Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Muiden

Re-integratieverordening 2010 Wet Investeren In Jongeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Muiden
Officiële naam regelingRe-integratieverordening 2010 Wet Investeren In Jongeren
CiteertitelReïntegratieverordening WIJ 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201005-03-2012Onbekend

23-09-2010

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Muiden;

gelezen het raadsvoorstel nr. 643 d.d.18 augustus 2010;

gelet op de Gemeentewet;

overwegende dat:

  • 1.

    De Wet Investeren in Jongeren (WIJ) leidt tot veranderingen in beleidsregels en gemeentelijke verordeningen.

  • 2.

    Wijziging van het uitgangspunt ten opzichte van de Wet Werk en Bijstand (WWB).

  • 3.

    Gemeente Muiden volgt de beleidskeuzen van gemeente Bussum (afdeling Sociale Zaken).

B E S L U I T :

De navolgende verordeningen vaststellen, onder intrekking van eventuele daarin genoemde eerdere verordeningen:

  • 1.

    Re-integratieverordening WWB 2010

  • 2.

    Re-integratieverordening WIJ 2010

  • 3.

    Toeslagenverordening WWB 2010

  • 4.

    Toeslagenverordening WIJ 2010

  • 5.

    Maatregelenverordening WWB 2010

  • 6.

    Maatregelenverordening WIJ 2010

  • 7.

    Fraudeverordening WWB EN WIJ 2010

  • 8.

    Cliëntenparticipatieverordening WWB en WIJ 2010

  • 9.

    Langdurigheidstoeslagverordening WWB en WIJ 2010

  • 10.

    Verordening Commissie Sociale Zaken 2010

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

van de gemeente Muiden van 23 september 2010.

A.M. Worm-de Moel

voorzitter

J.J. van Gemeren

griffier

Bijlage 1: Begrippenlijst

Een werkleeraanbod is een opleiding, werk of allebei.

Bij een werkleeraanbod kun je ook denken aan werkervaringsplaatsen, een cursus of begeleiding bij het afkicken van een verslaving. De gemeente beoordeelt wat nodig is voor jou en houdt daarbij rekening met wat jij wilt en goed kunt. Wat de gemeente kan aanbieden verschilt per situatie en per gemeente. Door de overheid betaalde opleidingen (zoals gewoon bekostigd middelbaar en hoger onderwijs) horen niet bij een werkleeraanbod.

Wanneer heb je recht op een inkomensvoorziening?

Voor een inkomensvoorziening moet je 18 tot 27 jaar zijn. Daarbij zijn er twee

mogelijkheden:

• Je hebt een werkleeraanbod geaccepteerd en niet genoeg inkomsten of vermogen en je partner ook niet.

• Om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard kan niet van je worden verlangd dat je een werkleeraanbod uitvoert. Je hebt geen of niet genoeg eigen inkomsten of vermogen en je partner ook niet. De gemeente stelt dit vast.

Wanneer heb je geen recht op een werkleeraanbod?

• je door de overheid bekostigd onderwijs volgt;

• je meer inkomsten hebt dan wat je aan inkomensvoorziening kunt krijgen;

• je recht kunt hebben op een andere uitkering;

• je van je werkgever onbetaald verlof hebt gekregen;

• je in de gevangenis zit.

Als je adresgegevens niet kloppen kan de gemeente je recht op een werkleeraanbod opschorten. Als je niet meewerkt aan een plan gericht op arbeidsinschakeling doet de gemeente je geen aanbod. Als je rare eisen stelt aan je werkleeraanbod, niet meewerkt aan de uitvoering ervan of informatie achterhoudt, kan de gemeente het werkleeraanbod intrekken of herzien.

Als je rare eisen stelt aan je werkleeraanbod, niet meewerkt aan de uitvoering ervan of informatie achterhoudt, bestaat geen recht op inkomensvoorziening. Evenmin bestaat recht op inkomensvoorziening als je bijvoorbeeld langer dan 13 weken buiten Nederland verblijft, als je in de gevangenis zit of als je onbetaald verlof geniet. Je hebt ook geen recht op een inkomensvoorziening als je recht hebt op een andere uitkering, bijvoorbeeld een WW-uitkering of Wajonguitkering, een uitkering voor kunstenaars (WWIK) of als je partner een WWIK-uitkering heeft, of als je recht kunt hebben op een uitkering voor zelfstandigen (Bbz).

Wanneer stopt het werkleertraject?

