Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Heronderzoeksplan doelmatigheid, debiteuren, Wmo en collectieve ziektekostenverzekering gemeente Littenseradiel 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingHeronderzoeksplan doelmatigheid, debiteuren, Wmo en collectieve ziektekostenverzekering gemeente Littenseradiel 2011
CiteertitelHeronderzoeksplan sociale voorzieningen gemeente Littenseradiel 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is dit plan per 1 januari 2020 vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-08-201101-07-201101-01-2020Nieuwe regeling

02-08-2011

Op 'e Skille, 18-08-2011

Collegebesluit, 02-08-2011, nr. 17

Tekst van de regeling

Intitulé

Heronderzoeksplan doelmatigheid, debiteuren, Wmo en collectieve ziektekostenverzekering gemeente Littenseradiel 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

 

besluit:

 

vast te stellen het Heronderzoeksplan doelmatigheid, debiteuren, Wmo en collectieve ziektekostenverzekering gemeente Littenseradiel 2011

Inleiding

Algemeen

In dit heronderzoeksplan voor een aantal specifieke onderdelen uit de uitvoering van de WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 én de Wmo is vastgelegd hoe vanaf 1 juni 2011 met de heronderzoeken op het gebied van de doelmatigheid, debiteuren, Wmo en de collectieve ziektekostenverzekering moet worden omgegaan. In dit heronderzoeksplan is niet vastgelegd hoe om te gaan met de heronderzoeken op het gebied van de rechtmatigheid. Deze heronderzoeken worden namelijk beschreven in het handhavingsplan.

Korte uitleg per onderzoek

Een doelmatigheidsonderzoek dient zorg te dragen voor het mede realiseren van een doelmatige en effectieve uitvoering van participatieactiviteiten.

 

Een debiteurenonderzoek is een onderzoek in hoeverre een debiteur van de gemeente Littenseradiel zijn verplichtingen nakomt en of er aanleiding bestaat tot wijziging van deze verplichtingen.

 

Voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geldt geen heronderzoeksverplichting. Omdat het toch belangrijk is om het gebruik van een rolstoel, scootmobiel of een andere vervoersvoorziening, dan wel verstrekking te controleren, is het noodzakelijk om ook hierover één en ander vast te leggen.

 

Ook is in dit stuk aandacht besteed aan de collectieve ziektekostenverzekering, de AV-Frieso. Ook voor de AV-Frieso is het van belang om voor een bepaalde doelgroep jaarlijks een heronderzoek te houden.

 

Naast dit heronderzoeksplan zijn er meer relevante beleidsstukken die van belang kunnen zijn voor een cliënt in het kader van controle.

  • In de verificatiehandleiding staat het verificatie- en validatietraject beschreven voor de processen: aanvraag, lopende uitkering, beëindiging en signalen.

  • In de beschrijving van de werkprocessen staat hoe activiteiten uit dit heronderzoeksplan concreet worden uitgevoerd.

  • Via interne controle wordt de kwaliteit van de processen bewaakt.

  • In de afstemmingsverordening staat beschreven welke sancties er volgen in het geval een controle leidt tot het vaststellen van een afwijking van de opgelegde verplichtingen, dan wel van fraude. Ook het handhavingsplan is in dezen een zeer relevant beleidsstuk.

§ 1 Heronderzoeksplan doelmatigheid

1.1 Doel

Het doel van een heronderzoek doelmatigheid kan worden omschreven als: het realiseren van een doelmatige en effectieve uitvoering van participatieactiviteiten in het kader van de WWB, WIJ, WI, IOAW en IOAZ. Participatieactiviteiten zijn dan alle activiteiten die direct of indirect bijdragen aan een zo actief mogelijk deelname in de maatschappij.

