 15,- per dag

€ 60,- per week

€ 120,- per maand

in de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.

7. Voor een vergunning 7 als bedoeld in artikel 3, lid 2, sub g, van de “Parkeerverordening 2011”:

€ 30,- voor de eerste vergunning 7 op het betreffende adres

voor de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.

3. Tarief voor diefstal en mutatie in vergunning

Indien een verleende vergunning als bedoeld bij onderdeel 2 van deze tarieventabel, als gevolg van diefstal of mutatie in de kentekengegevens, in het betreffende tijdvak vervangen dient te worden, is hiervoor een tarief verschuldigd van € 120,- in geval van diefstal en € 15,- in geval van mutatie.

4.Tarief voor nieuwe bewoners

Voor nieuwe vergunningen voor bewoners die zich na 30 juni van het lopende jaar in Muiden vestigen wordt een halfjaarstarief berekend.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 april 2011

M.L. de Pater – van der Meer

voorzitter

A.W.G.J. van Kessel

griffier