Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012
CiteertitelVerordening rioolheffing 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening rioolheffing 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-201101-01-2013Nieuwe regeling

10-11-2011

't Bokkeblad, 16-11-2011

2011/4666

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Slochteren;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.; 4 oktober 2011

overwegende dat het wenselijk is om een verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012 vast te stellen;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente begrepen.

  • b.

    onder gemeentelijke riolering tevens de in het kader van het Gemeentelijk RioleringsPlan door of vanwege de gemeente geplaatste IBA’s begrepen;

  • c.

    onder water verstaan hemelwater, afvalwater en grondwater die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering;

  • d.

    onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering;

  • e.

    onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam "rioolheffing" worden geheven: een heffing van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de heffingen geheven ter zake van elke als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid wordt geheven per eigendom.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1. De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid bedraagt per eigendom € 238,75.

  • 2. De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid bedraagt per eigendom, dat uitsluitend over een door de gemeente geplaatste IBA beschikt € 158,75.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De heffing wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Artikel 10 Vrijstellingen

Het in artikel 2 bedoelde heffing wordt niet geheven ter zake van:

  • 1.

    gebouwde onroerende zaken, waarvan de gemeente of haar instellingen de genothebbende zijn, voorzover deze voor de publieke dienst worden gebruikt;

  • 2.

    gebouwde onroerende zaken, uitsluitend dienende voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag andere dan kerkgenootschappen;

  • 3.

    gebouwde onroerende zaken, uitsluitend dienende als inrichting van onderwijs of als gymnastiekschool;

  • 4.

    gebouwde onroerende zaken, uitsluitend dienende voor de dienst van het rijk of enig ander publiekrechtelijk lichaam;

  • 5.

    garageboxen, parkeerterreinen en landbouwgronden.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening rioolheffing 2011" van 11 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolheffing 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2011

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier