Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Verordening op de rekenkamercommissie het Bildt

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie het Bildt
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie het Bildt
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2006nieuwe regeling

22-12-2005

Bildtse Post

Onbekend.

Tekst van de regeling

Raadsbesluit 22 december 2005, no. 051211

De raad van de gemeente het Bildt;

gelet op de richtinggevende discussie in de raadsvergadering van 20 oktober 2005;

gelet op artikel 81o van de gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende: “Verordening op de rekenkamercommissie het Bildt”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: rekenkamercommissie;

    • 1.

      rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente het Bildt;

    • 2.

      voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

    • 3.

      doelmatigheid: de mate waarin de gemeente er in slaagt om met een zo gunstig mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

    • 4.

      doeltreffendheid: de mate waarin de gemeente er in slaagt om met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;

    • 5.

      rechtmatigheid: de vraag of de besteding van de financiële middelen is overeenstemming is met de gestelde doelen en of de uitgaven op de juiste begrotingsfuncties zijn verantwoord.

Artikel 2 Samenstelling en doel rekenkamercommissie

  • a.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als rekenkamercommissie.

  • b.

    De commissie bestaat uit 3 externe leden (voorzitter en 2 leden).

  • c.

    De commissie heeft tot doel onafhankelijk onderzoeken te verrichten die in de eerste plaats de raad, maar ook de inwoners van de gemeente inzicht verschaffen in de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid en het door de gemeente gevoerde bestuur. Zij heeft tevens tot doel het college en de organisatie mogelijkheden voor verbetering aan te reiken en een basis te bieden voor verantwoording aan raad en burgers over het beleid en het bestuur.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de (externe) leden van de commissie.

  • 2.

    De leden worden voor een periode van zes jaar aangewezen.

  • 3.

    De commissie benoemt de voorzitter.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden eenzelfde periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 4.

    Voorafgaand aan de benoeming van de leden, pleegt de raad overleg met de commissie.

Artikel 4 Incompatibiliteiten en eed/belofte

Ten aanzien van de commissieleden zijn de artikelen 81f en 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld of onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard of surseance van betaling heeft gekregen.

  • 3.

    De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Voorzitter

De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet, de werkwijze, het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming en het onderhouden van zowel de intern gerichte als de extern gerichte contacten.

De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de (externe) onderzoekers en met het secretariaat.

De voorzitter vertegenwoordigt de commissie naar buiten en treedt op als woordvoerder voor de commissie.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden leden rekenkamercommissie

  • 1.

    De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2.

    De in lid bedoelde vergoeding bedraagt per bijgewoonde vergadering € 150,- voor de voorzitter en € 125,- voor de overige leden. De aangegeven bedragen betreffen het prijspeil 2006 en worden jaarlijks geïndexeerd volgens de Regeling geldelijke voorzieningen t.b.v. de leden van de raad en de commissies.

    De door de leden gemaakte reiskosten worden vergoed volgens de bij de gemeente gebruikelijke regeling.

  • 3.

    Ingeval door leden van de commissie feitelijke onderzoekswerkzaamheden worden verricht, wordt daarvoor een door de commissie vast te stellen (uurloon)vergoeding vastgesteld.

Artikel 8 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht,

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de procescoördinatie van de onderzoeken, de agendaplanning, de verslaglegging, het bewaken van het budget en de correspondentie van de commissie.

  • 5.

    De secretaris ontvangt een door de commissie vast te stellen vergoeding voor zijn werkzaamheden, zulks tot maximaal de vergoedingen zoals die voor de externe voorzitter van toepassing zijn.

Artikel 9 Reglement van orde

De commissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • a.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij wenst te onderzoeken. Zij formuleert daartoe de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • b.

    b. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad voorgelegd.

  • c.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11 Criteria selectie onderzoeksonderwerpen

Een onderzoek als bedoeld in artikel 10 dient onder andere:

  • a.

    maatschappelijk relevant te zijn;

  • b.

    relevant voor de raad te zijn;

  • c.

    bruikbare resultaten op te leveren (aanbevelingen, leereffecten);

  • d.

    toekomstgericht te zijn;

  • e.

    betrekking te hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid;

  • f.

    een substantieel financieel belang voor de gemeente te bevatten;

  • g.

    beleid te betreffen dat de gemeente kan beïnvloeden;

  • h.

    in principe niet betrekking te hebben op een incident, maar op een structureel beleidsproces.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur, bij alle ambtenaren en bij door de gemeente gesubsidieerde organen en instellingen mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen een door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigen of bureaus inschakelen.

    De ingeschakelde deskundigen of bureaus kunnen, indien de commissie hun daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 8.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken.

    Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    De commissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek en het door de commissie uit te brengen concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken.

  • 10.

    Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten van het onderzoeksrapport (zie lid 8) en na het bestuurlijk hoor en wederhoor (zie lid 9) formuleert de commissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 11.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport, zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en de betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 13 Budget

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks in de begroting een (genoegzaam) budget vast voor de commissie.

  • 2.

    De commissie is bevoegd binnen een haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitoefening van haar taken.

  • 3.

    Ten laste van het in het voorgaand lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen en onkostentegemoetkomingen m.b.t. de externe leden;

    • b.

      de vergoedingen en onkostentegemoetkomingen m.b.t. de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie worden ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 4.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie het Bildt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2005.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.