Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Liesveld

Financieringsstatuut

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Liesveld
Officiële naam regelingFinancieringsstatuut
CiteertitelFinancieringsstatuut
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Fido,Ruddo, Ufdo

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-201001-01-2012Nieuwe regeling

23-11-2010

Het Kontakt, 23 september 2011

LSV1004853/INT05626

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Liesveld,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. ,

besluit:

  • -

    Het financieringsstatuut vast te stellen.

  • -

    De financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet vast te stellen.

  • -

    De controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet vast te stellen.

Besloten in de openbare raadsvergadering van 23 november 2010.

Raadsgriffier, Voorzitter,

A.J.P. Saes mr. drs. W. Gradisen

Dit is het Financieringsstatuut van de gemeenten Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en het Openbaar Lichaam Werkorganisatie De Waard, vastgesteld door de daartoe bevoegde organen:

  • -

    de Raad van de gemeente Graafstroom, in zijn openbare vergadering van 22 november 2010;

  • -

    de Raad van de gemeente Liesveld, in zijn openbare vergadering van 23 november 2010;

  • -

    de Raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland, in zijn openbare vergadering van 25 november 2010;

  • -

    het Algemeen Bestuur van de Werkorganisatie De Waard, in zijn openbare vergadering van 9 november 2010.

De tekst van dit Financieringsstatuut is conform het advies van de door de onderscheiden Raden en het Algemeen Bestuur ingestelde Auditcommissie.

Dit Financieringsstatuut treedt in werking op moment van vaststelling en in de plaats van het laatst vastgestelde Financieringsstatuut.

Verklaring gebruikte termen:

  • -

    de gemeente : de gemeente die het in de concrete situatie aangaat: Graafstroom, Liesveld of Nieuw-Lekkerland

  • -

    de Raad : de Raad van de betreffende gemeente

  • -

    het College : het College van de betreffende gemeente

  • -

    het Algemeen Bestuur : het Algemeen Bestuur van de Werkorganisatie De Waard

  • -

    het Dagelijks Bestuur : het Dagelijks Bestuur van de Werkorganisatie De Waard

  • -

    de Algemeen Directeur : de Algemeen Directeur van de Werkorganisatie De Waard

1. FINANCIERINGSBELEID

1.1. Doel Financieringsstatuut

Het Financieringsstatuut stelt de kaders voor de financieringsfunctie van de gemeente/Werkorganisatie De Waard. De financieringsfunctie van de gemeente/Werkorganisatie De Waard dient tot:

  • ·

    het verzekeren van duurzame toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities;

  • ·

    het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitenrisico’s;

  • ·

    het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • ·

    het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) respectievelijk de limieten en richtlijnen van het Financieringsstatuut.

Ook wordt in dit statuut een beeld gegeven van de financieringsorganisatie.

1.2. Wettelijk kader

Bij het opstellen van het Financieringsstatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders, o.a. Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet tot wijziging van de Wet Fido in werking getreden. Voor enkele wijzigingen die betrekking hebben op de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo) van toepassing.

In de Wet Fido zijn voor de decentrale overheden voorschriften opgenomen over:

  • ·

    de kasgeldlimiet;

  • ·

    de renterisiconorm;

  • ·

    transparantie van het financieringsbeleid.

1.3. Algemene uitgangspunten en doelstellingen financieringsfunctie

De financieringsfunctie stuurt en beheerst financiële geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • ·

    De gemeente mag leningen of garanties verstrekken die uitsluitend de ‘publieke taak’ dienen, bankieren is niet toegestaan.

  • ·

    De gemeente/Werkorganisatie De Waard kan middelen uitzetten uit hoofde van de financieringsfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door de richtlijnen en limieten van dit Financieringsstatuut.

  • ·

    Het afsluiten van leningen met een uitgestelde storting is alleen toegestaan ter beperking van financiële risico’s.

De hoofddoelstelling van de financieringsfunctie is het waarborgen van de financiële continuïteit van de gemeente/Werkorganisatie De Waard.

Om aan deze doelstelling praktische invulling te geven, zijn in dit Financieringsstatuut drie subdoelstellingen onderkend:

  • 1.

    Het beheersen van financiële risico’s.

  • 2.

    Het beheersen van koersrisico’s.

  • 3.

    Het beheersen van liquiditeitenrisico’s.

