| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING van den 3n November 1933 houdende eenige voorzieningen in verband met de inrichting van een Kadaster in het Staatsdeel Curaçao |
| Citeertitel | Kadasterlandsverordening |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is niet volledig.
De ontstaansbron van de regeling en wijzigingen tussen het ontstaan van de regeling en de tekstplaatsing ontbreken.
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 3-11-1933. Het Publicatieblad, de datum van inwerkingtreding en andere wetshistorische gegevens zijn niet bekend.
De inwerkingtreding van de tekstplaasing en de wijzigingsregeling van P.B. 1939, no. 63, heeft voor wat betreft Curaçao gefaseerd plaatsgevonden (zie P.B. 1939, no. 64, P.B. 1939, no 143, P.B. 1940, no. 150 en P.B. 1943, no. 186). Op 16-9-1943 is deze wijziging voor dit gehele eilandgebied in werking getreden.
De datum van ondertekening en de inwerkingtredingsdatum voor Curaçao van de wijzigingsregeling van PB 1945, no. 32 zijn niet bekend. Wel is bekend dat zij van kracht is. Het systeem van deze databank staat niet toe dat deze regeling wordt opgenomen zonder datum van ondertekening en inwerkingtredingsdatum. Daarom heeft de redactie voor beide een fictieve datum vermeld in het overzicht van wijzigingen.
Tot 1 juni 1953 gold deze regeling enkel voor het eilandgebied Curaçao.
De regeling, zoals die luidde na de wijziging in PB 1945, no. 32, is in werking getreden voor:
- Aruba met ingang van 1 juni 1953 (zie landsbesluit van 12-5-1953, P.B. 1953, no. 69);
- Bonaire en de Bovenwindse Eilanden met ingang van 3-9-1957, met terugwerkende kracht t/m 1-1-1953 (zie landsbesluit van 20-8-1957, P.B. 1957, no. 112).
De wijzigingsregeling van 29-10-1984 (P.B. 1984, no. 95) is in werking getreden voor:
- Sint Maarten met ingang van 22-2-1992, met terugwerkende kracht t/m 1-8-1989 (zie landsbesluit van 11-2-1992, P.B. 1992, no. 28);
- Saba en Sint Eustatius met ingang van 22-2-1992, met terugwerkende kracht t/m 1-1-1991 (zie landsbesluit van 11-2-1992, P.B. 1992, no. 28);
- Curaçao met ingang van 1-2-2001 (zie landsbesluit van 26-1-2001, P.B. 2001, no. 5);
- Bonaire met ingang van 1-3-2001 (zie landsbesluit van 1-3-2001, P.B. 2001 no. 19).
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 22-02-1992 | 01-08-1989 | art. 3, 4, 6 | 29-10-1984 P.B. 1984, no. 95 | 1983-1984-12 | |
| 01-06-1945 | opschrift, art. 4, 6, 9, 10, 11 | 01-05-1945 P.B. 1945, no. 32 | onbekend | ||
| 01-09-1939 | art. 3, 11 | 22-08-1939 P.B. 1939, no. 63 | onbekend | ||
| tekstplaatsing |
P.B. 1938, no. 100 | onbekend |
De gebouwde en ongebouwde eigendommen worden aangeduid door de opgave van de kadastrale afdeeling, de sectie en het nummer, waaronder zij in de schrifturen van het Kadaster bekend zijn en worden kadastrale perceelen genaamd.
De metingen en andere werkzaamheden, noodig voor het inrichten en instandhouden van het Kadaster, worden door de ambtenaren van het Kadaster verricht.
De kosten van verrichtingen, welke ten behoeve van de inrichting van het Kadaster geschieden komen voor rekening van het betrokken eilandgebeid, terwijl die, welke op aanvrage van belanghebbenden geschieden, voor rekening komen van de aanvragers, volgens een nader, bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen tarief.
Tot het doen van metingen hebben de ambtenaren van het Kadaster, na tijdige kennisgeving aan de eigenaar of gebruiker, dagelijks tussen zonsopgang en zonsondergang, de zaterdagen, de zondagen en de krachtens de Arbeidsregeling 1952 (P.B. 1958, no. 24) met de zondag gelijk gestelde dagen uitgezonderd, toegang tot de daarbij betrokken eigendommen.