 

Een heronderzoek doelmatigheid heeft een tweeledige functie, te weten:

  • a.

    het bespreken van de mogelijkheden van de cliënt met betrekking tot (de voortgang van de) participatieactiviteiten, het maken van afspraken met betrekking tot de te ondernemen (vervolg)acties en het (opnieuw) bepalen van de positie van de cliënt op de participatieladder;

  • b.

    het vaststellen of aan de opgelegde algemene en specifieke verplichtingen met betrekking tot de participatie is en wordt voldaan.

1.2 Normenkader

Voor zover dat van toepassing is, wordt het normenkader bij een heronderzoek doelmatigheid betrokken. Het normenkader in het kader van participatie bestaat uit:

  • a.

    de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

  • b.

    de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ;

  • c.

    de Premieverordening WWB;

  • d.

    de Afstemmingsverordening WWB;

  • e.

    de Verordening Werkleeraanbod WIJ;

  • f.

    de Afstemmingsverordening WIJ;

  • g.

    de Maatregelenverordening IOAW en IOAZ;

  • h.

    de Verordening Wet inburgering;

  • i.

    de Beleidsregels subsidieverstrekking WWB/IOAW/IOAZ/WIJ.

1.3 Verplichtingen

In de beschikking tot toekenning van de uitkering of de voorziening worden algemene verplichtingen opgelegd die als doel hebben dat de cliënt zo snel mogelijk (weer) in zijn eigen onderhoud kan voorzien. Voor zover betrekking hebbend op participatie gaat het om:

  • a.

    de arbeidsverplichting (artikel 9, eerste lid, sub a, WWB, artikel 37, eerste lid, IOAW/IOAZ en artikel 45 WIJ);

  • b.

    de inschrijvingsverplichting (artikel 9, eerste lid, sub a, WWB en artikel 37, eerste lid, sub b, IOAW/IOAZ);

  • c.

    de inlichtingenverplichting (artikel 17, eerste lid, WWB, artikel 13, eerste lid, IOAW/IOAZ en artikel 44, eerste lid, WIJ);

  • d.

    de medewerkingsverplichting (artikel 17, tweede lid, WWB, artikel 13, tweede lid, IOAW/IOAZ en artikel 44, tweede lid, WIJ);

  • e.

    de re-integratieverplichting (artikel 9, eerste lid, sub b, WWB, artikel 37, eerste lid, sub e, IOAW/IOAZ en artikel 45 WIJ).

 

Naast deze algemene verplichtingen kunnen, zowel bij de toekenning van de uitkering als op een later moment, specifieke verplichtingen worden opgelegd. Te denken valt aan de verplichting om naar beste vermogen mee te werken aan een traject.

 

Ook kan een op de persoon toegesneden verplichting worden opgelegd, zoals het zich, op advies van een arts, onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard (artikel 18, eerste lid, juncto artikel 55 WWB en artikel 45, sub f, WIJ).

 

Op grond van artikel 8 van de Wet inburgering en de daarop gebaseerde verordening kunnen aan de inburgeringsplichtige en de vrijwillige inburgeraar een viertal specifieke verplichtingen worden opgelegd, te weten:

  • a.

    het deelnemen aan de aangeboden voorziening;

  • b.

    het deelnemen aan (voortgangs-)gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I en II op een bepaald tijdstip;

  • d.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

1.4 Activering en begeleiding

Met betrekking tot de doelmatigheidsonderzoeken is geen vaste frequentie voorgeschreven. Alleen cliënten die voor korte of langere duur zijn vrijgesteld van de arbeidsverplichting en/of de re-integratieverplichting, dienen ten minste eenmaal per jaar voor een heronderzoek te worden opgeroepen.

Daarnaast dient bij de aanvraag, en vervolgens na afronding van ieder heronderzoek altijd een volgend doelmatigheidsonderzoek te worden opgeboekt (sluitende aanpak).