1.3.1. Beheersen van financiële risico’s

De financiële risico’s zijn vooral het renterisico en het kredietrisico. Het renterisicobeheer is erop gericht nadelige gevolgen van renteontwikkelingen te beperken en optimaal te profiteren van gunstige renteontwikkelingen. De gemeente/Werkorganisatie De Waard streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen. Het kredietrisico heeft betrekking op de minimale kredietwaardigheid van de partijen waar de gemeente/Werkorganisatie De Waard middelen kan uitzetten/beleggen.

1.3.2. Beheersen van koersrisicobeheer

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen wordt door de gemeente/Werkorganisatie De Waard beperkt door uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s en producten met hoofdsomgarantie. Overige uitgangspunten zijn:

  • ·

    Het is niet toegestaan een aandelenportefeuille op te bouwen, met uitzondering van aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten, nutsbedrijven, ROM-S, overheids-B.V’s en N.V.’s en gemeentelijke N.V’s en B.V.’s.

  • ·

    Uitbreiding van het aandelenkapitaal mag alleen in het kader van de publieke taak en na instemming van de Raad.

  • ·

    Het is niet toegestaan om een obligatieportefeuille op te bouwen, met uitzondering van de mogelijkheden bij de Bank Nederlandse Gemeenten.

1.3.3. Beheersen van liquiditeitenrisico’s

Hierbij gaat het om het beperken van het risico van onvoldoende beschikbare liquide middelen. De gemeente/Werkorganisatie beperkt haar interne liquiditeiten risico’s door haar financieringsactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), evenals een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van maximaal 4 jaar. Hierdoor worden onnodig hoge financieringskosten voorkomen.

2. FINANCIERING GEMEENTE/WERKORGANISATIE DE WAARD

Financiering is de kern van dit statuut. Onderdelen hiervan zijn financiering, uitzettingen, kasbeheer en relatiebeheer.

2.1. Financiering

Financiering zorgt voor de invulling van de liquiditeitsbehoefte. De basis hiervoor is de liquiditeitsplanning. Deze planning bepaalt wanneer, hoeveel en voor welke termijn financiering nodig is.

Doelstellingen financiering:

  • ·

    Financiering is nodig om vastgestelde doelen te realiseren en is geen doel op zich.

  • ·

    Het voorzien in de toekomstige behoefte aan vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en aanvaardbare risico’s.

  • ·

    Het veiligstellen van de financierbaarheid van de organisatie, zodat op elk gewenst moment middelen kunnen worden aangetrokken. De toegang tot de vermogensmarkt dient verzekerd te zijn.

Bij het aantrekken van financieringen over een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1)

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2)

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren.

  • 3)

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn:

    • ·

      onderhandse geldleningen (voor langere termijn);

    • ·

      kasgeldleningen (voor korte termijn, < 1jaar);

    • ·

      kasgeldleningen van de gemeente/Werkorganisatie De Waard mits passend binnen de wettelijke kasgeldlimiet; renteverrekening vindt plaats tegen Euribor tarieven.

  • 4)

    Er wordt gestreefd naar een minimum positie van lang vreemd vermogen.

  • 5)

    Jaarlijks wordt een liquiditeitenplanning opgesteld met een looptijd welke tenminste gelijk is aan die van de meerjarenbegroting van de gemeente.

  • 6)

    Jaarlijks wordt een meerjarige rentevisie opgesteld.

  • 7)

    Het aantrekken van leningen geschiedt door tenminste 3 offertes aan te vragen bij banken en/of geldmakelaars.

  • 8)

    Toegestane financieringsinstrumenten zijn: fixe (aflossing ineens), lineaire leningen (aflossing in gelijke delen) en annuïtaire leningen (rente en aflossing jaarlijks gelijk) van particuliere beleggers en banken; leningen met uitgestelde storting (forward).

2.1.1. De kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet heeft betrekking op “korte” financiering met een rentetypische looptijd van korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet is een door de minister van Financiën bepaald percentage van het begrotingstotaal. Ten tijde van de opstelling van dit Financieringsstatuut bedroeg deze 8,5%. Wanneer dit percentage vanuit het Rijk wordt aangepast zal het aangepaste percentage gelden.

Het gemiddelde van de netto vlottende schuld per kwartaal mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. Indien dit wel gebeurt, dient de gemeente/Werkorganisatie De Waard kortlopende schuld om te zetten in een langlopende lening (in termen van de Wet Fido: consolideren).