Indien hun de toegang geweigerd of belet wordt, roepen zij de tusschenkomst in van den Rechter in het Gerecht in Eersten Aanleg, op wiens schriftelijk bevel hun de toegang, ondanks den eigenaar of gebruiker verschaft wordt.
Van die tusschenkomst en de redenen, die daartoe geleid hebben, wordt door de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen proces-verbaal opgemaakt, hetwelk door den Rechter in het Gerecht in Eersten Aanleg aan hem tot wiens eigendom de toegang is verschaft, in afschrift wordt medegedeeld.
De eigenaren en gebruikers van gebouwde en ongebouwde eigendommen zijn verplicht te dulden dat door den Dienst van het Kadaster grenteekenen worden gesteld, alsmede ten behoeve van de opmeting van grenzen, signalen of andere duurzame teekenen.
De perceelen gronds, welke op aanvraag van belanghebbenden zijn opgemeten, worden op hunne kosten, ten genoegen van den Dienst van het Kadaster, van duurzame officieele grensteekenen voorzien, welke grensteekenen zullen bestaan uit baksteen, betonnen of ijzeren kenteekenen.
De percelen gronds, welke ten behoeve van de inrichting van het Kadaster zijn opgemeten, worden op kosten van het betrokken eilandgebied van gelijke grensteekenen voorzien.
Verplaatsting van eenmaal aangebrachte grensteekenen, zonder toestemming van den Dienst van het Kadaster, is verboden.
Hij, die handelt in strijd met het bepaalde bij het laatste lid van artikel 6 wordt, indien het feit niet als misdrijf is aan te merken, gestraft met een geldboete van ten hoogste f 1000,--.
Met dezelfde straf wordt gestrafd hij, die opdracht heeft gegeven tot verplaatsing van eenmaal aangebrachte grensteekenen zonder toestemming van den Dienst van het Kadaster, indien de verplaatsing ingevolge die opdracht is geschied.
De in dit artikel strafbaar gestelde feiten, worden beschouwd als overtredingen.
De eischen waaraan de te plaatsen merkteekenen moeten voldoen, zijn de volgende:
bij verzekering van eigendomsgrenzen in muren moet worden gebezigd een ijzeren bout met een minimum diameter van 25 mm, en een minimum lengte van 150 mm, terwijl de bout voorzien moet zijn van een kop met een minimum diameter van 40 mm en een lengte van minstens 10 mm.
in andere dan onder a genoemde gevallen dient te worden gebezigd:
een gasbuis of ijzeren staaf van minstens tachtig centimeter lengte en een diameter van minstens drie en een kwart centimeter, terwijl het gedeelte, dat boven den grond uitsteekt (twee decimeter), van een sluitstuk of kop wordt voorzien en rood wordt geverfd met menie dan wel
II. steenen of betonnen merkteekenen van minstens drie decimeter in het vierkant en zes decimeter hoogte, welke pilaren behooren te staan op een fundering van twee decimeter hoogte en vier decimeter in het vierkant.
Waar, in verband met de gesteldheid van den bodem, de in artikel 8 voorgeschreven merkteekenen ongeschikt worden geacht voor de verzekering van grenzen, bepaalt den Dienst van het Kadaster welke andere duurzame merkteekenen gebezigd zullen worden.
De rechthebbende op den grond is verplicht de tot verzekering der grenzen dienende merkteekenen in behoorlijken staat, ter beoordeeling van den Dienst van het Kadaster, te onderhouden. Door den Dienst van het Kadaster wordt, indien na schriftelijke aanmaning op een termijn van een maand niet het noodig geoordeelde bijzonderlijk omschreven onderhoud is geschied, op kosten van den nalatige daarin voorzien.
Deze landsverordening treedt in werking op een door den Gouverneur te bepalen tijdstip, welk tijdstip verschillend kan zijn voor door hem aan te wijzen eilanden of gedeelten van eilanden. Zij kan worden aangehaald als ,,Kadasterlandsverordening”.