 

In principe bepaalt de consulent op welk moment een heronderzoek nodig is of nuttig kan zijn. Hij of zij kan er bovendien voor kiezen op dat moment met de cliënt in gesprek te gaan dan wel het heronderzoek administratief af te doen. Dat laatste zou zich kunnen voordoen als de cliënt een traject volgt en uit de tussentijdse rapportage van het re-integratiebedrijf blijkt dat dit voorspoedig verloopt. In een dergelijk geval dient wel een korte rapportage te worden opgemaakt (zie 1.5) maar kan een beschikking achterwege blijven.

 

Gelet op het werkproces participatiebevordering ligt het inplannen van een doelmatigheidsonderzoek voor de hand op de volgende momenten:

  • a.

    na ontvangst van het extern advies (indien van toepassing en voor zover dit niet gekoppeld is aan de start van de participatieactiviteit);

  • b.

    na ontvangst van het intakeverslag en de diagnose;

  • c.

    kort na de geplande start van het traject (daadwerkelijk gestart?);

  • d.

    na ontvangst van een tussenrapportage van de uitvoerende organisatie;

  • e.

    bij stagnatie in, onderbreking van of beëindiging van het traject;

  • f.

    bij een signaal betreffende (moedwillige) belemmering van de participatie;

  • g.

    na ontvangst van de eindrapportage van de uitvoerende organisatie;

  • h.

    een jaar na het einde van het traject indien is geconcludeerd dat het hoogst haalbare is bereikt;

  • i.

    bij het voornemen een premie toe te kennen (administratief onderzoek);

  • j.

    bij het einde van het werkleeraanbod WIJ.

 

Een heronderzoek doelmatigheid kan tot diverse uitkomsten en vervolgacties leiden. In de meeste gevallen zal er sprake zijn van het maken van nieuwe afspraken of het aanscherpen van bestaande afspraken en mogelijk het opleggen van aanvullende verplichtingen. Ook is het denkbaar dat voor een ander traject wordt gekozen of dat aanvullende ondersteuningsopties worden aangeboden.

 

Het heronderzoek kan echter ook leiden tot de conclusie dat een maatregel moet worden opgelegd.

Daarnaast kan door middel van een heronderzoek worden besloten de cliënt voor korte of langere duur vrij te stellen van één of meer verplichtingen.

 

Verder is in het werkproces participatiebevordering voorgeschreven bij welke gelegenheden de positie op de participatieladder opnieuw moet worden vastgesteld.

 

Van belang is verder dat de consulent Participatie de verplichting heeft om, al dan niet tijdens een doelmatigheidsonderzoek verkregen, informatie die van invloed kan zijn op de rechtmatige verstrekking van de uitkering door te geven aan de consulent Inkomen en Zorg.

1.5 Uitvoering

Het opboeken van een heronderzoek wordt in de applicatie IW3 geconcretiseerd door het opladen van een taak met een daaraan gekoppelde datum. Ook verdient het aanbeveling in het tekstveld het doel van het heronderzoek te omschrijven. Door middel van een signaallijst wordt de consulent op het heronderzoek geattendeerd.

Over een uitgevoerd heronderzoek wordt altijd gerapporteerd. In de meeste gevallen wordt tevens een beschikking afgegeven.

§ 2 Debiteurenonderzoeksplan

2.1 Inleiding

Het college van burgemeester en wethouders is niet verplicht tot het verrichten vanheronderzoeken met betrekking tot geldleningen en de vorderingen op debiteuren. Het belang van het geregeld verrichten van heronderzoeken als controle instrument wordt echter onderkend. De invulling en de frequentie van de heronderzoeken wordt aan de gemeente overgelaten.

2.2 Uitvoering

Zolang er nog geen formeel terugvorderingsbesluit is en de debiteur ontvangt een uitkering van de gemeente (interne debiteur), wordt het debiteurenonderzoek door de consulent uitgevoerd. Dit betreft dan (mogelijke) terugbetaling c.q. aflossing van bijstand verstrekt in de vorm van een geldlening (artikel 48 lid 2 WWB) en/of bijstandsverlening aan zelfstandigen. Zodra er een formeel terugvorderingsbesluit is genomen, wordt het heronderzoek door de debiteurenmedewerker van het Cluster debiteurenadministratie uitgevoerd.