De informatie over de kasgeldlimiet wordt opgenomen in de Financieringsparagraaf bij de Begroting en het Jaarverslag. Het toezicht op de kasgeldlimiet vindt plaats door de Provincie Zuid-Holland.

2.1.2. De renterisiconorm

De renterisiconorm heeft betrekking op financieringen met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar. De gemeente/Werkorganisatie De Waard loopt renterisico over dat deel van de leningenportefeuille dat in enig jaar in aanmerking komt voor herfinanciering, over nieuw aan te trekken langlopende leningen en over dat deel van de langlopende leningen waarop in enig jaar een renteherziening van toepassing is. De renterisiconorm is door de minister van Financiën bepaald.

In aansluiting op de geactualiseerde Wet fido is per 1 januari 2010 de nieuwe Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden in werking treden. Vanaf dat moment wordt de risiconorm berekend op basis van een percentage, namelijk 20% van het begrotingstotaal (voorheen was dit een percentage van de totale vaste schuld per 1 januari van enig jaar). Doel is om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Jaarlijks mogen de verplichte aflossingen en de renteherziening niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

Toetsing vindt plaats via de Financieringsparagraaf in de Begroting (vooraf) en het Jaarverslag (achteraf). Het externe toezicht op de renterisiconorm vindt plaats door de Provincie Zuid-Holland.

2.1.3. Rentevisie

De rentevisie is één van de kaders waar binnen gehandeld wordt op de geld- en kapitaalmarkt. In de rentevisie wordt, op basis van een analyse van de financiële markten, een verwachting uitgesproken voor de ontwikkeling van zowel de korte als de lange rente. De rentevisie wordt bepaald op basis van interne en externe informatie en wordt ieder jaar in de Financieringsparagraaf opgenomen.

2.1.4. Consolidatiebeleid

Consolideren is het omzetten van korte financiering (rekening-courant krediet, daggeld, kasgeld) in lange financiering. De hoogte van en het moment waarop langlopende leningen worden aangetrokken hangt af van de gemeentelijke liquiditeitsprognose en de rentevisie. Hierbij wordt rekening gehouden met de renterisiconorm.

Bij een stijgende kapitaalmarktrente worden, indien mogelijk, langlopende leningen geconsolideerd. Bij het kiezen van de looptijd van een aan te trekken langlopende lening dient rekening gehouden te worden met de gewenste financieringsstructuur. Bij een gezonde financieringsstructuur is er evenwicht tussen de aflossingen op langlopende leningen en de afschrijvingen op investeringen.

2.2. Uitzettingen

Doelstellingen uitzettingen:

  • ·

    Het optimaliseren van het renteresultaat op bestaande en geprognosticeerde liquiditeitsoverschotten tegen aanvaardbare risico’s.

  • ·

    Het verstrekken van geldleningen aan derden tegen aanvaardbare condities en risico’s.

Rapportage vindt plaats via de Financieringsparagraaf in de Begroting en het Jaarverslag. Bespreking vindt plaats in de Auditcommissie.

2.2.1. Kortlopend (= tot 1 jaar).

Bij het uitzetten van middelen voor een periode van één jaar en korter gelden de volgende uitgangspunten:

  • ·

    Instellingen, waarvan voor het waardepapier een S-O kwalificatie geldt.

  • ·

    Financiële instellingen binnen het EER-gebied met ten minste een AAA-rating van twee van de volgende erkende rating-bureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA

  • ·

    Er worden minimaal 2 offertes aangevraagd voor uitzetting vanaf 3 maanden en langer.

  • ·

    Uitzettingen bij de andere in de Werkorganisatie De Waard participerende gemeenten, dan wel omgekeerd vanuit de Werkorganisatie De Waard richting participerende gemeenten, moeten passen binnen de wettelijke kasgeldlimiet en worden tegen Euribor tarieven afgerekend.

2.2.2. Langlopend (= vanaf 1 jaar en één dag)

Bij het uitzetten van middelen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • ·

    Instellingen, waarvan voor het waardepapier een S-O kwalificatie geldt.

  • ·

    Financiële instellingen binnen het EER-gebied met ten minste een AAA-rating van twee van de volgende erkende rating-bureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA.

  • ·

    Er worden minimaal 3 offertes aangevraagd.

  • ·

    Voor uitzettingen bij de andere in de Werkorganisatie De Waard participerende gemeenten, dan wel omgekeerd vanuit de Werkorganisatie De Waard richting participerende gemeenten, gelden rentetarieven die op basis van het principe budgettaire neutraliteit worden bepaald.

