Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 22ste juni 2000 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Beschikking taak en organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken (P.B. 2000, no. 52), houdende vaststelling van de taken van het Departement van Binnenlandse Zaken (Beschikking taakstelling en organisatie Departement van Binnenlandse Zaken).

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING van de 22ste juni 2000 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Beschikking taak en organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken (P.B. 2000, no. 52), houdende vaststelling van de taken van het Departement van Binnenlandse Zaken (Beschikking taakstelling en organisatie Departement van Binnenlandse Zaken).
CiteertitelBeschikking taakstelling Departement van Binnenlandse Zaken 2000
Vastgesteld doorMinister van Constitutionele en Binnenlandse Zaken
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Beschikking taak en organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken 2000 (P.B. 2000, no. 52), art. 2, tweede lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2000Nieuwe regeling

22-06-2000

P.B. 2000, no. 62

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 22ste juni 2000 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Beschikking taak en organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken (P.B. 2000, no. 52), houdende vaststelling van de taken van het Departement van Binnenlandse Zaken (Beschikking taakstelling en organisatie Departement van Binnenlandse Zaken)

Artikel 1

Het Departement van Binnenlandse Zaken heeft tot doel het bevorderen van een doelmatig beleid en een doelmatige beleidsuitvoering met betrekking tot de aangelegenheden genoemd in artikel 1 van de Beschikking taak en organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken 2000 (P.B. 2000, no. 52).

Artikel 2

  • 1.

    • Ter verwezenlijking van het bepaalde in artikel 1 geeft het Departement van Binnenlandse Zaken uitvoering aan ten minste de volgende taken:

    • a.

      het aandragen van bouwstenen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en uitvoeren van het beleid van de Regering c.q. van de Minister en Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken;

    • b.

      het adviseren van de Regering c.q van de Minister en Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken;

    • c.

      het voorbereiden van wet- en regelgeving, overleg daarover met vertegenwoordigers van de betrokken sector/sectoren, zorg voor de introductie daarvan in de betrokken sector/ sectoren en het doen van voorstellen tot wijziging van wet- en regelgeving op grond van gesignaleerde praktijkwerking;

    • d.

      het behartigen van de belangen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in nationaal, regionaal, Koninkrijks- en internationaal verband, het tijdig inspelen op nationale, Koninkrijks-, regionale en internationale ontwikkelingen en het adviseren met betrekking tot het aangaan, de medegelding en het implementeren van verdragen, w.o. het opstellen van dan wel het bijdragen aan periodieke rapportages;

    • e.

      het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften door de landsoverheid en de Eilandgebieden, voor zover zulks uitdrukkelijk bij of krachtens landsverordening is opgedragen aan de Minister van Binnenlandse Zaken;

    • f.

      het zorg dragen voor een juiste afstemming van zaken op beleidsterreinen, die raakvlakken hebben met de beleidsterreinen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

    • g.

      alle andere taken door de Minister van Binnenlandse Zaken dan wel bij of krachtens enig wettelijk voorschrift op te dragen.

  • 2. een Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken komt ten opzichte van het Departement van Binnenlandse Zaken en de daarin werkzame functionarissen dezelfde bevoegdheden toe als de Minister van Binnenlandse Zaken, zulks met inachtneming van de door laatstgenoemde bij beschikking vastgestelde taakverdeling en overigens te geven voorschriften.

Artikel 3

  • 1. Het Departement van Binnenlandse Zaken bestaat uit de volgende bureau’s:

    • a.

      het Bureau Constitutionele Zaken;

    • b.

      het Bureau Overheidsinnovaties;

    • c.

      het Centraal Bureau voor Personeelszaken;

    • d.

      de Centraal Bureau voor Registratuur en Archiefzaken;

    • e.

      het Bureau Nationale Rampencoördinatie.

  • 2. De taken en organisatie van de in het eerste lid genoemde bureau’s worden vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken.

  • 3. Zolang de Minister van Binnenlandse Zaken geen uitvoering geeft aan het tweede lid, worden de ter uitvoering van artikel 2 van de Beschikking taak en organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken (P.B. 2000, no. 52) gegeven voorschriften met betrekking tot de in het eerste lid, sub a tot en met f, van dat artikel genoemde organisatorische eenheden, geacht te strekken ter uitvoering van het tweede lid.

Artikel 4

  • 1. Deze beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst.

  • 2. Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 juli 2000.

Artikel 5

Deze beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking taakstelling Departement van Binnenlandse Zaken 2000.