Er wordt gesproken van een interne debiteur, zolang een debiteur een periodieke bijstandsuitkering ontvangt. Van een externe debiteur wordt gesproken wanneer een debiteur geen periodieke bijstandsuitkering van de gemeente ontvangt.

2.3 Frequentie

In de onderstaande tabel wordt de frequentie van de heronderzoeken schematisch weergegeven. De genoemde termijnen zijn maximale termijnen. Tussentijdse onderzoeken kunnen natuurlijk altijd.

 

        debiteur vorderingmet uitkering(interne debiteur)zonder uitkering(externe debiteur)
1. Terugvordering, waar een formeel besluit aan ten grondslag ligtEr vindt bewaking van de aflossing plaats door het Cluster debiteurenadministratie. Als er iets wijzigt, bijv. geen aflossing meer, dan wordt een onderzoek gedaan door het Cluster debiteurenadministratie. De aflossing loopt meestal via de uitkering.  Het Cluster debiteurenadministratie voert één keer in de 12 maanden een heronderzoek uit en bewaakt de aflossing.
2. Besluit krediethypotheek bijstandNiet nodig.Na het vaststellen van de vordering door het Cluster terugvordering en verhaal voert het Cluster debiteurenadministratie één keer in de 12 maanden een heronderzoek uit en bewaakt de aflossing.  
3. Leenbijstand zonder terugvorderings-besluit  De aflossing van de leenbijstand loopt via de uitkering. De consulent is verantwoordelijk voor het opleggen van de betaalverplichting. Het Cluster debiteurenadministratie heeft een signalerende functie (bijvoorbeeld bij beslag deurwaarder). Onder leenbijstand zonder terugvorderingsbesluit valt ook een betaald voorschot. Jaarlijks dient er een heronderzoek plaats te vinden met betrekking tot de stand van zaken van de lening. Dit onderzoek wordt gedaan door de consulent en kan samenvallen met een ander heronderzoek. Bij beëindiging van de uitkering zorgt de consulent er voor dat de cliënt op de hoogte is van het feit dat hij/zij zelf zorg moet dragen voor het aflossen van de lening. De consulent is verantwoordelijk voor de overdracht van de status van de lening naar het Cluster debiteuren-administratie. Dus als er een uitstel van betaling is verleend voor een jaar, vermeldt de consulent dit in het beëindigingsrapport en zorgt dat er een debiteurenonderzoek wordt opgeboekt voor het Cluster debiteurenadministratie. Op dat moment neemt het Cluster debi-teurenadministratie de uitvoering van de heronderzoeken over.  
4. Leenbijstand met terugvorderings-besluitEr vindt bewaking van de aflossing plaats aan de hand van een melding door het Cluster debiteurenadministratie. Als er iets wijzigt, bijv. geen aflossing meer, dan wordt een onderzoek gedaan door het Cluster debiteurenadministratie. De aflossing loopt meestal via de uitkering.  Het Cluster debiteurenadministratie voert één keer in de 12 maanden een heronderzoek uit en bewaakt de aflossing.
5. Besluit bijstand-verlening (levens-onderhoud) zelfstandigen zonder terugvorderings-besluit  De consulent BBZ voert na toekenning een heronderzoek uit om de lening en het aflossingsschema definitief vast te stellen. Wanneer op verzoek van de zelfstandige het aflossingsschema wijzigt, wordt door de consulent BBZ een nieuw schema vastgesteld. Het Cluster debiteurenadministratie bewaakt de aflossing. Zolang cliënt zich aan de aflossing houdt, vindt er geen heronderzoek meer plaats.
6. Besluit bijstand-verlening (bedrijfskapitaal) zelfstandigen zonder terugvorderings-besluit  De consulent BBZ voert na toekenning van een bedrijfskapitaal een heronderzoek uit om de lening, de rente en het aflossingsschema definitief vast te stellen. Uitstel van betaling en matiging aflossingsverplichting op verzoek van de zelfstandige wordt door de consulent BBZ opgepakt. Het Cluster debiteurenadministratie bewaakt de aflossing. Zolang cliënt zich aan de aflossing houdt, vindt er geen heronderzoek meer plaats.
7. Besluit bijstandverlening zelfstandigen met terugvorderings-besluit  Het Cluster debiteurenadministratie voert één keer in de 12 maanden een heronderzoek uit en bewaakt de aflossing.  
8. VerhaalOnderhoudsplicht:
 Geen heronderzoek indien:
 . er sprake is van structurele inkomsten en er geen wijzigingen in de toekomst in beeld zijn. In deze situaties wordt er alleen een onderzoek opgestart als de onderhoudsplichtige dit graag wil of als er niet meer betaald word (bewaking het Cluster debiteurenadministratie);
 . er sprake is van een alimentatie-uitspraak. In deze situaties wordt alleen een heronderzoek gedaan indien er niet meer wordt betaald (bewaking het Cluster debiteurenadministratie of een signaal van cliënt zelf als alimentatie als inkomsten wordt gekort op de uitkering).
  