2.3. Kasbeheer

Het betalingsverkeer wordt vanuit Werkorganisatie De Waard zodanig ingericht dat het kosteneffectief kan worden beheerd. Hiertoe wordt de bankrelatie van de gemeente minimaal eens per 4 jaar geëvalueerd.

Richtlijnen kasbeheer:

  • ·

    Hanteren van betaalinstrumenten die de bankkosten en interne verwerkingskosten minimaliseren.

  • ·

    Het periodiek evalueren of de tarieven van de huisbankier nog concurrerend zijn met tarieven bij andere banken.

  • ·

    Het minimaliseren van het aantal rekeningen met het oog op transparantie en efficiëntie.

2.4. Relatiebeheer

Goed relatiebeheer is vooral van belang om het (product) ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt te monitoren. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan ontwikkelingen op de rentemarkt en financiële innovaties.

Doelstellingen relatiebeheer:

  • ·

    Het intensiveren en verbeteren van contacten met financiële marktpartijen, met als doel de positie/naamsbekendheid (in de ogen van de geldgevers) van de gemeente/Werkorganisatie De Waard te verbeteren.

  • ·

    Het zorg dragen voor permanente beschikbaarheid van bancaire en financiële diensten.

Richtlijnen relatiebeheer:

  • ·

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in 2.2.2 Langlopende uitzettingen.

  • ·

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of aan de andere kant EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.

  • ·

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

  • ·

    Bankrelaties en hun bancaire condities worden minimaal eens in de 4 jaar beoordeeld.

  • ·

    De medewerker financiering, dan wel het afdelingshoofd Financiën van de Werkorganisatie De Waard, onderhouden de contacten met financiële instellingen, waarbij zij gehouden zijn aan de algemene gemeentelijke regels op het gebied van integriteit.

3. FINANCIERINGSORGANISATIE

3.1. Organisatie

Met ingang van 1 juli 2009 maakt de taak ‘financiering’ onderdeel uit van de dienstverlening vanuit de Werkorganisatie De Waard. Volgens artikel 7.1 en 7.2 van de Gemeenschappelijk Regeling Werkorganisatie De Waard zijn ook de taken en bevoegdheden die verband houden met de uitvoering van de financieringsfunctie opgedragen aan de Werkorganisatie De Waard. Onder de verantwoordelijkheid van de Algemeen Directeur van de Werkorganisatie De Waard worden op grond van artikel 7.3 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie De Waard door de medewerkers van de Werkorganisatie De Waard alle transacties in verband met financiering afgesloten. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden die op grond van genoemde regeling aan de Algemeen Directeur zijn toebedeeld, zijn via submandaat aan de medewerkers toegewezen. In dit statuut worden de bevoegdheden en verantwoordelijkheden betreffende financiering nader geduid. De gemeente blijkt daarbij wel autonoom in het vaststellen van het financieringsbeleid. Het is noodzakelijk om de financieringsfunctie op een duidelijke plaats binnen de Werkorganisatie De Waard uit te voeren. Hierdoor wordt het mogelijk om de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de financieringsfunctie op een juiste wijze te verdelen.

De administratieve organisatie en de interne controle moeten waarborgen dat:

  • ·

    de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

  • ·

    de financieringsactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

  • ·

    de risico´s kunnen worden beheerst;

  • ·

    de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.

3.2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Om inzicht te geven in de verschillende rollen van het bestuur en de ambtelijke organisatie zijn in de onderstaande tabel de verantwoordelijkheden van de verschillende organisatielagen opgenomen.

