Overheidsorganisatie | Gemeente Vlist |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Vlist 2011 |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Vlist 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op het primair onderwijs
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-10-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 27-09-2011 De IJsselbode, 18-10-2011 | Onbekend |
De raad van de gemeente Vlist:
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 5 juli 2011.;
Gelet op artikel 140 en 141 van de Wet op het primair onderwijs;
Gelet op de artikelen XIII , XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;
Gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;
Gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;
B E S L U I T
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Vlist 2011
In deze verordening wordt verstaan onder:
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlist;
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs;
school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;
voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;
aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;
indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;
toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;
tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;
subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;
feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;
subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet ;
wet: de Algemene wet bestuursrecht.
1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.
2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.
3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.
1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.
2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.
Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
2. De aanvraag vermeldt:
naam en adres van het schoolbestuur;
de dagtekening;
de gewenste voorziening;
de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;
een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.
3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
1. Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.
2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.
3. Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:
de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;
niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;
door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.
2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.
Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:
de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;
niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.
1. De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:
feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of
een subsidievaststelling.
2. De beschikking bevat:
het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;
de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.
3. De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:
het bedrag van de subsidie;
voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.
bepaling dat de wet van toepassing is en voorzover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.
4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Vlist 2011.
De verordening treedt in werking met ingang één dag na de bekendmaking in het huis-aan-huisblad.
De verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Vlist, vastgesteld op 16 februari 2010 wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlist op 27 september 2011
De griffier, de voorzitter,
P.A.M. Goedvolk A.Z. Evenhuis-Meppelink
I Voorziening
Schoolzwemmen/bewegingsonderwijs in water, gedurende het zomerseizoen, voor de groepen drie en vier van het basisonderwijs in de gemeente Vlist, met een maximum van 2 x 45 minuten (inclusief omkleedtijd) per week. Scholen uit Haastrecht zwemmen in De Loete, uit Stolwijk in Ons Polderbad.
II Indieningsdatum
Geen indieningsdatum in verband met de permanente aard van de bestaande voorziening
III Tijdvak van toekenning
Voor onbepaalde tijd.
IV Toekenningscriteria waaronder het schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
Schoolzwemmen/bewegingsonderwijs in water maakt deel uit van het schoolwerkplan en activiteitenplan van de school;
Alleen lessen in De Loete en Ons Polderbad komen voor vergoeding in aanmerking;
V Wijze van toekenning van subsidie
De voorziening wordt bekostigd voor de groepen 3 en 4, waarvoor schoolzwemmen/bewegingsonderwijs in water op het activiteitenplan is opgenomen, met een maximum van 2 x 45 minuten (inclusief omkleedtijd) per week.
VI Subsidieplafond
Het door de gemeente in de begroting hiervoor gereserveerde bedrag.
I Voorziening
Het bekostigen van Anne Frank kranten voor de leerlingen van groep zeven en acht van het basisonderwijs.
II Indieningsdatum
Voor 1 juli;
III Tijdvak van toekenning
Per kalenderjaar
IV Toekenningscriteria waaronder het schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
Geen. Alle leerlingen van groep zeven en acht van de basisscholen komen in aanmerking.
V Wijze van toekenning van subsidie
De scholen bestellen de kranten en geven daarbij aan dat de rekening naar de gemeente gestuurd kan worden. De gemeente betaalt de kranten rechtstreeks aan Nederlandse Bibliotheek Dienst/Biblion.
VI Subsidieplafond
Geen. Alle leerlingen van groep zeven en acht komen hiervoor in aanmerking.
I Voorziening
Deelname aan het schooladoptieplan “Doe effe Normaal” van de politie door leerlingen van groep 7 en 8.
II Indieningsdatum
Geen indieningsdatum in verband met de permanente aard van de bestaande voorziening.
III Tijdvak van toekenning
Permanent.
IV Toekenningscriteria waaronder het schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
Geen. Alle leerlingen van groep 7 en 8 komen in aanmerking.
Deelname is wel afhankelijk van capaciteit bij de politie.
V Wijze van toekenning van subsidie
De bekostiging wordt rechtstreeks overgemaakt aan Politie Hollands Midden.
VI Subsidieplafond
De werkelijke kosten van de voorziening.
I Aanduiding van de voorziening
Abonnementen voor zaken die gerelateerd zijn aan de aanwezigheid van een inbraakalarm. Hierin worden onderscheiden: abonnementskosten van onderhoud, van alarmdoormelding en van alarmopvolging.
II Indieningsdatum
Eenmaal per kalenderjaar mag een schoolbestuur de kosten voor de hierboven benoemde abonnementen ter declaratie indienen. De kosten van een kalenderjaar worden uiterlijk 1 november van dat kalenderjaar gedeclareerd. De kosten van voorgaande jaren worden niet met terugwerkende kracht vergoed.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd
De voorziening wordt toegekend voor onbepaalde tijd. Tot een eventuele beleidswijziging wordt door de gemeenteraad besloten.
IV Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening
Alle scholen die gehuisvest zijn in de betreffende gemeente kunnen een schriftelijk declaratieverzoek indienen. Ter onderbouwing dienen kopieën van de te declareren facturen bijgevoegd te worden. De toekenning is per instelling, ongeacht het aantal gebouwen waar de school over beschikt.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende rekeningseenheid
De declaratie wordt beoordeeld door afdeling Onderwijs. Bij akkoord wordt het gedeclareerde bedrag in één keer aan het schoolbestuur overgemaakt, met als maximum het vastgestelde subsidieplafond. De school is zelf verantwoordelijk voor betaling van de facturen aan de leverancier.
VI Subsidieplafond
Het subsidieplafond is als volgt bepaald:
* Per basisschool (per instelling, niet per gebouw) wordt een bedrag toegekend van maximaal €750,- per jaar voor het totaal van de abonnementskosten.
* Per school voor voortgezet onderwijs (per instelling, niet per gebouw) wordt een bedrag toegekend van maximaal € 1.050,- per jaar voor het totaal van de abonnementskosten.
Dit bedrag is prijspeil 2009. Het subsidieplafond wordt jaarlijks geïndexeerd met het CBS -indexcijfer dat door de gemeente gehanteerd wordt.
Toelichting
Schoolbesturen ontvangen in hun rijksbijdragen geen component voor kosten die samen hangen met een inbraakalarm (alleen voor brandalarm). Op basis van de onderwijswetgeving (WPO, WVO en verordening) zijn gemeenten financieel verantwoordelijk voor het herstel van schade aan scholen in het geval van bijzondere omstandigheden, waaronder inbraak. Dat risico wordt door vrijwel alle gemeenten beperkt door een verzekering af te sluiten. Het aanwezig zijn van een inbraakalarm en het kwaliteitsniveau van dat inbraakalarm, is in feite een voortvloeisel van afspraken tussen gemeenten en verzekeraars, waarbij de hoogte van premies uiteraard een rol speelt. Hieruit volgt dat kosten die samenhangen met de aanwezigheid van een inbraakalarm, in feite voor rekening van de gemeente zijn. Vervanging van inbraakalarm wordt geregeld via de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Vergoeding van abonnementskosten is in deze bijlage van de verordening materiële financiële gelijkstelling vastgelegd.
Hieruit volgt dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor afsluiten, verlengen en uitvoeren van abonnementen. De gemeente neemt alleen de financiële verantwoordelijkheid over, tot het aangegeven subsidieplafond.