Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zijpe

Verordening op de heffing en de invordering van Brandweerrechten 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zijpe
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van Brandweerrechten 2003
CiteertitelVerordening Brandweerrechten 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-200228-12-2013Onbekend

17-12-2002

Schager Weekblad/Zijper Nieuws 24-12-2002

Voorstel van college van 19 november 2002

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2003

De raad van de gemeente Zijpé; nr. 17

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2002;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BRANDWEERRECHTEN 2003.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘brandweerrechten’ worden geheven:

  • a.

    rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

  • b.

    rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • c.

    Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • -

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • -

      het beperken van brandgevaar;

    • -

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • -

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • -

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • -

      de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene die te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoel in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Burgemeester en wethouder kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepalingen betreffende de heffing en de invordering van de belastingen.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Termijn van betaling

De rechten moeten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving.

Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. De ‘Verordening brandweerrechten 2002’ van 30 oktober 2001, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Brandweerrechten 2003’.

Ondertekening

Schagerbrug, 17 december 2002

Tarieventabel

­

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening Brandweerrechten 2003.  

Algemeen

Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.  

Hoofdstuk 1    Wacht- en controlediensten

  • 1.1

    Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

  • -

    het verrichten van wacht- en waakdiensten: € 19,04 per personeelslid, per uur;

  • -

    het verrichten van controlediensten: € 19,04 per personeelslid, per uur.

  • -

    Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verrichten van wacht- en waakdiensten anders dan in 1.1.1 en 1.1.2 € 26,91  per personeelslid, per uur.  

Hoofdstuk 2    Beschikbaar stellen van brandblusmiddelen

  • 3.1

     Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beschikbaar stellen van een:

  • -

     handbrandblusapparaat € 10,76, per etmaal;

  • -

    het vullen van een handbrandblusapparaat € 53,82;

  • -

    het vullen van een persluchtfles, per fles € 10,76;

  • -

    het halen en brengen van brandblusapparaten, per keer, € 21,483.1.5;

  • -

    het bevestigen van een brandblusapparaat, per apparaat € 14,65  

Hoofdstuk 4    Verrichten van diensten

  • 4.1

     Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen met personeel, per kwartier, van:

  • -

    een autospuit € 94,29;

  • -

    een neveltankwagen € 94,29;

  • -

    een materiaalwagen € 94,29;

  • -

    een ander voertuig dan in dit hoofdstuk genoemd € 59,62  

Behorende bij het raadsbesluit van 17 december 2002,