FunctieVerantwoordelijkheden
Raad/Algemeen Bestuur·Het vaststellen van de Financieringsparagraaf in de Begroting en de Jaarrekening. ·Het vaststellen van het Financieringsstatuut
Auditcommissie·Het verstrekken van aanwijzingen over het financieringsbeleid en beoordelen van de uitkomsten. ·Advies over de financieringsparagraaf in de Begroting en Jaarrekening. ·Advies geven bij uitzettingen aan financiële instellingen in landen waarvan het land zelf niet over een triple A rating beschikt.
College/Dagelijks Bestuur·Het vaststellen en uitvoeren van het financieringsbeleid. ·Het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid. ·Het vaststellen van wijzigingen als gevolg van wetswijzigingen en/of aanwijzingen vanuit het College/Dagelijks Bestuur. ·Vooroverleg omtrent af te sluiten transacties vanaf €1 miljoen. ·Goedkeuring achteraf van afgesloten transacties vanaf € 1 miljoen. ·Het College/Dagelijks Bestuur heeft een actieve informatieplicht jegens de Raad/het Algemeen Bestuur en de Auditcommissie.
Afdelingshoofd Financiën·Het bewaken van de kwaliteit van de financieringsprocessen. ·Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van financiering. ·Het goedkeuren van af te sluiten transacties ·Het voeren van een interne controle op de uitgevoerde financieringstransacties. ·Het afleggen van verantwoording aan het College/Dagelijks Bestuur over de uitvoering van het financieringsbeleid. ·Het indienen van voorstellen tot wijziging van het als gevolg van wetswijzigingen en/of aanwijzingen van het College/Dagelijks Bestuur.
Controller·Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de financieringsfunctie en hierover rapporteren aan het College/Dagelijks Bestuur. ·Het bewaken van de kwaliteit van de financieringsprocessen.
Consulent (vakspecialist)·Het plaatsen van de 2e handtekening bij transacties.
Medewerker Financiën·Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeenschappelijke regelingfinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit Financieringsstatuut en de Financieringsparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door het afdelingshoofd Financiën. ·Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeiten beheer. ·Het beheren van de geldstromen. ·Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen. ·Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties. ·Het schriftelijk vastleggen van ontvangen offertes (o.a. namen instellingen en contactpersonen, data en tarieven). ·Het schriftelijk vastleggen van de financieringstransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier. ·Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op financieringsgebied. ·Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie. ·Het afleggen van verantwoording aan het afdelingshoofd Financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten als mede het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde financieringsactiviteiten conform het Financieringsstatuut en de Financieringsparagraaf. ·Het zorg dragen voor periodieke rapportages over de uitvoering van het financieringsbeleid en de activiteiten. ·Ingeval van uitzettingen: het wekelijks checken van de ratings en bij veranderingen het rapporteren aan het College/Dagelijks Bestuur.
Medewerkers Financiën·Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen. ·Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer. ·Het aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeente/Werkorganisatie De Waard ·Het rapporteren aan het afdelingshoofd Financiën belast met controle over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten. ·Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.
Algemeen Directeur·Alle bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen aangaande financiering op grond van artikel 7.3 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie De Waard.
Afdelingshoofden·Het zorg dragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan de afdeling Financiën over toekomstige uitgaven en ontvangsten.
Budgethouders·Het zorg dragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Financiën. ·Het fiatteren van lasten en baten ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.
De externe accountant·Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren van de financiële beheershandelingen volgend uit het Financieringsstatuut.

Voor de uitvoering van de financieringsfunctie, is een duidelijke, transparante functiescheiding van belang. In de onderstaande tabel zijn de bevoegdheden weergeven.

   Bevoegd functionaris (eerste handtekening)Autorisatie door (tweede handtekening)
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer
1.Het uitzetten van middelen via callgeld, deposito en spaarrekeningMedewerker FinanciënConsulent
2.Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeldMedewerker FinanciënConsulent
3.Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen Medewerker FinanciënAndere medewerker Financiën
Bankrelatiebeheer
4.Bankrekeningen openen / sluiten / wijzigenMedewerker FinanciënAfdelingshoofd Financiën
5.Bankcondities en tarieven afsprekenMedewerker FinanciënAfdelingshoofd Financiën
Risicobeheer
6.Het afsluiten van leningen met een uitgestelde storting (forwards) Afdelingshoofd FinanciënAlgemeen Directeur
Financiering en uitzetting
7.Het vaststellen van kredietfaciliteitenMedewerker FinanciënAfdelingshoofd Financiën
8.Het aantrekken van middelen zoals vastgelegd in de FinancieringsparagraafMedewerker FinanciënAfdelingshoofd Financiën
9.Het uitzetten van middelen zoals vastgelegd in de FinancieringsparagraafMedewerker FinanciënAfdelingshoofd Financiën
10.Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taakMedewerker FinanciënAlgemeen Directeur
11.Het garanderen van middelen uit hoofd van de publieke taakMedewerker FinanciënAlgemeen Directeur

3.3. Planning en control

De planning en control cyclus bestaan uit diverse producten. In de Begroting wordt in de Financieringsparagraaf ingegaan op de verwachte renteontwikkeling (rentevisie) en het gekozen financieringsbeleid voor zowel de korte als de lange termijn. In het Jaarverslag wordt vervolgens het gevoerde financieringsbeleid geëvalueerd. Bij de tussentijdse rapportages kan, indien nodig, het gevoerde financieringsbeleid worden bijgesteld.