 Eén keer per jaar indien:
 . er wijzigingen te verwachten zijn, bijv. de beëindiging van een WW-uitkering;
 . de onderhoudsplichtige geen draagkracht heeft, dit is meestal van tijdelijke aard;
 . indien er geen woon- of verblijfplaats bekend is.
  
 Tussentijds heronderzoek indien:
 . een kind 18 jaar wordt;
 . de inschrijving van de scheiding 12 jaar geleden is.
  
 Overige situaties:
 Schenking en nalatenschap
 Zodra er sprake is van een schenking of verhaal op een nalatenschap stelt het Cluster terugvordering en verhaal de vordering vast en bewaakt het Cluster debiteurenadministratie de aflossing. Zodra er niet meer wordt afgelost, gaat het voor een gerechtelijke procedure terug naar het Cluster terugvordering en verhaal. Is er een gerechtelijke uitspraak aanwezig dan zorgt het Cluster debiteuren-administratie voor de verdere inning en de heronderzoeken daarop.

2.4 Inhoud debiteurenonderzoek

Bij een debiteurenonderzoek wordt in ieder geval aandacht besteed aan de volgende aspecten:

  • Bestaat er aanleiding, gezien de financiële positie van de debiteur, de bestaande hoogte van de aflossingsverplichting te wijzigen;

  • Bestaat er aanleiding om over te gaan tot kwijtschelding van het restant van de vordering (ambtshalve of op verzoek);

  • Is het gewenst om een gerechtelijke procedure te starten (verhaal) of tot dwanginvordering over te gaan (terugvordering of verhaal). Dit wordt bekeken aan de hand van het betalingsgedrag van de debiteur.

§ 3 Heronderzoeksplan Wmo

3.1 Inleiding

Voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geldt geen heronderzoeksverplichting. Omdat het belangrijk is om het gebruik van een rolstoel, scootmobiel of een andere vervoersvoorziening, dan wel verstrekking zo nu en dan te controleren, is het noodzakelijk om hierover één en ander vast te leggen.

 

De bedoeling van het heronderzoek is om te bekijken of de in het kader van de Wmo verstrekte voorzieningen nog adequaat (doeltreffend, efficiënt en cliëntgericht) zijn. Als de voorziening niet meer adequaat is, zal de betreffende voorziening beëindigd c.q. ingenomen moeten worden en zal daarnaast bekeken moeten worden of er een andere voorziening beschikbaar is, die adequater is.

3.2 Inhoud & uitvoering

In het heronderzoek* dient in ieder geval aandacht geschonken te worden aan:

  • Gebruik van de voorziening(en);

  • Aard/mate van de beperkingen.