Het traject stopt wanneer je een betaalde baan hebt gevonden of een opleiding gaat doen waarvoor je studiefinanciering of een tegemoetkoming in de schoolkosten (Wtos) krijgt. Verder stopt het traject als je 27 jaar oud wordt.

Bijlage 2: Verordeningen

RE-INTEGRATIEVERORDENING 2010 WET INVESTEREN IN JONGEREN

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Doel

Deze verordening heeft betrekking op de arbeidsmarkt(re-)integratie van personen in de leeftijd van 16 tot 27 jaar.

De ingezette middelen hebben tot doel:

  • a.

    het bevorderen van economische en maatschappelijke participatie;

  • b.

    het bevorderen van integratie en emancipatie;

  • c.

    het tegengaan van uitkeringsafhankelijkheid.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren (WIJ);

  • b.

    jongere: personen van 16 tot 27 jaar oud, ingeschreven in de gemeentelijke basis administratie van Bussum;

  • c.

    startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereiden wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bussum;

  • e.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Bussum

  • f.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    voorziening: elke vorm van ondersteuning die de gemeente biedt aan de jongere om langdurig (een grotere mate van) inschakeling in de reguliere arbeid te realiseren;

  • h.

    werkleeraanbod: een stapsgewijze en planmatige beschrijving van de wederzijdse verplichtingen, afspraken en in te zetten voorzieningen tussen de belanghebbende en de gemeente;

  • i.

    algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid die naar vermogen kan worden verricht en die niet in strijd is met de wet;

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning
  • 1.

    Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening.

PARAGRAAF 2 OPDRACHT AAN HET COLLEGE

Artikel 4 Algemene opdracht

  • 1.

    Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan.

  • 2.

    Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerdere voorzieningen.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiode op een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid van de wet.

  • 4.

    Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werkleeraanbod kunnen worden betrokken.

Artikel 5 Beleidsregels
  • 1.

    De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels op.

  • 2.

    Bij de beleidsregels wordt het oordeel van de cliëntenraad gevoegd.

  • 3.

    Deze beleidsregels omvatten in elk geval:

    • a.

      een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en de prioritering binnen en tussen die groepen;

    • b.

      het flankerend beleid ten aanzien van zorg, kinderopvang en hulpverlening;

    • c.

      de wijze waarop de aanbesteding wordt vormgegeven;

    • d.

      regels over toepassen van premies en vergoedingen;

    • e.

      Persoonsgebonden re-integratie budget (PRB)

  • 4.

    De beleidsregels omvatten ook een omschrijving van de aangeboden voorzieningen. Tot de voorzieningen behoren in elk geval:

    • a.

      medische- en arbeidskundige keuringen;

    • b.

      (beroepsgerichte) scholing;

    • c.

      gesubsidieerde arbeid, loonkostensubsidies en/of werkstages;

    • d.

      sociale activering;

    • e.

      actieve / maatschappelijke participatie.

PARAGRAAF 3 FINANCIEN

Artikel 6 Verdeling

Het college stelt jaarlijks een verdeling op van de beschikbare middelen zoals bedoeld in artikel 69, eerste lid onder b van de Wet werk en bijstand, over de verschillende voorzieningen.

Artikel 7 Wijze van ter beschikking stellen middelen

Indien het werkleeraanbod is aanvaard draagt het college zorg voor inkoop, aanmelding en betaling.

1.Aan de belanghebbende worden op voorhand geen geldelijke middelen ter beschikking gesteld.

PARAGRAAF 4 VOORWAARDEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 8 Verplichtingen van de jongere
  • 1.

    De jongere die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 2.

    De jongere heeft met de ondertekening van het werkleeraanbod de verplichting op zich genomen de hierin gemaakt afspraken na te komen en zich in te zetten het traject succesvol af te ronden.

Artikel 9 Budgetplafond

  • 1.

    Het college kan een of meer budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen.

  • 2.

    Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

PARAGRAAF 5 SUBSIDIE EN VERGOEDINGEN

Artikel 10 Overige vergoedingen

Het college kan een vergoeding verstrekken voor de noodzakelijke kosten die gemaakt zijn in het kader van het werkleeraanbod.

Artikel 11 Subsidie in loonkosten

Het college kan subsidie verstrekken aan werkgevers die met een uitkeringsgerechtigde uit Bussum een arbeidsovereenkomst met loon afsluiten.

  • 1.

