Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
CiteertitelBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 1998
  2. artikel 4 van de Verordening reinigingsheffing 1998
  3. artikel 2 van de Verordening forensenbelasting 1998
  4. artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2005nieuwe regeling

09-12-2004

Bildtse Post 22-12-2004

Onbekend.

Tekst van de regeling

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

De heffingsambtenaar van de gemeente het Bildt;

Gelet op het bepaalde in:

- artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 1998;

- artikel 4 van de Verordening reinigingsheffing 1998;

- artikel 2 van de Verordening forensenbelasting 1998;

- artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige te wiens name de belasting feitelijk geheven wordt

ALGEMEEN

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, perceel).

In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de Gemeente het Bildt een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

VOORKEURSVOLGORDE

Onroerende-zaakbelasting van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht

1. Bij het bepalen van de voorkeursvolgorde vinden de "Beleidsregels voor het aanwijzen van een belanghebbende te wiens name de beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken gesteld wordt" overeenkomstige toepassing.

Onroerende-zaakbelastingen en forensenbelasting van gebruikers

2. Bij het bepalen van de voorkeursvolgorde vinden de "Beleidsregels voor het aanwijzen van een belanghebbende te wiens name de beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken gesteld wordt" overeenkomstige toepassing.

Afvalstoffenheffing

3. Indien er meer personen gebruiker van het perceel zijn, gelden de volgende criteria. De aanslag wordt in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

3.1. degene die bij de Gemeente het Bildt reeds als belastingplichtige in de administratie voorkomt;

3.2. de man bij echtgenoten met of zonder kinderen;

3.3. de ouder bij één-oudergezinnen;

3.4. de oudste in leeftijd;

3.5. degene die de energievoorziening van het perceel op naam heeft;

3.6. degene die naar (andere) omstandigheden beoordeeld daarvoor in aanmerking komt.

Overige criteria

4. De onderdelen 1 tot en met 3 vinden geen toepassing indien:

4.1 de aanslag kan worden opgelegd aan een belastingplichtige die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, tenzij die aanslag niet betaald is of wordt;

4.2 bij de Gemeente het Bildt bekend is dat één van (andere) belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voorzover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

5. Voorzover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

6. Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

7. Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

8. Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (Beroep bij de rechter is mogelijk)

9. Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 8 van overeenkomstige toepassing.

11. Deze beleidsregels gelden voor de belastbare feiten die zich voordoen met ingang van 1 januari 2005. De vóór dat tijdstip geldende beleidsregels worden ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven voor de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

St.Annaparochie, 9 december 2004

De heffingsambtenaar van de gemeente het Bildt,

A. van der Weide

Deze beleidsregels zijn bekend gemaakt op 22 december 2004 en treden in werking op

1 januari 2005.