Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT van de 3de augustus 2006, no. 1, tot het bijeenroepen van een topoverleg van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT van de 3de augustus 2006, no. 1, tot het bijeenroepen van een topoverleg van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-09-2006Nieuwe regeling

03-08-2006

P.B. 2006, no. 68

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 3de augustus 2006, no. 1, tot het bijeenroepen van een topoverleg van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten

Artikel 1

  • 1. Er wordt een Topoverleg gehouden van delegaties van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

  • 2. Aan het Topoverleg nemen deel delegaties van de Regering van de Nederlandse Antillen en de besturen van de respectievelijke eilandgebieden.

  • 3. Het Topoverleg vindt verspreid plaats in een aantal sessies, waarvan de eerste sessie geacht wordt te zijn gehouden op Bonaire, op 30 september 2002 en 1 oktober 2002.

Artikel 2

  • 1. De delegaties van de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten bestaan uit respectievelijk 5, 7, 3, 3 en 5 vertegenwoordigers, met dien verstande dat alle politieke partijen met ten minste een zetel in de eilandsraad in de delegatie van hun eilandgebied vertegenwoordigd dienen te zijn.

  • 2. De delegaties kunnen zich tijdens het Topoverleg doen bijstaan door adviseurs.

Artikel 3

De Staten van de Nederlandse Antillen kunnen uit hun midden leden aanwijzen ter bijwoning van het Topoverleg als waarnemer.

Artikel 4

  • 1. Het voorzitterschap van het Topoverleg wordt in onderling overleg uitgeoefend door de Minister-President en de Minister van Constitutionele en Binnenlandse Zaken.

  • 2. De taak van het voorzitterschap bestaat uit het opstellen van een conceptagenda van het Topoverleg, het leiden van de beraadslaging en besluitvorming en het doen van officiële mededelingen namens het Topoverleg.

  • 3. Het voorzitterschap kan zich tijdens het Topoverleg doen bijstaan door adviseurs.

Artikel 5

  • 1. Er is een secretariaat van het Topoverleg, bestaande uit een Algemeen Secretaris en een of meer secretarissen.

  • 2. Elk eilandgebied is bevoegd een secretaris aan te wijzen. De Directeur Bestuurlijke en Constitutionele Zaken fungeert qualitate qua als Algemeen Secretaris van het Topoverleg.

  • 3. Het secretariaat draagt zorg voor de ambtelijke voorbereiding van de voorstellen waarover een uitspraak van het Topoverleg verlangd wordt en de opstelling van een officieel verslag, waarin in elk geval alle door het Topoverleg aangenomen conclusies of beslispunten zijn opgenomen.

Artikel 6

  • 1. Bij aanvang van de vergadering stelt het Topoverleg zijn agenda vast.

  • 2. Inzake voorstellen en andere punten waarover een uitspraak van het Topoverleg wordt verlangd, beraadslaagt het Topoverleg in principe in twee termijnen alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan.

  • 3. Wanneer niemand het woord vraagt en het voorzitterschap van oordeel is dat het punt dat aan de orde is door verschillende delegaties voldoende is belicht, wordt de beraadslaging gesloten en wordt zo nodig tot besluitvorming overgegaan.

Artikel 7

  • 1. In verband met de beraadslaging en besluitvorming tijdens het Topoverleg wijst elke delegatie een lid aan, dat namens de delegatie officieel het woord voert en een stem uitbrengt.

  • 2. Het voorzitterschap kan in bijzondere situaties op verzoek van de officiële woordvoerder toestaan dat ook andere delegatieleden tijdens het Topoverleg een toelichting geven.

  • 3. Het Topoverleg wordt geacht een voorstel of een ander punt waarover een uitspraak wordt verlangd te hebben aanvaard als niemand om stemming vraagt dan wel geen van de delegaties tegen heeft gestemd.

Artikel 8

Dit landbesluit wordt in het Publicatieblad geplaatst.