Overheidsorganisatie | Gemeente Zijpe |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening winkeltijden |
Citeertitel | Verordening winkeltijden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Algemene Zaken |
Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-05-1996 | 22-03-2012 | Onbekend | 28-05-1996 Schager Weekblad/Zijper Nieuws 01-02-2010 | Besluit van B&W 02-02-2010 |
De raad van de gemeente Zijpe;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 1996;
gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeente wet;
Besluit:
vast te stellen de volgende:
Verordening inzake de winkeltijden.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet
feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.
1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen zes weken.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.
1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn versterkt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
1. de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
1. het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen.
2. de in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend ingeval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.
2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze gebieden niet: voor de winkelgebieden in Petten, Sint Maartenszee, Sint Maartensvlotbrug (ten westen van het Noordhollandsch Kanaal), Callantsoog en Groote Keeten, alsmede de winkels op kampeerterreinen.
1. Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.
2. De Verordening winkelsluiting¹ wordt ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden”.
Schagerbrug, 28 mei 1996,
¹. Vastgesteld bij besluit van de raad van 13 december 1994.