Richtlijn:

  • ·

    In zowel de Begroting als het Jaarverslag wordt een Financieringsparagraaf opgenomen.

  • ·

    Bij elke Begroting wordt een meerjarige investeringsplanning gepresenteerd.

4. INFORMATIEVOORZIENING

Kernelementen bij de financieringsfunctie zijn sturen, beheersen en verantwoorden. Om de financiële risico´s te kunnen beheersen is de juistheid, tijdigheid en volledigheid van relevante informatie essentieel. De gewenste informatie is onder te verdelen in operationele informatie en verantwoordingsinformatie. De administratieve organisatie en de interne controle moeten deze informatievoorziening waarborgen.

4.1. Operationele informatie

Met betrekking tot de financieringsactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

InformatieFrequentieInformatieverstrekker Informatieontvanger
1.Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeiten planningDoorlopendAfdelingshoofden / BudgethoudersMedewerker Financiën
2.Liquiditeiten planningKwartaalMedewerker FinanciënAfdelingshoofd Financiën
3.Financieringsparagraaf in de BegrotingJaarlijksCollege/Dagelijks BestuurAuditcommissie en Raad/Algemeen Bestuur
4.Renterisiconorm, kasgeldlimiet en EMU saldo in de Financieringsparagraaf van de Begroting JaarlijksMedewerker Financiën College

4.2. Verantwoordingsinformatie

Deze informatie geeft aan of gestelde doelen gerealiseerd zijn en of de uitvoering van de financieringsfunctie heeft plaatsgevonden binnen de kaders van dit Financieringsstatuut. Hierbij komt ook de rechtmatigheid aan de orde.

InformatieFrequentieInformatieverstrekker Informatieontvanger
1.Verantwoording n.a.v. Financieringsparagraaf via het jaarverslag. Ingeval van uitzettingen in de toelichting op de balans specificaties, rente%, ratings e.d. opnemen: JaarlijksCollege/Dagelijks BestuurAuditcommissie en Raad/Algemeen Bestuur
2.Renterisiconorm en kasgeldlimiet in de Financieringsparagraaf van het Jaarverslag.JaarlijksMedewerker FinanciënCollege/Dagelijks Bestuur
3.Afgesloten leningen, uitzettingen en garantiesbinnen 14 dagen na afsluiten Medewerker FinanciënCollege/Dagelijks Bestuur
4.Bij: uitzettingen, namen instanties, ratings, looptijden, rente%, voorwaardenIeder kwartaalMedewerker FinanciënAuditcommissie

5. BEGRIPPENKADER

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

  • -

    Financieringsfunctie De financieringsfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financieringsfunctie bestaat uit vier functies: risicobeheer, gemeentelijke financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.

  • -

    Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

  • -

    Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

  • -

    Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente/Werkorganisatie De Waard bij aanvang van het jaar.

  • -

    Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

  • -

    Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.

  • -

    Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.

  • -

    Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid.

  • -

    Rating De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier.

  • -

    Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeenschappelijke regeling door rentewijzigingen.

  • -

    Renterisiconorm Een bij de aanvang van enig jaar op basis van in de Wet fido vastgesteld percentage van 20% van het begrotingstotaal. Jaarlijks mogen de verplichte aflossingen en de renteherziening niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

  • -

    Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

  • -

    Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

  • -

    Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.

  • -

    Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

  • -

    Prudent Inzicht in beleid, verstandig oordeel.

  • -

    S-0 kwalificatie Waardepapieren waaraan een bancaire toezichthouder in de EER een solvabiliteitsratio van 0 procent heeft toegekend - dat zijn onder meer waardepapier, zoals obligaties uitgegeven of gegarandeerd door centrale overheden en decentrale overheden, voor zover daarmee gelijkgeschakeld, zoals door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geborgde leningen van woningcorporaties.

Algemene opmerking.

In dit Financieringsstatuut staan bij de verschillende onderdelen achter bullets voorwaarden/uitgangspunten e.d. Tenzij anders is aangegeven zijn deze voorwaarden / uitgangspunten voor de uitvoering en de totstandkoming van transacties volledig van toepassing.