 

* Normaal gesproken zou er ook aandacht geschonken kunnen worden aan het inkomen en het inkomen uit vermogen. Bij de gebruikers gaat het veelal om 65-plussers. Bij deze groep verandert het inkomen nauwelijks en ook in het vermogen zullen weinig veranderingen plaatsvinden. Het arbeidsintensieve traject om dit te controleren (bewijsstukken moeten opgevraagd worden, etc.) vergt dan veel meer dan dat het uiteindelijk oplevert.

Uitzondering: Mocht het zo zijn dat in een rapportage is aangegeven dat er in een volgend onderzoek aandacht besteed moet worden aan inkomen en inkomen uit vermogen, dan dient dit uiteraard wel te gebeuren.

3.2a Heronderzoeken door Welzorg

In 2008 zijn de hulpmiddelen (handbewogen rolstoelen, elektrisch aangedreven rolstoelen, scootmobielen, driewielfietsen kinderen, tilliften) aanbesteed. Met ingang van 1 januari 2009 is het contract voor een periode van drie jaar (met tweemaal een verlenging van één jaar mogelijk) gegund aan Welzorg Revalidatietechniek B.V.

 

In het raamcontract is het volgende in paragraaf 1.5. opgenomen:

Er zal één keer per jaar preventief onderhoud, inclusief technische inspectie, toetsing gebruiksfunctionaliteit en begeleiding van de cliënt, plaatsvinden. Per hulpmiddel wordt een logboek bijgehouden. Opdrachtnemer rapporteert aan de gemeente direct na constatering bij het uitvoeren van onderhoud het niet gebruiken c.q. het niet adequaat zijn c.q. het oneigenlijk gebruik van het hulpmiddel.

 

Bovenstaande betekent dat de opdrachtnemer met betrekking tot de genoemde hulpmiddelen in feite het heronderzoek uitvoert en aan opdrachtgever (de gemeente Littenseradiel) rapporteert. Dit betekent dat de gemeente Littenseradiel de heronderzoeken met betrekking tot deze hulpmiddelen niet hoeft uit te voeren. Een cliënt moet immers niet meerdere malen benaderd worden over hetzelfde. Deze paragraaf in het raamcontract geldt zowel voor huur- als koophulpmiddelen.

3.2b Taxi- en autokostenvergoeding, driewielfietsen volwassenen, tilliften en douche- en toiletstoelen

Met betrekking tot de in de titel van deze paragraaf genoemde voorzieningen, behalve de tilliften, voert de gegunde aanbieder geen heronderzoeken uit. Deze voorzieningen zijn namelijk niet in de aanbesteding opgenomen. Hierin zal de gemeente zelf moeten voorzien, immers ook hier kan oneigenlijk gebruik of geen gebruik plaatsvinden. In paragraaf 3.2d staat de werkwijze van de uit te voeren heronderzoeken vermeld.

Nb. Douche- en toiletstoelen worden in bruikleen verstrekt. Bij overlijden of stopzetting gebruik, wordt door nabestaande of cliënt contact gezocht met de gemeente Littenseradiel om de douche- of toiletstoel op te halen. Na schoonmaak wordt deze, indien mogelijk, opnieuw uitgezet. Er is hier geen sprake van bijkomende of continue maandelijkse kosten. De kosten zijn gemaakt bij aanschaf en lopen daarna niet meer door. Derhalve hoeven voor deze hulpmiddelen geen heronderzoeken uitgevoerd te worden.