    Het college stelt nadere beleidsregels vast ten aanzien van de duur van de subsidie, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

  • 2.

    De loonkostensubsidie wordt verstrekt conform de voorwaarden genoemd in de “Beleidsaanbeveling inzake werkgelegenheidssteun”zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

  • 3.

    De subsidie wordt alleen verstrekt indien hiervoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

  • 4.

    Het college kan een subsidieplafond instellen.

PARAGRAAF 5 INTREKKING, HERZIENING, BEËINDIGING EN TERUGVORDERING

Artikel 12 Intrekking en herziening werkleeraanbod

Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet en hem dit te verwijten valt.

Artikel 13 Beëindigingsgronden

Een traject kan door het college voortijdig worden beëindigd indien:

  • a.

    de belanghebbende verhuist naar een andere gemeente buiten de samenwerkende regiogemeenten, of;

  • b.

    de belanghebbende zich onvoldoende inspanningen getroost om tot een succesvolle afronding van (een deel) van het trajectplan te komen, of;

  • c.

    de belanghebbende arbeid in loondienst aanvaardt dan wel als zelfstandige gaat werken, of;

  • d.

    de belanghebbende zich in detentie bevindt, dan wel gaat bevinden, of;

  • e.

    er zich naar de mening van het college omstandigheden voordoen die noodzakelijkerwijs tot beëindiging dienen te leiden.

Artikel 14 Terugvordering
  • 1.

    Bij een voortijdige, aan de jongere verwijtbare beëindiging van een voorziening, kunnen de gemaakte en nog door het college te maken kosten van de voorziening van de belanghebbende worden teruggevorderd.

  • 2.

    Indien de gemeente kosten ten behoeve van een voorziening heeft gemaakt en op enig moment blijkt dat de belanghebbende te laat of onjuiste of onvolledige gegevens heeft overgelegd, kan het college de volledige gemaakte en nog te maken kosten van de voorziening terugvorderen van de belanghebbende.

PARAGRAAF 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Hardheidsclausule
  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van zwaarwegende aard leidt.

  • 2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Reïntegratieverordening WIJ 2010 ”.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.

Toelichting re-integratieverordening WIJ 2010

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Doel

Ingevolge de WIJ dient de gemeente zich primair te richten op de inschakeling in de reguliere arbeid van de jongeren die behoren tot de doelgroepen van de WIJ. Hierbij is aansluiting gezocht bij artikel 1 van de Re-integratieverordening voor de WWB

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de WIJ. Daarom worden bepaalde begrippen, zoals ‘werkleeraanbod’, ‘arbeidsinschakeling’ en ‘jongere’, niet opnieuw gedefinieerd. Wel gedefinieerd zijn de begrippen ‘startkwalificatie’ en ‘algemeen geaccepteerde arbeid’, omdat deze in de WIJ niet nader zijn omschreven. Het begrip ‘startkwalificatie’ is afkomstig uit de Wet educatie en beroepsonderwijs en wordt wel in de WWB gedefinieerd (art. 6, eerste lid, onderdeel d WWB). De omschrijving van ‘algemeen geaccepteerde arbeid’ is afkomstig uit de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II 2008-2009, 31 775, nr. 7, p.28).

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

In artikel 13 van de WIJ is bepaalt welke jongeren recht hebben op een werkleeraanbod. Deze jongeren komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en voorzieningen. Wat de vorm van ondersteuning is bepaalt het college zelf.

Paragraaf 2 Opdracht aan het college

Artikel 4 Algemene opdracht

In het eerste lid is de opdracht aan het college verwoord, zoals deze voortvloeit uit de artikelen 11, eerste lid en 13, eerste lid, WIJ. Hoewel deze opdracht ook uit het samenstel van deze bepalingen en artikel 5, eerste lid, WIJ kan worden afgeleid, is er uit een oogpunt van duidelijkheid voor gekozen de opdracht aan het college nader te omschrijven. In het tweede lid is tevens verduidelijkt dat het werkleeraanbod ook samengesteld kan zijn uit een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij arbeidsinschakeling en één of meerdere voorzieningen. Onder voorziening wordt verstaan een instrument dat wordt ingezet om de jongere dichterbij de arbeidsmarkt te brengen. Dit kan zoals gezegd allerlei vormen hebben, variërend van schuldhulpverlening tot training van werknemersvaardigheden.

