Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boarnsterhim

Financiële verordening gemeente Boarnsterhim

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boarnsterhim
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Boarnsterhim
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Boarnsterhim
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1. Deze verordening vervangt de versie van 13 december 2005 en heeft terugwerkende kracht tot 1 april 2011.

2. Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2016 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende verordening al eerder vervallen hebben verklaard.

3. De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft op 19 december 2013 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel gaat uitmaken van de gemeente Súdwest Fryslân.

4. Zowel het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen als de gemeenteraad van de gemeente Heerenveen heeft op 2 januari 2014 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover dit besluit ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel is gaan uitmaken van de nieuwe gemeente Heerenveen.

5. De raad van de gemeente Leeuwarden heeft op 8 december 2014 besloten deze verordening per 1 januari 2014 vervallen te verklaren voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 onderdeel is gaan uitmaken van de nieuwe gemeente Leeuwarden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 212
  2. Besluit begroting en verantwoording
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-201101-04-201101-01-2014Nieuwe regeling

10-05-2011

Op 'e Hichte d.d. 17 mei 2011

nr. 3.6
25-05-201101-04-201101-01-2016Nieuwe regeling

10-05-2011

Op 'e Hichte d.d. 17 mei 2011

nr. 3.6

Tekst van de regeling

Intitulé

"Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Boarnsterhim".

De raad der gemeente Boarnsterhim;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011, nr. 5;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording (BBV);

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende:

"Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Boarnsterhim".

1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Boarnsterhim en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2. Programma-indeling.

De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken.

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven, en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Kaders ontwerp begroting.

Het college biedt uiterlijk in juni van ieder jaar de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen.

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Indien het college voorziet dat een geautoriseerd programmabudget dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college in zo mogelijk de eerstvolgende raadsvergadering of bij de eerstvolgende tussenrapportage aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage.

  • 1. Het college informeert de raad middels tussentijdse rapportages, minimaal tweemaal per jaar, over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. De tussenrapportage bevat in ieder geval een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    a. de baten en lasten per programma;

    b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    c. het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    d. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma.

3. FINANCIEEL BELEID.

Artikel 7. Waardering & afschrijving vaste activa.

Het college biedt elke vier jaar de raad een nota activabeleid aan. De raad stelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval:

a. hoe waardering van activa plaatsvindt;

b. welke afschrijvingsmethodiek wordt gehanteerd;

c. welke afschrijvingstermijnen worden gehanteerd;

Artikel 8. Reserves en voorzieningen.

Het college biedt de raad elke vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raadstelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval :

a. de vorming en besteding van reserves;

b. de vorming en besteding van voorzieningen;

c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

Artikel 9. Kostprijsberekening.

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt via de kostenverdeelstaat (KVS) een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

Artikel 10. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen en heffingen.

Artikel 11. Financieringsfunctie.

Voor het uitoefenen van de financiële functie is het college gehouden aan het vigerende treasurystatuut.

4. FINANCIEEL BEHEER EN INTERNE CONTROLE.

Artikel 12. Administratie.

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor: a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, verplichtingen en rechten;

c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 13. Interne controle.

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 14. Misbruik en oneigenlijk gebruik.

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5. FINANCIËLE ORGANISATIE.

Artikel 15. Financiële organisatie.

Het college zorgt voor en legt vast:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Titeldeel 6. SLOTBEPALINGEN.

Artikel 16. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt met ingang van 1 april 2011 in werking. De “Financiële verordening gemeente Boarnsterhim” vastgesteld door de raad op 28 oktober 2005 vervalt met ingang van 1 april 2011.

Artikel 17. Citeertitel.

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam 'Financiële verordening gemeente Boarnsterhim".

Ondertekening

Grou, 10 mei 2011.

De raad voornoemd,

de griffier, A.G.M. Rutten

de voorzitter, T. Baas