3.2c Hulp bij het Huishouden

In principe worden er geen heronderzoeken bij de verstrekking van huishoudelijke hulp in natura uitgevoerd. Als, naar het oordeel van de consulent of de administratief medewerker, de situatie daartoe aanleiding geeft, kan hiervan worden afgeweken. Hieraan moet een motivering ten grondslag liggen. Eerste heronderzoek, als hiertoe wordt besloten, stellen op een jaar na datum toekenning. De zorgaanbieder die de huishoudelijke hulp in opdracht van de gemeente verstrekt, heeft regelmatig contact met de klant en moet bij een verandering in de situatie van de klant dit melden aan de gemeente. De consulent kan bij een melding een heronderzoek inzetten voor het herzien van de toekenning. De maximale termijn voor een toekenning van huishoudelijke hulp in natura bedraagt vijf jaar waarna een heronderzoek volgt voor het vaststellen van een eventuele nieuwe toekenning. Als er een nieuwe aanvraag/toekenning komt, dan hoeft er uiteraard niet afzonderlijk een hercontrole uitgevoerd te worden.

3.2d Hoe uit te voeren?

De heronderzoeken dienen één keer per twee jaar ** uitgevoerd te worden.

** Van deze termijn kan in individuele gevallen, naar het oordeel van de consulent, worden afgeweken.

 

De heronderzoeken dienen schriftelijk (middels het daarvoor voorgeschreven heronderzoeksformulier, zie bijlage 1) uitgevoerd te worden. Dit houdt in dat een gebruiker van een Wmo-voorziening (specifiek een taxikosten-/autovergoeding, een voor 1 januari 2009 verstrekte tillift of een driewielfiets voor een volwassene) een heronderzoeksformulier zal ontvangen en dit ingevuld binnen twee weken na ontvangst weer dient te retourneren. Mocht het ingevulde heronderzoeksformulier aanleiding *** geven om tot een huisbezoek over te gaan, dan zal er een huisbezoek plaats moeten vinden. Daarna zal er een schriftelijke afdoening (middels een beschikking) van het heronderzoek plaatsvinden.

 

*** Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer er sprake is van een beperkt tot zeer beperkt gebruik (bijvoorbeeld vijf keer per jaar wordt er gebruik gemaakt van de voorziening), bij tips, op verzoek van de cliënt zelf, naar aanleiding van de toekenning of het laatste onderzoek, overige bijzonderheden. Het oordeel hierover wordt bij de consulent gelaten. Hij/Zij kent de cliënt het beste.

§ 4 Collectieve ziektekostenverzekering

4.1 Enige uitleg over de collectieve ziektekostenverzekering

De gemeente Littenseradiel en Zorgverzekeraar De Friesland bieden een collectieve ziektekostenverzekering aan: De AV Frieso. Dit is een basisverzekering met een aanvullende verzekering. De verzekering is er voor iedereen met een laag inkomen (tot 125% van het wettelijk minimumloon). Er wordt niet naar het vermogen gekeken. Deze verzekering geldt ook voor bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen.

4.2 Wanneer kunnen mensen zich aanmelden voor de AV-Frieso

Als mensen nu al bij De Friesland Zorgverzekeraar zijn verzekerd, dan kunnen ze zich meteen aanmelden voor de AV Frieso. Als mensen nog niet bij De Friesland Zorgverzekeraar zijn verzekerd, dan kunnen ze ieder jaar per 1 januari overstappen. In het najaar van elk kalenderjaar verschijnt hierover informatie in de lokale kranten, media en op de website: www.sudwestfryslan.nl.

4.3 Waarom een heronderzoek?

Gezien de inkomensnorm komen niet alleen WWB/WIJ/IOAW/IOAZ/Bbz-cliënten in aanmerking voor de AV-Frieso, maar ook niet-WWB-cliënten. Bijvoorbeeld AOW-ers, ANW-ers, mensen die een UWV-uitkering ontvangen, zelfstandigen, mensen in loondienst, etc. Bij een aantal groepen kan het inkomen wijzigen, bijvoorbeeld door aanvaarding andere baan, omzetstijging, etc. Het is dan goed om een heronderzoek uit te voeren, zodat bijna uitgesloten kan worden dat mensen ten onrechte gebruik maken van deze regeling.