In het derde lid is vastgelegd dat een werkleeraanbod ook kan bestaan uit ondersteuning bij een traject gericht op werk in zelfstandig beroep of bedrijf. Dit volgt reeds uit artikel 17, zesde lid, WIJ. Uit een oogpunt van herkenbaarheid en consistentie, alsmede gelet op het belang dat gehecht wordt aan het begeleiden van jongeren naar zelfstandig werk, is deze bepaling opgenomen. Aangetekend moet daarbij worden dat het een zgn. ‘kan’-bepaling is: het college bepaalt of het zinvol is de jongere een aanbod te doen gericht op ondersteuning richting zelfstandig bedrijf of beroep. Ter zake kan beleid worden geformuleerd.

Het vierde lid vormt een herhaling van artikel 17, eerste lid, WIJ. Wederom uit een oogpunt van herkenbaarheid en consistentie, alsmede gelet op het belang van maatwerk bij het vaststellen van het werkleeraanbod, is dit artikel opgenomen. Toegevoegd is de gemeentelijke onderzoeksplicht en de plicht om de wensen van de jongere bij de invulling te betrekken. Met het oog op motivering en kansbenutting zal het college daarmee rekening dienen te houden. Daarmee is niet gezegd dat de jongere recht heeft op een bepaalde specifieke voorziening en deze kan opeisen. De uiteindelijke invulling van de aard en de samenstelling van het aanbod is voorbehouden aan het college.

Artikel 5 Beleidsregels

Dit artikel vormt een opsomming van de aspecten rondom ‘reïntegratie’ waarover het college van B&W beleid moet vaststellen. Het gaat om nadere invulling van reïntegratiebeleid waarbij o.a. doelgroepen worden vastgesteld (waarnaar gaat de aandacht wel/niet uit); welke jongeren krijgen vrijstelling van het werkleertraject; op welke wijze wordt invulling gegeven aan het werkleertraject. Aparte besluitvorming dient plaats te vinden over gesubsidieerde arbeid. Eenmaal per jaar dient het college van B&W een verslag aan de gemeenteraad te zenden, als onderdeel van het jaarverslag van de afdeling Sociale Zaken, waarin verantwoording wordt afgelegd over de doeltreffendheid en effecten van het reïntegratiebeleid.

Paragraaf 3 Financiën

Artikel 6 Verdeling

Jaarlijks zal door het college een begroting worden gemaakt waarbij het uitgangspunt het werkdeel is, dat door de gemeente van het ministerie wordt ontvangen. Hierbij dient gedacht te worden aan gesubsidieerde arbeid, uitstaande lasten m.b.t. ingekochte trajecten, alsmede in te kopen trajecten. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de door de minister aangegeven verdeel systematiek. Hierbij worden kosten bedoeld van een individueel traject .

Artikel 7 Wijze van het ter beschikking stellen van middelen

Het in te kopen traject kan in overleg met de klant worden vastgesteld. Het is echter de

verantwoordelijkheid van de gemeente om trajecten in te kopen, de klant aan te melden en voor betaling zorg te dragen.

Paragraaf 4 Voorwaarden en verplichtingen

Artikel 8 Verplichtingen van de cliënt

In de WIJ is vastgelegd welke verplichtingen verbonden zijn aan het recht op een werkleeraanbod (zie de artikelen 44 en 45 WIJ). Daaraan is toegevoegd dat de jongere de verplichtingen dient na te komen die voortvloeien uit de verordening of die in concreto aan een voorziening zijn verbonden. Dit kunnen verplichtingen van uiteenlopende aard zijn, die een concretisering vormen van de in de WIJ opgenomen verplichtingen. Zo kan bepaald worden dat een jongere gedurende het traject op gezette tijden met de consulent de voortgang bespreekt.

Artikel 9 Budgetplafonds

De gemeente kan een verdeling maken van de beschikbare middelen over de verschillende voorzieningen. Dit kan in het beleidsplan of de begroting gebeuren. Het uitgeput zijn van begrotingsposten kan echter nooit een reden zijn om geen werkleeraanbod te doen. De verplichting daartoe is immers vastgelegd in artikel 13, eerste lid WIJ. Wel kan de invulling van het werkleeraanbod beïnvloed worden door budgettaire beperkingen. Zijn er vanwege die beperkingen voor bepaalde voorzieningen geen middelen meer dan dient te worden nagegaan welke andere instrumenten beschikbaar zijn. Dit houdt dus in dat er geen algemeen plafond ingesteld kan worden. Wat wel kan is dat per voorziening een plafond wordt ingebouwd. Dit laat de mogelijkheid open dat er naar een ander instrument wordt uitgeweken om tot duurzame arbeidsparticipatie te komen.

