Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT van de 19de december 2006, no. 7, tot het bijeenroepen van een Bestuurlijk Overleg Staatkundig Structuur tussen de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT van de 19de december 2006, no. 7, tot het bijeenroepen van een Bestuurlijk Overleg Staatkundig Structuur tussen de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-01-2006Nieuwe regeling

19-12-2006

P.B. 2007, no. 2

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 19de december 2006, no. 7, tot het bijeenroepen van een Bestuurlijk Overleg Staatkundig Structuur tussen de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten

Artikel 1

  • 1. Er wordt een Bestuurlijk Overleg gehouden tussen delegaties van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

  • 2. Aan het overleg nemen deel delegaties uit de Regering van de Nederlandse Antillen en de bestuurscolleges van de respectievelijke eilandgebieden.

  • 3. Het overleg vindt verspreid plaats in een aantal sessies.

Artikel 2

  • 1. De delegatie van de Nederlandse Antillen bestaat uit de Minister-President, Minister van Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen als delegatieleider voor de Nederlandse Antillen, de Minister van Constitutionele en Binnenlandse Zaken als voorzitter en de ministers welke belast zijn met de in het overleg te behandelen onderwerpen.

  • 2. De delegaties van de bestuurscolleges van de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten bestaan uit de gedeputeerden van Staatkundige Structuur en de gedeputeerden welke belast zijn met de in het overleg te behandelen onderwerpen.

  • 3. De delegaties kunnen zich tijdens het overleg doen bijstaan door adviseurs.

Artikel 3

  • 1. Het voorzitterschap van het overleg wordt uitgeoefend door de Minister van Constitutionele en Binnenlandse Zaken.

  • 2. De taak van het voorzitterschap bestaat uit het opstellen van een conceptagenda van het overleg, het leiden van de beraadslaging en besluitvorming, het bepalen van de orde van de werkzaamheden en het doen van officiële mededelingen namens het overleg.

  • 3. Het voorzitterschap kan zich tijdens het overleg doen bijstaan door adviseurs.

Artikel 4

  • 1. Er is een secretariaat van het overleg, bestaande uit een Algemeen secretaris en een of meer secretarissen.

  • 2. Elk eilandgebied is bevoegd een secretaris aan te wijzen. De Directeur Bestuurlijke en Constitutionele Zaken fungeert qualitate qua als Algemeen secretaris van het overleg.

  • 3. Het secretariaat draagt zorg voor de ambtelijke voorbereiding van de voorstellen waarover een uitspraak van het overleg verlangd wordt en de opstelling van een officieel verslag, waarin in elk geval alle door het overleg aangenomen conclusie- c.q. beslispunten zijn opgenomen.

Artikel 5

  • 1. Bij aanvang van de vergadering stelt het overleg zijn agenda vast.

  • 2. Inzake voorstellen en andere punten waarover een uitspraak van het overleg wordt verlangd, beraadslaagt het overleg in principe in twee termijnen alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan.

  • 3. Wanneer niemand het woord vraagt en het voorzitterschap van oordeel is dat het punt dat aan de orde is door verschillende delegaties voldoende is belicht, wordt de beraadslaging gesloten en wordt zo nodig tot besluitvorming overgegaan.

Artikel 6

  • 1. De vergoeding voor de reis- en verblijfkosten van de delegaties komt ten laste van het Land of het eilandgebied door wie ze zijn aangewezen.

  • 2. De vergaderkosten van het overleg komen ten laste van het Land de Nederlandse Antillen.

Artikel 7

Dit landsbesluit wordt in het Publicatieblad opgenomen.