4.4 Het heronderzoek

Er wordt een aantal groepen van een heronderzoek uitgesloten.

  • WWB-ers. Deze cliënten zijn bekend bij de gemeente Littenseradiel en vallen binnen de doelgroep.

  • Mensen van 65 jaar en ouder. AOW en Pensioen gaan vaak op een bepaald tijdstip/bepaalde tijdstippen omhoog met een bepaald percentage. Door de wijzigingen blijft het inkomen onder de 125%, omdat ook de WWB-normen met hun tijd mee gaan (inflatiecorrectie, etc.).

  • Mensen die een uitkering ontvangen in het kader van de minimaregelingen. Mensen die een uitkering in dit kader ontvangen, hebben hun inkomen al aangetoond en dit moet onder de 125% van het wettelijk minimum liggen. Deze worden dus al jaarlijks gecontroleerd.

 

Bij welke cliënten dient wel een onderzoek gepland te worden.

Dit zijn de mensen die niet behoren tot de hierboven benoemde doelgroepen, zoals mensen die een uitkering van het UWV ontvangen, zelfstandigen of mensen in loondienst. Hier kan in een jaar tijd behoorlijk veel aan het loon wijzigen, in positieve zin of negatieve zin.

4.5 Invulling heronderzoek

Er dient een controle plaats te vinden op het inkomen. Daarnaast dient ook bekeken te worden of cliënt nog woont in het werkgebied van de gemeente Littenseradiel. Het kan voorkomen dat cliënt verhuisd is, zonder dat de AV-Frieso is stopgezet. Ook kan gekeken worden of er sprake is van inwonende kinderen boven de 18 jaar die op de één of andere manier nog automatisch verzekerd zijn via de AV-Frieso, terwijl ze nu zelfstandig een verzekering moeten afsluiten. Door het uitvoeren van deze heronderzoeken kan de AV-Frieso, indien nodig, alsnog stopgezet worden.

4.6 Tijdspad

Om voor 1 december het heronderzoek van een bepaald jaar afgerond te hebben (cliënten kunnen namelijk tussen 1 december en 1 januari overstappen naar een andere zorgverzekeraar) dienen de mensen die voor een heronderzoek in aanmerking komen in september aangeschreven te worden met het verzoek om een heronderzoeksformulier (zie bijlage 2) in te vullen en een kopie van een uitkerings-/salarisstrook (en/of andere inkomensbronnen, zoals een voorlopige teruggave) bij te voegen (geen bankafschrift, omdat daar geen inhoudingen op staan). Omdat het onderzoek in september start, dient er voor gekozen te worden om de meest recente uitkerings-/salarisstrook (in principe die van augustus in te leveren). De “strook” dient betrekking te hebben op een periode van minimaal 1 maand (ander inkomen idem).

In oktober en november is er dan de mogelijkheid om de ingeleverde formulieren te verwerken, termijnen van orde te verstrekken (bij niet inlevering), “continuerings”beschikkingen of beëindigingsbeschikkingen af te geven. Eén en ander is dan voor 1 december gereed.

4.7 Beëindigingsonderzoek

Wanneer er sprake is van een beëindiging van een periodieke uitkering, dan dient er ook aandacht geschonken te worden aan de AV-Frieso bij de beëindiging van de uitkering. Kan de (ex-)cliënt nog wel verzekerd blijven via de AV-Frieso of dient hij/zij over te stappen naar een andere verzekering per 1 januari.

§ 5 Slotbepalingen

5.1 Citeertitel

Dit heronderzoeksplan kan worden aangehaald als Heronderzoeksplan sociale voorzieningen gemeente Littenseradiel 2011.

5.2 Inwerkingtreding

Dit heronderzoeksplan treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 juli 2011.

5.3 Intrekken oude plan

Eerdere heronderzoeksplannen sociale voorzieningen worden ingetrokken.

Ondertekening

Wommels, 2 augustus 2011

 

, burgemeester.

, secretaris.