Bij dit artikel wordt uitgegaan van de bevoegdheid van het college om plafonds in te stellen. De vaststelling van deze plafonds vindt plaats in de beleidsregels als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Paragraaf 5

Artikel 10 Overige vergoedingen

Het is denkbaar dat de gemeente, ter stimulering van de arbeidsinschakeling, besluit diverse kosten te vergoeden voor activiteiten die daaraan bijdragen. Daarbij valt te denken aan reiskosten, verhuiskosten en kosten voor kinderopvang, maar dat is geen limitatieve opsomming.

Artikel 11 Subsidie in loonkosten

De wijze waarop het college subsidie aan werkgevers verstrekt wordt opgenomen in de beleidsregels als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Paragraaf 6

Artikel 12 Intrekking werkleeraanbod

Dit artikel vormt een herhaling van artikel 21 WIJ. De meerwaarde van opname van deze bepaling in de verordening werkleeraanbod is gelegen in de overweging dat intrekking van het werkleeraanbod complementair is aan het voeren van beleid m.b.t. de invulling het werkleeraanbod. Daar waar het recht op werkleeraanbod wordt toegekend en ingevuld, kan dit ook worden ingetrokken, onder de voorwaarden, genoemd in artikel 21 WIJ. Met betrekking tot intrekking van het werkleeraanbod in verband met schending van de verplichtingen verbonden aan het werkleeraanbod, wordt het aan het college overgelaten om te bepalen onder welke voorwaarden daartoe kan worden besloten. Het is niet aan de gemeenteraad om daarover voorschriften te geven, niettemin dient het intrekken van het werkleeraanbod met terughoudendheid plaats te vinden, zoals reeds in de Algemene toelichting is opgemerkt. Intrekking is in wezen slechts aan de orde als er een situatie is ontstaan dat niet langer kan worden gevergd dat het werkleeraanbod wordt voortgezet en een andere invulling (via gedeeltelijke herziening) evenmin soelaas biedt. Gedacht kan worden aan herhaalde misdragingen jegens andere jongeren of begeleiders op de werk/leerplek of veelvuldig verzuim. Daarbij kunnen bijv. ook een rol spelen de positie van gemotiveerde jongeren die wachten op een werk/leerplek, de staat van de arbeidsmarkt en de kosten van de voorziening. Het verdient aanbeveling als het college bij de invulling van het gemeentelijk beleid met deze kaders rekening houdt en slechts tot intrekking besluit nadat de individuele situatie zorgvuldig afgewogen is.

Artikel 13 Beeindigingsgronden

Dit artikel geeft aan dat het College een voorziening kan stopzetten, en in welke gevallen zij dat kan doen. Onder beëindiging wordt ook verstaan het stopzetten van de subsidie aan een werkgever of het opzeggen van de arbeidsovereenkomst bij een detacheringsbaan. In het laatste geval dienen de bepalingen uit het arbeidsrecht in acht te worden genomen. Bij beëindiging van een voorziening geldt dit ook voor het reïntegratiebedrijf dat de voorziening verzorgt (behalve in het geval van nazorg).

Indien een belanghebbende naar een andere gemeente verhuist dient de financiering te worden beëindigd. Wel zal met de nieuwe gemeente overleg gevoerd moeten worden om eventueel het traject voort te zetten.

Er zal een intensief contact met het reïntegratiebedrijf moet worden onderhouden om een oordeel te kunnen vormen omtrent de inspanning die betrokkene levert. Indien deze onvoldoende zou zijn, dan dient belanghebbende daarop te worden aangesproken. Bij onvoldoende verandering zal het traject worden beëindigd.

Afhankelijk van het traject dat betrokkene volgt zal er sprake zijn van nazorg door het reïntegratiebedrijf. Beëindiging van het traject is dan ook alleen mogelijk, als belanghebbende werk heeft aanvaard waar het reïntegratiebedrijf niet bij betrokken is geweest.

Bijstand verlenen aan een in detentie verblijvende is ingevolge de wet niet mogelijk.

Artikel 14 Terugvordering

Behoeft geen nadere toelichting

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Behoeft geen nadere toelichting

Artikel 16 Citeertitel

Behoeft geen nadere toelichting

Artikel 17 Inwerkingtreding

Behoeft geen nadere toelichting